2. Beleidsbegroting 2.1 -. v paragrafen: Financiering Een grove benadering geeft het volgende beeld van het intern liquiditeitenbeheer. Bedragen per kwartaal x 1 min Kasgeldlimiet 1ekw 2e kw 3ekw 4ekw Omvang begroting per 1 januari 2006 343,3 343,3 343,3 343,3 1 Toegestane kasgeldlimiet 8,5 8,5 8,5 8,5 In procenten van de grondslag 29,2 29,2 29,2 In bedrag 29,2 2 Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden 1 jaar Overige vlottende schuld 0,0 0,0 26,2 12,9 0,0 0,0 0,0 0,0 3 Vlottende middelen 8,6 2,6 0,0 0,0 Toets kasgeldlimiet 4 Totaal netto vlottende schuld (2 - 3) -8,6 -2,6 26,2 12,9 Toegestane kasgeldlimiet (1) 29,2 29,2 29,2 29,2 Ruimte (+)/Overschrijding (-):(1 -4) +37,8 +31,8 +3,0 +16,3 2.2.4.g Financieringsstrategie Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen wordt uitgegaan van integrale financiering. Dat wil zeggen dat steeds gekeken wordt naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Bij de huidige verwachtingen over de rente-ontwikkeling wordt eerst maximaal met kort geld gefinancierd. Pas wanneer de kasgeldlimiet (de limiet die aangeeft wat maximaal kort gefinancierd mag worden) wordt genaderd, wordt overgegaan tot het aantrekken van middelen op lange termijn. De termijn wordt daarbij bepaald door de lange termijn financieringsplannning. Voor het jaar 2006 wordt verwacht dat wij voor 30 min aan geldleningen moeten opnemen. In de Financiële verordening Leeuwarden 2005 is bepaald dat het college gemachtigd is tot 25% van het begrotingsvolume aan langlopende geldleningen aan te trekken. Voor 2006 is dit bedrag dus 343,3 min x 0,25 85,9 min. De geraamde opname van 30 min valt hier dus ruim onder. Mutaties portefeuille opgenomen leningen (x€ 1 min) Omschrijving Bedrag Gemiddelde Invloed op gemiddelde in euro's Rente rente Stand op 1 januari 2006 174,8 4,95% Nieuwe leningen 30,0 5,50% 0,08% Reguliere aflossingen -11,0 4,95% 0,01% Vervroegde aflossingen 0,0 0,00% 0,00% Renteaanpassing (oud percentage) -7,2 6,06% -0,05% Renteaanpassing (nieuw percentage) +7,2 5,50% 0,03% Stand per 31 december 2006 193,8 5,02% 0,07% 2.2.4.h Kasbeheer De gemeente werkt met een drietal banken: de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), de Postbank en de Frieslandbank. Hoofdbankier is de BNG, de beide andere bankrelaties worden vooral aangehouden als service naar de klanten. Saldi op deze rekeningen worden afgeroomd ten gunste van de BNG rekening. Over de condities van deze bankier wordt regelmatig onderhandeld, daarbij worden ook de condities van andere banken meegewogen. Op grond van de Financiële verordening Leeuwarden 2005 zijn wij gemachtigd overeenkomsten voor een kortkrediet faciliteit aan te gaan tot een bedrag van twee maal de kasgeldlimiet. Voor het jaar 2006 is dit een bedrag van 58,4 min (2 x 29,2 min). 164 2. Beleidsbegroting 2.2 Da paragrafen: Financiering De gemeente voert een actief debiteurenbeheer, gericht op het snel incasseren van vorderingen en een correct betalingsgedrag, dat wil zeggen betalen op de uiterste vervaldag tenzij door betalingskortingen snel betalen voordeliger is. Een en ander is verankerd in het Financieringsbesluit 2005. Het beheer van de bankrekeningen gebeurt centraal, eventueel overtollige middelen worden tijdelijk uitgezet. De verwachting is dat in het begrotingsjaar geen overtollige middelen van betekenis zullen zijn. Om toch snel te kunnen reageren indien er wel tijdelijk overtollige middelen zijn, worden overtollige kasmiddelen uitgezet met inachtneming van wat hieromtrent is bepaald in de Financiële verordening Leeuwarden 2005 en het Financieringsbesluit 2005. 2.2.4.i Administratieve organisatie Geldverkeer vereist een goede administratieve organisatie. Er is dan ook een duidelijke functiescheiding tussen de beheerfunctie (de treasuryfunctie) en de registrerende functie (Centrale Financiële Administratie). Bij het aantrekken van nieuwe leningen is naast de treasurymanager de sectormanager Financiële Dienstverlening betrokken en in sommige gevallen ook nog de concerncontroller. 2.2.4.j Informatievoorziening. Over de uitvoering van de financieringsfunctie zal verslag worden gedaan in de jaarstukken. Hierbij zal dezelfde indeling worden aangehouden als in deze financieringsparagraaf. In de loop van het jaar zal in de turap een indicatie worden gegeven van de ontwikkeling van het renteresultaat en van de houdbaarheid van de veronderstellingen waarvan in deze financieringsparagraaf is uitgegaan. 165

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2005 | | pagina 427