2. Beleidsbegroting
2.2 de paragrafen: Lokale heffingen
De tarieven OZB-2007 per waarde-eenheid van 2.500 staan in onderstaande tabel14. Voor de
volledigheid zijn ook de wettelijk toegestane maximumtarieven vermeld.
Er is sprake van twee soorten wettelijke maximumtarieven:
1Wettelijk maximumtarief gecorrigeerd voor areaaluitbreiding (per gemeente verschillend).
Dit is gebaseerd het feitelijke tarief in Leeuwarden over 2006 gecorrigeerd voor inflatie en
areaaluitbreiding.
2. Wettelijk maximumtarief (voor alle gemeenten gelijk).
Het OZB-tarief Leeuwarden voor 2007 mag geen van beide wettelijke maximumtarieven overschrijden.
Omschrijving
Tarief
Leeuwarden
Wettelijk Wettelijk
maximum tarief maximum
2007
gecorrigeerd
voor
tarief
areaaluitbreiding
Woning-eigenaar
3,65
4,84
6,62
Woning-gebruiker
-
-
-
Totaal woningen
3,65
4,84
6,62
Niet-woning-eigenaar
6,79
9,78
8,29
Niet-woning-gebruiker
5,43
7,82
6,68
Totaal niet-woningen
12,22
17,60
14,97
Geconcludeerd kan worden dat de voorgestelde tarieven OZB Leeuwarden 2007 ruim onder de
wettelijk toegestane maximumtarieven blijven. Het is dan ook niet nodig om een ontheffing voor
overschrijding van de maximumtarieven bij Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslan aan te
vragen.
Bij de tarieven OZB 2007 is ervan uitgegaan dat:
Met ingang van 2007 een bedrag van 9,1 min. uit de opbrengst OZB gelicht wordt en via een
nieuw in te voeren rioolheffing verhaald wordt;
Alleen 2,0 inflatiecorrectie wordt toegepast.
Verder zijn de bovenstaande tarieven OZB berekend op basis van de voorlopige uitkomsten van de
herwaardering 2007. Bij het vaststellen van de tarieven bij de belastingverordening in de raad van
december zullen de tarieven herberekend worden op basis van de dan bekende meest actuele
uitkomsten van de herwaardering 2007.
OZB voor woonwagens en woonschepen.
Op dit moment betalen onroerende zaken als woonwagens en woonschepen geen OZB. Wettelijk
bestaat de mogelijkheid om voor onroerende zaken als tegenhanger van de OZB roerende
zaakbelastingen (RZB) te heffen. In 2001 is door de raad besloten om hiervan af te zien vooral omdat
een fors deel van de woonschepen bij nader inzien ook niet via de RZB kon worden aangeslagen
vanwege hun mobiele karakter. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder en zijn er tevens gewijzigde
inzichten bij de rechterlijke macht. Op basis van de huidige jurisprudentie zijn er dus
aanknopingspunten om ook woonwagens en woonschepen in bepaalde omstandigheden voor de OZB
aan te slaan. Het gaat dan vooral om de woonwagens en woonschepen met een 'onroerend' karakter.
Een aparte RZB is hiervoor dus niet nodig. Deze ruimere toepassing van de OZB zal het college dit
jaar onderzoeken.
Korting tarieven OZB niet-woninaen in achterstandswijken
Op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek heeft de gemeente met
ingang van 2007 de mogelijkheid om bedrijven een korting te geven op hun aanslag OZB.
Voorwaarde is wel dat bedrijven in een wijk van de gemeente liggen waar onder andere het
14 Het te betalen bedrag OZB voor een bepaald object kan berekend worden door de WOZ-waarde te delen door de waarde-
eenheid van 2.500 en dat op een geheel aantal naar beneden af te ronden. Het aantal waarde-eenheden dient vervolgens
vermenigvuldigd worden met het betreffende tarief. Dit bedrag wordt vervolgens op gehele euro's naar beneden afgerond.
172
2. Beleidsbegroting
2.2 de paragrafen: Lokale heffingen
percentage niet-actieven tenminste 25% bedraagt en het aantal huishoudens met een laag inkomen
ten minste 45%. Daarnaast moet de wijk tenminste 5.000 en maximaal 30.000 inwoners hebben.
Gedachte achter de korting op het OZB-tarief voor niet-woningen is om bedrijvigheid in
achterstandswijken te stimuleren. Het college gaat de toepassingsmogelijkheden binnen de gemeente
Leeuwarden onderzoeken en zal de resultaten van dit onderzoek aan de raad terugkoppelen, op een
dusdanige termijn dat implementatie per 2008 tot de mogelijkheden behoort.
Gebruikersdeel niet-woningen met een woondeel
Begin 2006 is door de Tweede Kamer geconstateerd dat er een weeffoutje bij de afschaffing van het
gebruikersdeel van de OZB-woningen was. Niet-woningen met een beperkte woonfunctie (minder dan
30% woonfunctie) zouden gewoon het gebruikersdeel OZB niet-woningen moeten betalen. De
Tweede Kamer vond dit verschil in behandeling niet wenselijk en heeft vervolgens een amendement
aangenomen (amendement de Pater) waarbij het woondeel van een niet-woning vrijgesteld is van het
gebruikersdeel OZB. Deze regeling gaat formeel in 2007 in. Vooruitlopend op de formele vaststelling
is de vrijstelling in Leeuwarden ook al in 2006 toegepast.
Reinigingsheffingen
De reinigingsheffingen bestaan uit 2 onderdelen:
Reinigingsrechten;
Afvalstoffenheffing.
De reinigingsrechten dienen ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van
bedrijfsafval. Hierbij geldt als criterium dat het aangeboden afval per bedrijf niet meer mag bedragen
dan 0,24 m3 (6 vuilniszakken) per ophaalbeurt. De gemeente heeft geen wettelijke plicht om
bedrijfsafval in te zamelen. Het staat bedrijven vrij om met een particuliere afvalinzamelaar een
contract af te sluiten.
Indien een bedrijf meer afval heeft dan 0,24 m3, moet het een contract afsluiten met een particuliere
afvalinzamelaar.
De afgelopen jaren is er een sterk dalende tendens in het aantal bedrijven dat het bedrijfsafval via de
gemeente laat inzamelen. Vraag is dan ook of de gemeente deze dienstverlening wel moet
continueren. Bij de evaluatie van het afvalbeleid in 2006 zal het college hier op terugkomen.
In onderstaande tabel zijn de tarieven reinigingsrechten van de voorgaande jaren en de voorgestelde
tarieven 2007 weergegeven (in
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007 Stijging 2007
t.o.v. 2006
Reinigingsrechten gebruik container (incl.
BTW)
307,02
321,30
328,44
335,58
340,34
340,34
0,0
Idem, excl. BTW
258,00
270,00
276,00
282,00
286,00
286,00
0,0
De afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten van het inzamelen en verwerken van
huishoudelijk afval. Hier is sprake van een wettelijke inzamelplicht.
In onderstaande tabel zijn de tarieven afvalstoffenheffing van de voorgaande jaren en de voorgestelde
tarieven 2007 weergegeven (in
Omschrijving
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Stijging 2007
t.o.v 2006
Eenpersoonshuishouden
190,60
241,00
246,00
258,00
262,00
262,00
0,0
Meerpersoonshuishouden
230,20
276,00
282,00
296,00
300,00
300,00
0,0
Extra container
n.v.t.
110,00
110,00
110,00
112,00
112,00
0,0
Bij de tariefdifferentiatie tussen een- en meerpersoonshuishoudens wordt van een vaste verhouding
van 1:1,15 uitgegaan. Oorsprong van deze tariefdifferentiatie ligt in het raadsbesluit van 20 mei
1996.
Op 26 juni 2006 zijn door de raad twee moties aangenomen, waarbij het college opgedragen is om:
173