contacten met 'bedrijvige burgers' ook inzicht te hebben in de mening van de groep 'berustende burgers' en de groep 'bedreigde burgers'. Uitgaande van deze ambitie moeten hiervoor instrumenten worden ontwikkeld. Aandachtspunten in de communicatie met de primaire doelgroep zijn: herkenbaarheid raad als instituut, herkenbaarheid van fracties en hun standpunten daarbinnen, herkenbaarheid van proces van beleidsvorming (inspraak en interactie) en de resultaten van het beleid herkenbaarheid van informatiepunt voor de burger voor welke vragen moet zijn. 3.2 Secundaire doelgroepen Secundaire doelgroepen van de raad zijn maatschappelijke organisaties en bedrijven in Leeuwarden, pers, het college, de ambtelijke organisatie en de mede-overheden (gemeentes, provincie, rijk). Hieronder worden de aandachtspunten in de communicatie met de verschillende secundaire doelgroepen aangegeven. Maatschappelijke organisaties en bedrijven in Leeuwarden: Aandacht voor herkenbaarheid raad als instituut, herkenbaarheid van fracties en hun standpunten daarbinnen, herkenbaarheid van het beleidsvormingsproces (inspraak en interactie) en de resultaten van beleid en antwoord op de vraag waar organisaties/bedrijven voor welke vragen moeten zijn. Pers: Communicatie is gericht op attenderen en informeren. Pers is intermediair om de primaire doelgroep te bereiken. College: Communicatie is gericht op informatie-uitwisseling en overleg. Aandacht voor de wijze waarop het college pro-actief informatie verschaft (informatieplicht), de raad actief om relevante informatie vraagt (en de wijze waarop deze verschaft wordt, duidelijkheid van voortgangsrapportages, e.d.) en de rolverdeling in de communicatie naar buiten. Ambtelijke organisatie: Communicatie is gericht op informatie-uitwisseling en overleg. Duidelijkheid van taken en verantwoordelijkheden van de griffie, richtlijnen voor aan te leveren stukken en informatie, e.d. Mede-overheden: Communicatie is gericht op informeren. Formele contacten lopen via het college. 3.3 Speciaal benoemde doelgroep Uit 'De stem van de burger' blijkt dat vooral jongeren, allochtonen en mensen met een lager inkomen vanwege hun geringe betrokkenheid bij de lokale politiek niet zijn gaan stemmen. Om op de langere termijn te bereiken dat meer Leeuwarders betrokken raken bij de lokale politiek, is het aan te raden extra aandacht aan deze bevolkingsgroepen te schenken. Als de raad één of meerdere van deze doelgroepen meer voor politiek wil interesseren en/of hen actief wil betrekken bij bepaalde beslispunten, is het raadzaam dat de raad in ieder geval de doelgroep jongeren (16- 24-jarigen) aanmerkt als speciaal benoemde doelgroep van de raad. Jongeren zijn namelijk het meest voor de politiek te winnen. Een deel van hen mag bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 voor het eerst gaan stemmen (en kan daarvoor nog enthousiast gemaakt worden door kennisoverdracht en vergroting van de 42 betrokkenheid). Een ander deel mocht in 2002 al stemmen, deed dit niet, maar is wel te winnen voor de politiek omdat uit landelijk onderzoek blijkt dat leeftijd een van de variabelen is die het sterkst van invloed zijn op de opkomst bij verkiezingen: naar mate men ouder wordt, is men eerder geneigd te gaan stemmen. Tot de groep jongeren behoren ook allochtone jongeren, zodat de raad zich indirect ook extra richt op de doelgroep allochtonen. 43

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 146