Blad 10 Tenslotte zal met de realisering van de geplande bebouwing een braakliggend bouwperceel worden ingevuld. De huidige groene inrichting (geen beplanting) verdwijnt. Inderdaad zal daarmee een uitlaatplaats voor honden verdwijnen. Dat is misschien te betreuren, wij kennen echter een groter belang toe aan de geprojecteerde bebouwing, waarmee een al jaren aanwezige maar stedenbouwkundig ongewenste situatie wordt opgeheven. Het is nimmer de bedoeling geweest hier een plantsoen o.i.d. in te richten. De gronden zijn uiteindelijk met gras ingezaaid om het lelijke straatbeeld, dat is ontstaan na "sloop" van de indertijd aanwezige bedrijfsbebouwing, te verzachten. Het ontbreken van opgaande beplanting maakt het terrein weinig geschikt voor nestelende vogels. Op grond van het vorenstaande achten wij de zienswijze van de heer Beima ongegrond. Voorts is tijdig een zienswijze ingekomen van Pro Rail te Zwolle. De brief is 3 maart 2005 verzonden. Het is een zo genaamde pro forma zienswijze, ingediend om de belangen te waarborgen zonder te beschikken over de desbetreffende stukken (lees bestemmingsplan)Pro Rail onderhoudt de diverse spoorlijnen ten behoeve van de vervoersmaatschappijOm te voorkomen dat zij daardoor in een nadeliger situatie belanden is de zienswijze opgesteld. Het gaat Pro Rail dan ook om een aantal algemene omgevingsaspecten, die van invloed kunnen zijn op de instandhouding en het gebruik van de spoorlijn. In dit geval de spoorlijn Leeuwarden - Groningen, die het plan aan de zuidkant begrensd. Gevraagd is om toezending van het ontwerpbestemmingsplan. Na beoordeling van dat plan is Pro Rail tot de conclusie gekomen dat er geen aanleiding is de pro forma ingediende zienswijze nader te motiveren. Bij brief d.d. 27 april 2005, kenmerk MJB/068/8Lwd/20516263 trekt Pro Rail de bij brief d.d. 3 maart 2005 ingediende pro forma zienswijze dan ook in. Ambtshalve aanpassingen Aanpassingen in de toelichting In verband met recent van kracht geworden nationale wetgeving is het van belang dat de toelichting van het bestemmingsplan daarop alsnog wordt aangepast. De aanpassingen in de toelichting van het bestemmingsplan zullen worden verwerkt nadat het bestemmingsplan is vastgesteld. De toelichting maakt, anders dan plankaart en voorschriften, immers formeel geen deel uit van het bestemmingsplan. Wel bevat de toelichting de motivering voor de keuzes die op de plankaart en in de voorschriften zijn gemaakt. Blad 11 Ten aanzien van de inhoud van de aanpassingen van de toelichting moet specifiek worden vermeld dat nog aandacht besteed moet worden aan het "Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen" en aan het "Besluit Luchtkwaliteit". Dit vanwege de verantwoording van de verschillende bestemmingen waarop genoemde besluiten van invloed kunnen zijn. In het navolgende wordt hierop kort ingegaan. De teksten vormen de basis voor de aanpassing van de toelichting van het plan. Besluit Externe veiligheid Inrichtingen Hierbij gaat het met name om het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) en het Besluit Luchtkwaliteit. Het Bevi betreft een regeling om individuen te beschermen tegen de kans op overlijden als gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen. Daarbij gaat de wetgever uit van de mate van risico die men loopt op dat overlijden ten gevolge van een ongeluk. Het individueel risico (IR) van een bepaalde activiteit is de kans per jaar op een bepaalde plaats, dat een continu daar aanwezig gedacht persoon die onbeschermd is, komt te overlijden als gevolg van een mogelijk ongeluk met die activiteit. Hierbij wordt uitgegaan van een kans van één op een miljoen op overlijden (10-6) Ook moet rekening gehouden worden met het "groepsrisico" Het groepsrisico is _de kans dat in één keer een groep mensen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De normstelling voor het groepsrisico heeft niet de status van een grenswaarde (zoals bij het IR, maar van een oriënterende waarde Voor het plangebied kan het volgende worden vermeld aangaande het onderwerp Externe Veiligheid. Ten eerste zijn er binnen het plangebied zijn geen inrichtingen gevestigd die vallen onder het Bevi. Wel zijn er een aantal verkoop punten van vuurwerk. Dergelijke inrichtingen vallen echter niet onder het Bevi, maar onder een specifiekere regeling, namelijk het VuurwerkbesluitDe in het plangebied voorkomende inrichtingen voldoen aan de voorschriften zoals gesteld in het Vuurwerkbesluit Ten tweede de invloed van bedrijvigheid buiten het plangebied. Dit omdat het industrieterrein Leeuwarden Oost grenst aan het plangebied. Na een inventarisatie van de hier aanwezige bedrijvigheid, bleek alleen de ammoniak- koelinstallatie bij de coöperatieve zuivelfabriek in het kader van het BEVI als risicozettende functie te worden aangemerkt Uit nadere informatie blijkt echter dat de betreffende koelinstallatie aan de zuidzijde van de spoorlijn ligt en dat de risicocontour voor het individueel risico op circa 65 meter rond de koelinstallatie loopt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 38