Wat willen we bereiken? Effecten I Veiligheid en openbare orde 2. Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10) Algemeen strategisch doel: Een veilig Leeuwarden, voor zowel bewoners, bezoekers als bedrijven en zowel objectief (afname incidenten) ais subjectief (veiiigheidsbeleving van bewoners) Strategische hoofd doelen Veiligheid en openbare orde Minder veelplegers en minder door hen veroorzaakte kleine criminaliteit (MOP, kadernota IV). Aanpak van huiselijk geweld, leidend tot een vermindering van (de herhaling van) huiselijk geweld (MOP). Minder overlast op straat veroorzaakt door personen (waaronder jongeren, dak- en thuislozen, verslaafden) (MOP, kadernota IV) Minder criminaliteit (o.a. door minderjarigen) in risicogebieden en in de woonomgeving (MOP, kadernota IV Brandweer Brandweerzorg en hulpverlening voor de bewoners en bezoekers van de gemeente Leeuwarden. Het voorkomen van incidenten. Toelichting op strategisch doel en hoofddoelen: Veiligheid en openbare orde Gemeentebreed wordt prioriteit gelegd bij de aanpak van veelplegers, overlast veroorzaakt door dak en thuislozen en jongeren, jeugdcriminaliteit en (huiselijk) geweld. Dat heeft zijn weerslag op wijk niveau. Het is noodzakelijk om maatwerk te leveren in wijken of zelfs in buurten en straten. Een doelgroepgerichte en persoonsgerichte daderaanpak en een gebiedsgerichte benadering vormen hierbij de invalshoek, niet de delicten. Onder het hoofddoel minder criminaliteit wordt ook de vermindering van criminaliteit en uitval van risicojongeren uit het sociaal systeem geschaard, in eerste instantie gericht op Antilliaanse en allochtone jongeren en jong volwassenen in Leeuwarden. Het bovenstaande betreft doelstellingen uit het meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP) in het kader van het Grote Stedenbeleid en uit de op 29 maart 2005 door de raad vastgestelde Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2005-2009. De aanpak is verder vastgelegd in diverse actieprogramma's die lopen van 2005 t/m 2009. Deze programma's en de evaluatie eind 2006 worden vastgesteld door B&W en zijn vooraf besproken met diverse maatschappelijke organisaties, politie, justitie en de gemeenteraad. Uiteraard levert het werkveld ook input voor deze programma's. Brandweer De dienst Brandweer draagt zorg voor de brandveiligheid en hulpverlening van de bewoners en de bezoekers van de gemeente Leeuwarden. De brandweer werkt op twee verschillende wijzen aan het hoofddoel. De meest bekende wijze is het bestrijden van incidenten nadat deze zich hebben voorgedaan. Randvoorwaarden hiervoor zijn goed opgeleid en geoefend personeel en materieel conform landelijke richtlijnen en nazorg. In termen van de veiligheidsketen gaat het hierbij om repressie - het bestrijden van incidenten - en preparatie, het voorzien in voorbereidende maatregelen voor een adequate bestrijding van branden, zware ongevallen en rampen. Nazorg houdt in het bespreken van schokkende gebeurtenissen in het bedrijfsopvangteam en het uitruk gereed maken van brandweermaterieel na een inzet. De tweede werkwijze - het voorkomen van incidenten - is in de laatste decennia steeds belangrijker geworden. In de veiligheidsketen worden hierbij de termen pro-actie, het voorkomen of wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid en preventie, het voorkomen van directe oorzaken van brand en het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen daarvan, gebruikt. 116 2. Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan: Programma Veiligheid, openbare orde en handhaving (10) Nulme ting 2007 2008 2009 2010 A Daling van het aantal veelplegers (MOP) Indicator: Percentage waarmee de kleine criminaliteit veroorzaakt door veelplegers daalt Het percentage minderjarige veelplegers dat een nazorg en/of resocialisatietraject succesvol afrondt. Het percentage volwassen veelplegers dat een nazorg en/of resocialisatietraject succesvol afrondt Het percentage volwassen overlastgevende en ordeverstorende veelplegers waarvoor een zgn. VAV-traject wordt aangeboden ten opzichte van het totale aantal geregistreerde volwassen overlastgevende en ordeverstorende veelplegers. Reali satie 2006 wordt als nul meting ge bruikt. 15% 40% 40% 45% 20% 45% 45% 45% 25% 50% 50% 45% 25% 50% 50% 45% B Vermindering overlast in de eigen woonomgeving door drugs, alcohol e.d. Indicator: Het percentage van de bevolking op wijkniveau dat aangeeft de afgelopen 12 maanden in de eigen woonomgeving overlast te hebben ervaren van drugsgebruikers, drugsdealers, alcoholisten en/of 'enge' mensen. Vrijheidswijk Oranjewijk/Tulpenburg Binnenstad 43% 35% 44% 32% 30% 37% 30% 30% 35% 30% 30% 30% 30% 30% 30% C Minder overlast door jongeren en jeugdgroepen (MOP) Indicator: Het aandeel van de bevolking dat aangeeft de afgelopen 12 maanden in de eigen woonomgeving regelmatig en vaak overlast te hebben ervaren van rondhangende jongeren. 16% 13% 12% 11% 11% ~D~ Veilige wijken. Veiligheidsindex (monitor) (monitor: de gemiddelde veiligheidsituatie uitgedrukt in rapportcijfer) 6,71 7,0 7,1 7,2 7,2 Indicator: De cijfers van de door Leeuwarden ontwikkelde veiligheidsindex, een door de gemeente in samenwerking met het rijk ontwikkelde indicator (indeling wijken in rood, geel, blauw en groen). Rood: Geel: Blauw Groen: 2 7 11 7 1 4 14 8 O.b.v. ana lyse 2007 O.b.v. ana lyse 2008 O.b.v. ana lyse 2009 Lage criminaliteit onder Antilliaanse jongeren. (MOP) Indicator: Het percentage Antilliaanse jongeren dat in een traject zit en deze succesvol afrondt 15 tra jecten 60% 60% 60% 60% 117

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 110