Nota grondbeleid
Bij de bedrijventerreinen treedt de gemeente op als ontwikkelbedrijf. Zij voert hier een actief
grondbeleid, mede doordat de marktperspectieven voor marktpartijen niet erg hoog ingeschat
worden in relatie tot het risicoprofiel.
Het kunnen voeren van een actief grondbeleid wordt bepaald door het risico dat men bereid is
te lopen. Met inachtneming van de lopende PPS-contracten zal de gemeente waar mogelijk
een actief grondbeleid voeren en zodoende de rol van de gemeente als ontwikkelbedrijf verder
gestalte geven. Hierbij is het aanhouden van een ontwikkelbudget noodzakelijk.
Deze beleidslijn correspondeert met de adviezen van Noordanus inzake de ontwikkeling van
de woningbouw in Leeuwarden.
Gezien de financiële positie van de reserve grondexploitaties is het zaak dat strategische
aankopen en stedenbouwkundige ontwikkelingen vooraf worden voorzien van een
planeconomische analyse (rekenen en tekenen gelijk op). Met andere woorden er moet enig
perspectief zijn op een sluitende of winstgevende exploitatie, of er moeten vooraf
compensatiemiddelen worden aangewezen voor projecten die zo belangrijk zijn en door
moeten gaan ondanks het feit dat geen zicht bestaat op een sluitende grondexploitatie.
Het uitgangspunt wat bijvoorbeeld nog voor Zuiderburen gold: streven naar kwaliteit en
budgetneutrale exploitatie is voldoende, wordt nu geformuleerd als rekenen en tekenen gelijk
op, kwaliteit moet betaalbaar zijn, marktconformiteit is een must en winst maken mag.
Het voeren van een actieve grondpolitiek zal zich vooral binnen de bestaande stad
concentreren. In de uitleggebieden zijn immers langjarige PPS contracten afgesloten. Wil men
als ontwikkelbedrijf buiten de PPS-terreinen kunnen (blijven) opereren, zoals bij City-FEC en
de revitalisering bedrijventerreinen, dan zullen (delen) van winsten uit deze PPS-constmcties
(Blitsaerd, De Zuidlanden) bij moeten dragen aan de Reserve grondexploitaties. Deze winsten
komen echter pas op lange termijn beschikbaar vanwege de nog lopende risico's, na het
afronden van het project. Binnenstedelijke invullingen zijn zelden met een positief resultaat af
te sluiten en zullen daardoor ook niet substantieel kunnen bijdragen aan de reserve
grondexploitaties.
Een mogelijke kansrijke ontwikkeling is om in samenwerking met andere partijen
(bijvoorbeeld Provincie, Stichting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden) de herontwikkeling van
opstallen in bestaande (industriële) gebieden (Leeuwarden West) ter hand te nemen in
combinatie met revitaliseringsvraagstukken. Door te kiezen voor een brede aanpak is het
eerder mogelijk de daarvoor noodzakelijke financiële middelen te genereren.
De te geringe voorraad van direct beschikbare bedrijventerreinen vraagt in de komende tijd
om een blijvende (extra) actieve rol van de gemeente.
De grondexploitatie beschikt per eind 2004 over een reserve van 10,9 miljoen (cijfers
geactualiseerd t.o.v. de nota financiële positie 2004). Op basis van een risicoanalyse wordt dit
bedrag als weerstandsvermogen voor de grondexploitatie als minimaal noodzakelijk
aangemerkt. Dit betekent dat er feitelijk geen financiële middelen beschikbaar zijn om aan het
besluit van de gemeenteraad, jaarlijks een bedrag van 0,9 miljoen aan de algemene dienst af
te dragen, tegemoet te komen. Bij het vaststellen van de jaarrekening zal op basis van het
daarin opgenomen financiële meerjarenperspectief worden bezien of middelen aanwezig zijn
die aan de algemene dienst kunnen worden uitgekeerd. Het uitkeren van deze eventuele
middelen zal daarbij worden afgezet tegen de mogelijk gewenste algemene inzet voor de
ontwikkeling van Leeuwarden als woonstad.
5
Nota grondbeleid
De bedrijfsvoering binnen de gemeente en in het bijzonder de dienst Stadsontwikkeling en -
beheer dient onder meer afgestemd te zijn op de verwezenlijking van de doelstellingen van de
Nota Grondbeleid.
Doelstellingen en uitgangspunten grondbeleid
In de Nota Grondbeleid wordt de algemene doelstelling voor het gemeentelijk grondbeleid
vertaald in verschillende doelstellingen en uitgangspunten. Deze staan hieronder weergegeven
in de volgorde zoals deze in de nota aan de orde komen:
1. Opereren als een ontwikkelingsbedrijf d.w.z. uitvoeren van een actieve grondpolitiek
van ontwikkellocaties voor woningen kantoren en bedrijven
2. Rekenen en tekenen moet gelijk opgaan, kwaliteit moet betaalbaar zijn, marktconform
opereren moet en winst maken mag.
3. Leidraad voor het ontwikkelen van woningbouw is het woonplan. Door middel van het
grondbeleid zullen de kavelprijzen hierop worden afgestemd
4. Aan experimenten wordt alle ruimte gegeven onder voorwaarde dat deze geen effect
hebben op de marktconforme grondprijs, danwel het tempo van uitgifte.
5. Aanhouden van een ontwikkelbudget van 50.000,— te dekken uit de Reserve
Grondexploitaties om vorm te kunnen geven aan onderzoeken tb.v. nieuwe
ontwikkelingen.
6. Snelle vormgeving van de planontwikkeling in de kantorenhaak middels samenwerking
met marktpartijen.
7. Handhaven van het bestaande actieve grondbeleid bij realisatie van bedrijventerreinen
waarbij prioriteit gegeven wordt aan de ontwikkeling van Businesspark TV en
Newtonpark fase 4.
8. Verkoop van gronden tegen marktconforme prijzen waarbij het nettoresultaat ten
gunste komt van de reserve grondexploitaties tenzij hierover expliciet anders wordt
besloten.
6