2. Beleidsbegroting
2.2 De prsragrafen: Grondbeia
samenwerkingsverbanden
De samenwerkingsverbanden "Blitsaerd", "De Zuidlanden" en "3 Pius" genereren op korte
termijn geen winst of winstuitkeringen, hoewel destijds het idee was dat de ontwikkeling van
Blitsaerd en De Zuidlanden bij konden dragen aan de financiële positie van het grondbedrijf,
en daardoor afdracht aan de algemene reserve mogelijk zou zijn. Wel zijn contractueel
bijdragen vastgelegd voor Groningerstraatweg 1,8 miljoen) en De Haak 11,3 miljoen) en
bijdragen voor de reserve bovenwijkse voorzieningen (totaal 34 miljoen). Op lange termijn
(na 2013) is wellicht winstuitkering vanuit met name Blitsaerd te verwachten. Aangezien het
marktsegment heel specifiek is en de ontwikkeling pas gestart is, is het te vroeg om hier
concrete uitspraken over te doen.
Diverse locaties in de binnenstad zijn onderdeel van de overeenkomst met PPS 3 Plus. De
verschillende projecten worden pas aangevangen als er een sluitende begroting exploitatie
mogelijk is. In de overeenkomst is opgenomen dat positieve resultaten zullen worden gebruikt
om "negatieve" projecten aan te vullen.
gebieden in ontwikkeling
Van de aangekochte gronden bij de dorpen Wytgaard en Wirdum worden op dit moment de
ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht. Ontwikkeling op korte termijn kunnen de rentelasten
op de verwervingen beperken. Spoedige ontwikkeling is afhankelijk van de snelheid waarmee
de uiteindelijke kavels verkocht kunnen worden en van de provinciale richtlijn voor
woningbouw bij de dorpen.
De verworven gronden voor Zwettepark Noord en Newtonpark lil zullen op korte termijn niet
ontwikkeld kunnen worden. Dit betekent dat de rentetoevoegingen die resulteren in een te
hoge boekwaarde ten opzichte van de marktwaarde, jaarlijks afgewaardeerd moet worden.
Overigens betekent het op deze wijze waarderen van grond niet per definitie dat er in de
toekomst een sluitende grondexploitatie mogelijk is. De ervaring leert namelijk dat voor een
industrieterrein bijna altijd subsidies noodzakelijk zijn om tot een sluitende grondexploitatie te
komen.
Concluderend kan gezegd worden dat de komende jaren de reserve grondexploitaties afhankelijk is
van de economische conjunctuur en de gekozen oplossing voor de dekking van het tekort in
Zuiderburen. Beoordeling of afdracht aan de algemene reserve en het SIOF plaats kan vinden, zal
daarom jaarlijks nagegaan worden.
178
2. Beleidsbegroting
2.2 De paragrafen: Strategisch investerings en Ontwikkelingsfonds
2.2.8 Strategisch Investerings- en OntwikkeiingsFonds
De raad heeft bij vaststelling van de Perspectiefnota 2000 het Strategisch Investerings- en
OntwikkeiingsFonds (SIOF) ingesteld.
Doel van het SIOF is het realiseren van strategische lange termijn doelen van de gemeente
Leeuwarden door middel van duurzame, effectieve, rendabele, structuurversterkende investeringen in
de:
hoofdinfrastructuur (weg, water, spoor, lucht, telecommunicatie, terminals);
economische infrastructuur (bedrijfslocaties (nieuw en revitalisering)) en investeringen in
projecten ten behoeve van voor Leeuwarden belangrijke economische sectoren als agri-nutri,
diensten, ICT, kennis, detailhandel/toerisme (in relatie daarmee ook binnenstad);
woningmarktversterkende infrastructuur (m.n. herstructurering; er wordt namelijk vanuit
gegaan dat woningbouwlocaties zoveel mogelijk rendabel (evt. met behulp van externe
subsidiestromen) zijn qua exploitatie);
sociale infrastructuur.
In het collegeprogramma is opgenomen dat het SIOF alleen opengesteld dient te worden voor
strategische investeringen die prioriteit hebben gekregen in de Stadsvisie en het GWP. Dit criterium
is toegevoegd aan de al door de raad vastgestelde criteria.
De besluitvorming over de inzet van middelen van het investeringsdeel gebeurt door de
gemeenteraad, doorgaans bij de vaststelling van de programmabegroting, op voorstel van het college
van Burgemeester en Wethouders. In incidentele gevallen kan het college van B&W besluiten
tussentijds een voorstel aan de gemeenteraad te doen om middelen uit het fonds in te zetten.
Gelet op de gewenste flexibiliteit is door de gemeenteraad vastgesteld, dat ten aanzien van het
ontwikkelingsdeel van het SIOF, het college van B&W (na instemming van de commissie Bestuur en
Middelen) ook gemandateerd is om tussentijds uitgaven te doen, mits ze vallen binnen de gestelde
criteria en binnen de maxima die gesteld zijn aan dit deel van het fonds.
In deze paragraaf is een overzicht opgenomen van het SIOF met de volgende tabellen:
Samenvattend overzicht;
Voeding;
Ontwikkelingsdeel;
Investeringsdeel.
De volgende mutaties zijn in het SIOF doorgevoerd:
De Wet op het BTW-compensatiefonds is 1 januari 2003 in werking getreden. In verband hiermee is
vastgesteld dat de gereserveerde investeringsbedragen voor hoofdinfrastructuur (de Haak) en voor
overige projecten vanaf 1 januari 2003 afgeroomd kunnen worden met respectievelijk 10 en 16
Indien en voor zover de BTW compensabel is, wordt een lager beslag op de middelen gelegd.
Hierdoor neemt het bestedingsvolume van het SIOF toe. Dit is een inschatting. Indien blijkt dat een
kleiner percentage van de BTW verrekenbaar of compensabel is, zullen de gereserveerde bedragen
in het SIOF aangepast worden.
Voeding SIOF
Het SIOF is grotendeels gevuld met de boekwinsten uit de verkoop van aandelen in nutsbedrijven.
Door uitbetaling van grote bedragen voor investeringen (o.a. voor Stedelijke Vernieuwing en de
binnenstad) en een aantal reserveringen voor grote investeringen (o.a. voor hoofdinfrastructuur (de
Haak en NoordwesttangentKenniscampus en de Magneetzweefbaan (MZB)) is de bodem van het
SIOF in zicht. Eind 2010 is nog ca. 2,7 min beschikbaar in het investeringsdeel van het SIOF
(hierbij is nog geen rekening gehouden met de BTW die mogelijk gecompenseerd kan worden) van de
in totaal ca. 66 min die in het fonds zijn c.q. nog worden gestort tot en met 2010. Van de meeste
projecten is op dit moment nog niet duidelijk of en in welke mate de BTW gecompenseerd kan
worden. In het ontwikkelingsdeel van het SIOF is eind 2010 nog ca. 0,56 min beschikbaar.
Het is van groot belang dat de investeringen, nodig voor de strategische ontwikkeling van de stad
zoveel mogelijk kunnen doorgaan. Ook is het noodzakelijk dat er SlOF-middelen beschikbaar zijn om
co-financiering door vooral de provincie voor gemeentelijke strategische projecten mogelijk te maken
in het kader van het Stadsconvenant. Dit voorjaar heeft de raad een actualisatie van dit
stadsconvenant vastgesteld. Indien de gemeente geen c.q. onvoldoende middelen kan bijdragen aan
de strategische investeringsprojecten, zal de provincie niet bereid zijn voor het stadsconvenant
179