2. Beleidsbegroting 2.2 de paragrafen: Lokaie heffingen Vanwege de problemen rond Over de Kelders en de onduidelijkheid rond de juridische houdbaarheid heeft het college gemeend de aanslagoplegging voor fase 3 vooralsnog te moeten uitstellen. Omdat het onzeker is of in 2006 al de gewenste juridische duidelijkheid komt, overweegt het college af te zien van de aanslagoplegging fase 3. Dit verlies kan gedekt worden uit de eerder genoemde reserve van 1,4 min. Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen vormen een steeds belangrijker fiscaal instrument, zowel wat betreft de sturende werking als wat betreft de opbrengsten. In 2005 is het geactualiseerde parkeerbeleidsplan door de raad vastgesteld. Hierin is onder andere besloten, conform bestaand beleid, de parkeertarieven met ingang van 2005 gemiddeld met circa 10% te verhogen. Het beleid is om elke 3 jaar de parkeertarieven met deze 10% te verhogen. De parkeerbelastingen gaan alleen over het betaald parkeren en het verlenen van parkeervergunningen. Op parkeerovertredingen als dubbel parkeren of anderszins fout parkeren, is de wet Administratieve Handhaving Verkeersvoorschriften (wet Mulder) van toepassing. De Gemeentewet noemt twee parkeerbelastingen, namelijk de feitelijke parkeerbelasting en de parkeervergunning. De eerste soort is een belasting voor het parkeren van een voertuig op een plaats die bestemd is voor betaald parkeren. De tweede soort, de parkeervergunningbelasting, is een belasting op een gemeentelijke vergunning voor het parkeren van een voertuig op een daartoe bestemde plaats. De feitelijke parkeerbelasting wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd. Indien deze persoon niet heeft betaald, wordt de houder van het voertuig aangemerkt als belastingplichtige. Dat wordt in principe bepaald aan de hand van het kentekenregister. De feitelijke parkeerbelasting wordt geheven door voldoening op aangifte, namelijk door een parkeermeter of parkeerautomaat in werking te stellen. In Leeuwarden kan bij de parkeermeters en parkeerautomaten alleen met muntgeld betaald worden. In de nabije toekomst zal ook de mogelijkheid van elektronisch betalen ingevoerd worden. De parkeervergunningbelasting wordt betaald bij de afgifte van de parkeervergunning. Indien de feitelijke parkeerbelasting niet wordt voldaan, wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Deze naheffingsaanslag bestaat uit twee onderdelen, namelijk de naheffing zelf (de eigenlijke naheffing) en een vergoeding voor de kosten om de naheffingsaanslag op te leggen (de kostenvergoeding). De gemeente mag niet meer dan de werkelijke kosten verhalen, met een bij wet vastgesteld maximum. Met ingang van 2008 wordt dit bedrag vastgesteld op 48,00. Op dit moment wordt gewerkt aan de invoering van een nieuw geautomatiseerd systeem voor het beheer van de parkeervergunningen. Onderdeel van dit systeem is het vervangen van de papieren parkeervergunningen door elektronische transponderkaarten. De klantvriendelijkheid van de parkeervergunningen zal hierdoor sterk toenemen. Zo hoeven aannemers straks geen dagvergunningen meer af te halen op het Stadskantoor, maar kunnen zij hun transponderkaart zelf via het internet activeren voor de gewenste dagen. Leges Uitgangspunt is dat de legestarieven voor 2007 maximaal worden verhoogd met de inflatiecorrectie (1,4 Daarnaast spelen bij een aantal leges nog wat andere zaken. Deze komen hierna aan de orde. Aanpassen van de leaestarieven van de producten qehandicaptenparkeerkaart (qpk). qehandicaptenparkeerplaats (qpp) en uitweovergunninq De legestarieven van de producten gehandicaptenparkeerkaart (gpk), gehandicaptenparkeerplaats (gpp) en uitwegvergunning zijn op dit moment niet kostendekkend. De werkelijke urenbesteding is de afgelopen jaren hoger uitgevallen dan begroot. Oorzaak hiervan is, dat de werkprocessen (toetsing aan voorwaarden, besluit opstellen/publiceren, overleg) complexer zijn geworden waardoor de tijdsduur voor het afhandelen van de aanvragen is toegenomen. Verder worden op dit moment pas leges betaald indien een aanvraag leidt tot afgifte van een kaart, plaats of vergunning. Er worden nu geen leges in rekening gebracht indien een aanvraag wordt afgewezen, terwijl wel ambtelijke kosten worden gemaakt. Om de tarieven kostendekkend te maken is verhoging van de leges in 2007 noodzakelijk. De verhoging van deze leges zal in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden. Naast deze aanpassing wordt voorgesteld bij de genoemde producten onderscheid te maken tussen "het in behandeling nemen van de aanvraag" en "het afgeven van de kaart/vergunning". Door deze scheiding kunnen de werkelijk bestede ambtelijke uren apart in rekening worden gebracht: ten eerste 176 2. Beleidsbegroting 2.2 de paragrafen; Lokale heffingen bij de aanvraag en daarna bij de eventuele afgifte. Op deze wijze wordt het financiële risico voor de aanvrager bij het niet verstrekken van een kaart of vergunning verkleind en ontvangt de gemeente ook leges indien een kaart/vergunning wordt afgewezen, maar er wel ambtelijke uren zijn gemaakt. Leges voor dekking ambtelijke kosten bii planontwikkelinoen Ten behoeve van een planontwikkeling worden in de verkenningsfase veel ambtelijke inspanningen verricht zonder dat er sprake is van een formele vergunningsaanvraag waarvoor leges geïnd kunnen worden. In de praktijk levert dit een financieel risico op voor de gemeente, omdat het niet altijd tot een feitelijke aanvraag komt en er in dat geval geen titel is voor legesheffing. Bovenstaande risico kan voorkomen worden door in de legesverordening een regeling op te nemen die een titel geeft om ook in een voorfase leges te kunnen heffen. Uiteraard alleen voor de feitelijke inspanningen die de gemeente ten behoeve van de aanvrager pleegt. Dit speelt vooral in de fase van het opstellen van uitgangspunten en randvoorwaarden (fase II) en de planuitwerkingsfase (fase III) van het ruimtelijke planontwikkelproces. Op korte termijn zal een onderzoek naar de mogelijkheden inzake dit onderwerp uitgevoerd worden. Afhankelijk van de uitkomst hiervan zal het college een voorstel tot wijziging van de legesverordening aan de raad doen toekomen. Leges Kamerverhuur Bij de vaststelling van de evaluatienota kamerverhuur "onder dak" die op 11 juli door het college is vastgesteld, is aangegeven dat de huidige kamerverhuurleges niet kostendekkend zijn. Reden hiervoor is dat er minder nieuwe gebruiksvergunningen en omzettingsvergunningen worden afgegeven dan bij de begroting werd voorzien, terwijl door de complexiteit van de vergunningen de geraamde ureninzet wel is vereist. Er wordt voorgesteld om de tarieven van 2007 zodanig aan te passen dat de leges weer kostendekkend zijn. Deze aanpassing wijkt af van het gemeentelijk beleid waarbij alleen indexering van het tarief plaatsvindt. Met name bij het tarief voor de omzettingsvergunning is sprake van een forse verhoging. De voorgestelde nieuwe tarieven zullen in december 2006 bij de vaststelling van de belastingverordeningen aan de raad worden voorgelegd. Voorstel Tarievenoverzicht leges kamerverhuur 2006 2007 Basis Toeslag Basis Toeslag Gebruiksvergunningen 801,00 17,00 852,10 16,15 Gebruiksvergunningen woningcomplexen 801,00 11,30 725,80 10,75 Verlenging gebruiksvergunningen 349,25 - 448,95 - Omzettingsvergunningen 292,50 - 741,20 - Splitsingsvergunningen 632,00 17,00 646,50 16,15 Gebruiksvergunningen Brandweer Met de invoering van het Gebruiksbesluit (officiële naam: Besluit Brandveilig Gebruik Bouwwerken) worden de eisen die gesteld worden aan gebruiksvergunningsplichtige gebouwen aangepast. Per 1 januari 2007 worden de voorschriften over brandveilig gebruik van bouwwerken die in gemeentelijke bouwverordeningen zijn opgenomen landelijk geüniformeerd. Hierbij zullen de voorschriften zoveel mogelijk de vorm krijgen van algemene regels en zal het aantal gebruiksvergunningsplichtige bouwwerken zoveel mogelijk worden beperkt. Het uitgangspunt van minister Dekker (VROM) is om het aantal gebruiksvergunningen met 80% te laten dalen, vooral nieuw te bouwen gebouwen zullen waarschijnlijk geen gebruiksvergunning meer nodig hebben. Om deze reden is met ingang van de begroting 2007 een daling van inkomsten uit gebruiksvergunningen voorzien. Wijziging eenheden heffingsgrondslag tarieven havengelden beroepsvaart Bij de tarieven havengelden beroepsvaart werd tot dusverre uitgegaan van een tarief per ton waterverplaatsing. In de praktijk blijkt deze maatstaf te fijn. Daarom wordt met ingang van 2007 overgegaan op een tarief per 100 ton, waarbij gelijktijdig het tarief een factor 100 verhoogd wordt. Per saldo wijzigt er dus niets.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 140