2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan; Programma Milieu, Energie en Water (13)
1 Effecten
Nulme
ting
2007
2008
2009
2010
D3
Duurzaam bouwen
Indicator:
Het percentage van de projectmatig gebouwde
nieuwbouwwoningen dat voldoet aan de gemeentelijke
lijst duurzaam bouwen.
Nvt
60%
80%
90%
90%
Water
E1
Gemeentelijk kader; moet leiden tot herbenoeming van de
effecten
E2
Aantrekkelijk woon- en werkklimaat als gevolg van water.
Indicator:
Wordt nader bepaald
I Lijkbezorging
G
Voorzien in de teraardebestelling, crematie van een stoffelijk
overschot indien niemand daar in voorziet
Alle
geval
len
alle
geval
len
Alle
geval
len
Bedrijven
H1
Geen onacceptabele gevolgen voor het milieu en gezondheid
Indicator:
Percentage bedrijven dat voldoet aan het wettelijk regime
(bij de 2e hercontrole)
2003
70%
90%
90%
90%
90%
H2
De gemeente voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria van
VROM
Indicator:
Percentage van de gestelde Kwaliteitscriteria VROM
waar de gemeente aan voldoet
2003
65%
100%
100%
100%
100%
Bodem, geluid en lucht
Bodem
11
De bodemsaneringsoperatie is voor 2030 beheersbaar, dwz
de milieuhygiënisch urgente locaties zijn gesaneerd en
bodemvervuiling is geen stagnerende factor meer in de
stedelijke ontwikkeling.
Indicatoren bodemsanerings-prestatie -eenheden (MOP)
Aantal onderzoeken
Aantal saneringen
Aantal bpe's (bodemsaneringsprestatieeenheden)
2003
(aantal
onderz
oeken
2002)
127
6
5250
125
5
27000
125
5
27000
125
5
27000
125
5
27000
12
Verantwoord hergebruik van vrijkomende grond)
Indicator:
Aantal meldingen/controles
2003
79
80
80
80
80
13
De bodemkwaliteit is bekend en geschikt voor (beoogd)
locatiegebruik of-functie
Indicator:
Bodemtoets bij alle aanvragen bouwvergunning
Bodemtoets bij alle grondtransacties
Beoordeling bodemkwaliteit nutstracés
Aantal saneringslocaties met toezicht en handhaving
2003
(san.loc
2004)
330
916
87
12
330
900
100
5
330
900
100
5
330
900
100
5
330
900
100
5
14
Zo groot mogelijke marktbijdrage
Indicator
De verhouding tussen de geinvesteerde saneringskosten
door derden en de bijdrage uit ISV middelen
2004
2:1
3:1
3:1
3:1
3:1
Geluid
J1
Nieuwe geluidhindersituaties worden voorkomen
Indicator:
Percentage dat voldoet aan de geluidnorm conform de
wet geluidhinder/bouwbesluit
100%
100%
100%
100%
J2
Situaties waar ernstige geluidhinder optreedt worden voor
2020 gesaneerd.
Indicator:
Aantal gesaneerde woningen per jaar van de A- en
raillijstwoningen
1999
61
wonin
gen
3
3
2
2
142
2. Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan; Programma Milieu, Energie en Water (13)
Effecten
Nulme
2007
2008
2009
2010
ting
I Lucht
J3
De luchtkwaliteit in Leeuwarden voldoet aan de normen in het
Besluit Luchtkwaliteit.
Indicator:
Percentage dat voldoet aan de norm
2002
100%
100%
100%
100%
I Milieucommunicatie
K1
Milieubewustwording en gedragsverandering
Indicator:
Resultaten op projectnivo Energieverbruik reductie van
restafval/C02/ water (weddenschap)
I Voorziening honden
L
Minder ergernis bij burgers m.b.t. hondenpoep
Indicator:
Percentage aantal burgers dat zich ergert aan
hondenpoep
(2005)
56%
50%
45%
45%
45%
Ongediertebestrijding, afvoer kadavers
M
Geen gevaar voor de volksgezondheid
Indicator:
percentage kadavers dat wordt afgevoerd
Percentage afgehandelde meldingen (voor rattenoverlast)
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Stand van zaken
Afval
Het afvalbeleid kent twee centrale doelstellingen: meer gescheiden inzameling annex hergebruik en
een kostenstijging die beperkt blijft tot de gemeentelijke indexering. Op beide punten wordt in 2007 op
een kleine vooruitgang gerekend. Het heeft enkele jaren geduurd, maar het geformuleerde beleid in
het Plan van aanpak afval 2002-2006 werpt nu duidelijk vruchten af. Dankzij de nieuwe milieustraat,
de nieuwe ondergrondse containers voor glas en papier en de consequente voorlichting is de
afvalscheiding aanzienlijk toegenomen en begint met 47 in 2005 in de buurt te komen van de
doelstelling van 50% van het Plan van aanpak. Een positieve ontwikkeling, zowel voor het milieu
(hergebruik in plaats van eindverwerking) ais voor de financiën (hergebruik is goedkoper dan
eindverwerking, hetgeen leidt tot lagere kosten, mits de inzamelkosten niet onevenredig toenemen). In
2007 is nog een kleine verdere stijging van de gescheiden inzameling annex hergebruik te verwachten
onder invloed van de nieuwe aanpak van de papierinzameling. Zonder nieuwe maatregelen is daarna
geen verdere vooruitgang te verwachten die zou kunnen leiden tot het behalen van de landelijke
richtlijn van 53%. Hierop wordt in de Evaluatie van het Plan van aanpak, eind 2006, nader worden
ingegaan.
In 2006 is het rapport van het (rekenkamer)onderzoek naar de hoogte van de afvalstoffenheffing en
de daaraan ten grondslag liggende redenen in de raad besproken. Het rapport zal eveneens een
belangrijke rol spelen bij genoemde evaluatie. Uit de bespreking in de Raad blijkt een toegenomen
aandacht voor de inhoud van de overeenkomsten en afspraken met de inzamelaar en verwerker.
In 2007 zal voorts de producentenverantwoordelijkheid voor het verpakkingsafval uiteindelijk haar
doorwerking hebben in het afvalbeleid. Ondanks de teleurstellende resultaten van de
onderhandelingen van de VNG met het bedrijfsleven hierover is een kleine financiële compensatie van
de gemeentelijke inspanningen op dit gebied te verwachten. In 2007 zal verder de uitwerking van
eventuele nieuwe maatregelen op basis van de evaluatie van het afvalbeleid aandacht vragen.
Het onderdeel afval heeft relaties met de programma's Woon- en leefomgeving, Bedrijfsvoering.
Riolering
Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2004-2008 is in 2004 vastgesteld. Hieruit voortvloeiende wordt
jaarlijks een inspectie - en vervangingsplan opgesteld. Het vervangingsplan rioleringen is opgenomen
in het programma infrastructuur 2006. Dit plan wordt jaarlijks ter besluitvorming voorgelegd aan
college en raad. Inmiddels is het traject ingezet voor alle riooloverstorten een wvo-vergunning (wet
verontreiniging oppervlaktewater) aan te vragen. Deze aanvragen liggen momenteel ter beoordeling
bij het Waterschap.
Het onderdeel riolering heeft relaties met de programma's Woon- en leefomgeving.
143