Wat willen we bereiken? Effecten Effecten 2. Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan: Programma Poïitiek bestuur (9) Algemeen strategisch doel: Een transparant, effectief en samenwerkend politiek bestuur Strategische hoofddoelen Een goede volksvertegenwoordiging en controle door de raad. Heldere hoofdrichtingen voor het vaststellen van het beleid. Een conforme uitvoering en uitwerking (door het College). Bundeling van krachten. Toelichting op de strategische doelen: In de hoofddoelen komt de relatie tussen het politiek bestuur en zijn omgeving (burgers, instellingen, bedrijven en andere overheidsorganen) duidelijk naar voren. Naast de strategische doelen, die min of meer voortvloeien uit de rollen van de gemeenteraad en het college, is het strategisch hoofddoel 'bundeling van krachten' opgenomen. Dit doel heeft vooral betrekking op de verhouding van de gemeente met andere overheden: regio, provincie, rijk en Europa. Ook de meer algemene inspanningen op dit gebied vallen onder het programma politiek bestuur. Binnen het programma politiek bestuur bestaat een heldere taakverdeling tussen de gemeenteraad en het college van b&w, gericht op korte en zorgvuldige besluitvorming en efficiënte werkzaamheden. Deze werkwijze van de gemeente is verwoord in "De goede dingen goed doen". Nulme ting 2007 2008 2009 2010 1 Volksvertegenwoordiging A Professionele raad en raadsleden Indicator: Goede kwaliteit van de vergaderingen Goede kwaliteit van besluitvorming (Wordt gemeten middels vragenlijst voor raadsleden, wethouders, ambtenaren, (virtuele) bezoekers raadsvergadering. En middels digitale burgerpanels en burgervisitatiepanel.) Nulme ting najaar 2006 B Een goede publieke verantwoording Indicator: Aantal bezoekers Website gemeenteraad (ook tijdens raadsvergaderingen) Opkomst verkiezingen (percentage) (tegenover G30 percentage) Plaats van de gemeentelijke website op de lijst Overheid.nl Monitor Nog te meten +4,6% (2002) 132 <70 <65 <60 >5% (2006) <55 Heldere hoofdrichtingen C Leesbare en toegankelijke beleidsuitgangspunten (kaderbrief, programmabegroting, jaarstukken en beleidsnota's) Indicator: Het percentage raadsleden dat de o Kaderbrief; o Programmabegroting: o Jaarstukken; o Beleidsnota's als begrijpelijk typeert. Nulme ting in 2003 56% 61% Nog te meten 60% 65% 65% 70% 108 2. Esleidsbsgroting 2.1 Programmaplan: Programma Politiek bestuur (9) Nulme 2007 2008 2009 2010 ting D Een goed geïnformeerde raad en een goed informerend college. Indicator: Het percentage raadsleden dat de ontvangen informatie Nulme als voldoende en bruikbaar beschouwt. ting in Het percentage raadsvragen dat binnen de najaar afhandelingtermijn wordt beantwoord. 2006 ~w Betrokkenheid van de burgers bij het ontwikkelen van beleid. Indicator Het aantal hoorzittingen en wenseninventarisaties 5 >5 >5 >5 >5 voorafgaande aan beleidsontwikkeling. percentage burgers, dat vindt dat zij tijdig wordt betrokken 14% 25% 35% 50% 65% bij het ontwikkelen van beleid. (2005) de waardering van burgers over de mate waarin de 4.5 5.0 5.5 6.0 7.0 gemeente overlegt met de bevolking over haar plannen (2003) Het percentage burgers dat vindt dat zij invloed kan 54% 60% 62% 65% 70% uitoefenen op het gemeentelijk beleid. (2003) uitvoering en uitwerking in overeenstemming met hoofdrichtingen F Goed functionerende planning control cyclus. Effectieve en efficiënte uitvoering van de programmabegroting. De conclusies uit de jaarstukken zijn input voor het richtinggevend debat. Nulme Indicator: ting de mate van waardering van de raad najaar de mate waarin de effecten uit de programmabegroting 2006 worden gerealiseerd, (meetinstrument wordt ontwikkeld) Uitkomst kwaliteitsonderzoek van de Lokale Rekenkamer Op B.V. naar de inzet en gebruik van de Programmabegroting dracht en Jaarstukken. wordt v/o r VCl" strekt Bundeling van krachten G Maximale benutting van middelen van partners en gericht werken met partners. Indicator: Percentage van een doelgroep waarbij Leeuwarden een goede naam heeft, (wordt gemeten i.h.k.v. Expeditie Leeuwarden, nulmeting in 2001) o Bij Leeuwarders 30% 40% 45% 50% 50% o Bij Friezen 28% 30% 35% 40% 45% o Bij inwoners van de randstad 58% 60% 63% 65% 65% Percentage van beschikbare middelen uit het GSB dat is 100 ingezet. Percentage van beschikbare middelen uit het Stadsconvenant dat is ingezet. 90% 90% 90% 90% Aantal projecten/initiatieven waarvoor door gezamenlijke inzet middelen worden gegenereerd (Regiovisie). 4 4 4 Aantal aangevraagde Europese subsidies en aantal hiervan gehonoreerde Europese subsidies voor gemeentelijke projecten. (Nulmeting 2000-2006: voor 7 gemeentelijke projecten europese subsidie, 1 nog in behandeling. 109

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 106