2. Be ijidsbegroting
2.2 De paragrafen, onderhoud kapitaalgoederen
2.2.3.e Groen
In 2000 heeft afstemming plaatsgevonden tussen de technische kwaliteiten via de beheersystemen en
de belevingskwaliteit van de burger. In 2001 heeft de gemeenteraad, op basis van "BOR in beeld",
bepaald welke onderhoudsniveaus voor de verschillende stadsdelen worden nagestreefd. Met
betrekking tot onderhoud openbaar groen, zwerfvuil- en onkruidbestrijding is voor de gebieden
binnenstad, kantorenhaak en (cultuurhistorische) parken de keuze gemaakt voor onderhoud op niveau
"hoog".
Voor de overige gebieden van de gemeente Leeuwarden, zoals o.a. de woonwijken en dorpen, de
wijkontsluitingswegen, de winkelcentra en bedrijventerreinen is gekozen voor de volgende
onderhoudsniveaus:
Onderhoud openbaar groen: niveau "basis",
zwerfvuilbestrijding: niveau "basis";
onkruidbestrijding op verhardingen: niveau "basis";
Omdat zaken als wisselende weersomstandigheden, stormschade, vernielingen en specifieke
gebruikerswensen van invloed zijn op de beheer- en onderhoudsactiviteiten, dient hierop zowel qua
onderhoud van het groen als financieel op een effectieve wijze te worden gereageerd. Een van de
maatregelen is het later uitvoeren van beheer- c.q. onderhoudsactiviteiten. Hierdoor daalt tijdens de
periode van uitstel het beeld van onderhoudniveau maar financiële tegenvallers worden voorkomen.
Vanaf 2004 is de structurele bezuiniging van 210.000 (excl. BTW) volledig geëffectueerd en zijn de
benodigde budgetvolumes van "Openbaar groen" structureel verlaagd. De aangegeven ombuiging is
opgevangen door de frequentie van een aantal activiteiten te verminderen en de daaraan gerelateerde
werkzaamheden zoveel mogelijk van het groeiseizoen naar het najaar te verschuiven. Het gaat hierbij
om de volgende activiteiten:
Snijden van graskanten langs verhardingen;
Maaien rondom obstakels in gazons;
Onkruidvrij houden van boomspiegels in verhardingen;
Maaien van bosplantsoen;
Klepelen in plaats van maaien (wekelijks) van de bermen langs de Camminghaburg, ten oosten
van het winkelcentrum.
In 2006 wordt een start gemaakt met de uitwerking van het groenbeheerplan. Deze systematiek sluit
aan bij "Schoon, heel en veilig". Regulier onderhoud kan op die manier op een meer planmatige wijze
gestuurd worden.
Relevante beleidsnota's
BOR in Beeld
Plan van aanpak - onkruidbestrijding op verhardingen
Bomenbeleidsplan
Groenbeleidsplan
2.2.3.f Gebouwen
Afdeling Vastgoed
De afdeling Vastgoed beheert en exploiteert een 130-tal objecten.
Deze panden kunnen als volgt worden getypeerd:
Woningen voormalig woningbedrijf 47
Diverse panden 35
Buurt- en clubhuizen: 25
Panden Harmoniekwartier 9
Overige objecten (molens, Oldehove etc) 9
Sporthallen/zwembaden 4
Multifunctionele centra 1
In de begroting voor 2006 is voor het dagelijks onderhoud een bedrag van 492.000 opgenomen.
Voor het planmatig (groot) onderhoud wordt in 2006 een bedrag van
160
Beleidsbegroting
2.2 De paragrateir. onderhoud kapstaalgoederetï
708.000 onttrokken uit de voorziening achterstallig onderhoud. De geraamde stand van de
voorziening ultimo 2006 bedraagt 832.000. Verder is het vermeldenswaardig dat in 2006 de
vervanging van de vloeren in de Harmonie zal worden uitgevoerd.
Daarnaast heeft de gemeente nog diverse kunstwerken in onderhoud en beheer. De
onderhoudstoestand van deze kunstwerken is geactualiseerd. Voor het onderhoud van de
kunstwerken is ca 24.000 per jaar beschikbaar
De voor de gemeentelijke bedrijfsvoering benodigde gebouwen verkeren in een redelijke staat van
onderhoud. Het stadhuis is na een grondige restauratie weer in goede staat.
Aan het einde van 2004 en in het begin van 2005 is de onderhoudssituatie van een tiental panden aan
inspectie onderworpen. Hieruit is gebleken dat bij deze panden de komende jaren extra
onderhoudsuitgaven noodzakelijk zijn om het achterstallig onderhoud weg te werken. De hiermee
gemoeide kosten worden in beeld gebracht. Een deel van deze werkzaamheden zal eind 2005/begin
2006 worden uitgevoerd.
Momenteel worden landelijk normen ontwikkeld voor de "Conditiemeting van bouw- en
installatiedelen" (NEN 2767). Zodra de ontwerp-normen een definitieve status hebben verkregen
zullen de onderhoudsnormen voor onze gebouwen hierop worden aangepast. Naar verwachting zal
met ingang van 2007 voor de overige panden een systeem van periodieke inspectie op basis van
deze normeringen worden ingevoerd. De (financiële) uitwerking van deze inspecties en het al eerder
gesignaleerde achterstallig onderhoud zal bij de programmabegroting 2007 aan de orde komen.
Een professionelere aanpak van het gemeentelijk vastgoedbeheer is, gelet op de gesignaleerde
problemen ten aanzien van het (achterstallig) onderhoud en de financiering daarvan, noodzakelijk. De
verdere vormgeving van een professionele vastgoedorganisatie zal in 2006 centraal staan.
Sector Jeugd en Onderwijs
Ook de sector Jeugd en Onderwijs binnen de Dienst Welzijn is een grote onroerend goed beheerder.
De boekwaarde van het scholenbestand bedraagt per ultimo 2006 ca. 98 min. Daarbij gaat het om
ca. 40 openbare en bijzondere scholen welke zijn gehuisvest in ca. 75 gebouwen met een
vloeroppervlakte van ruim 140.000 m2.
Het vastgoedbeheer van onderwijsgebouwen c.a. is een aparte tak van sport. Het beleid hierin is
goeddeels vastgelegd in de nota's "scholen onder dak" en de daarop gevolgde tussenrapportages en
uiteraard de door de gemeente vastgestelde 'verordening onderwijshuisvesting'. De samenwerking
tussen (autonome) schoolbesturen enerzijds en de gemeente anderzijds is daarbij essentieel voor het
behalen van beider doelen.
De gemeente is verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting van zowel primair, speciaal als
voortgezet onderwijs. Er wordt gewerkt met meerjarenonderhoudsplannen voor dat onderhoudsdeel
waarvoor de gemeente wettelijk verantwoordelijk is, namelijk het instandhouden van de "schil" van het
gebouw. De schoolbesturen krijgen daartoe van de gemeente jaarlijks de vergoeding voor het
uitvoeren van de in de jaarschijven opgenomen voorzieningen (ca. 0,3 min per jaar). Met ingang van
1 januari 2005 is de wettelijke bepaling van kracht waarbij schoolbesturen van het voortgezet
onderwijs zowel voor de binnenkant alsook voor de buitenkant van het gebouwenonderhoud
verantwoordelijk zijn.
Zoals hiervoor al aangegeven: de gebouwen waarin het voortgezet onderwijs plaatsvindt, zullen de
komende jaren worden vernieuwd (Piter Jelles, Comenius). (Achterstallig) onderhoudsproblematiek is
hier dan ook niet uit te verwachten. De onderhoudstoestand van vooral de primair onderwijsgebouwen
is redelijk. De komende jaren proberen wij om daar in gezamenlijke inspanning met de schoolbesturen
een verbeterslag aan te brengen. In 2006 zullen wij een inhaalslag plegen met betrekking tot het
onderhoud van de aan onderwijs gelieerde gymnastiekvoorzieningen. Daartoe is in het programma
2006 1.000.000,00 vrijgemaakt.
De onderhoudstoestand van de gebouwen van het speciaal onderwijs is slecht. Met de besturen van
zowel de REC3 als de RENN4 scholen zijn inmiddels afspraken gemaakt over het te voeren
huisvestingsbeleid de komende jaren.
161