Benoeming eerste en tweede vice-voorzitter van de raad
Kenmerk 135785 dp
Aan de gemeenteraad.
In de Gemeentewet is bepaald dat bij verhindering of
ontstentenis van de burgemeester het voorzitterschap van de
raad in dat geval wordt waargenomen door het langstzittende
lid van de raad. Indien meer leden van de raad even lang
zitting hebben, vindt de waarneming plaats door het oudste
lid in jaren van hen. De raad kan een ander lid van de raad
met de waarneming belasten.
Bij de bespreking van Raad in actie in september vorig jaar
heeft u gesproken over een andere invulling van de rol van
vice-voorzitter van de raad. De vice-voorzitter zou meer
een procesmatige rol moeten hebben bij de dagelijkse
werkzaamheden van de raad. Hiermee zou meer vorm en inhoud
worden geven tussen de verdeling van taken en bevoegdheden
tussen raad en college. Vanzelfsprekend blijft de
burgemeester zolang de Grondwet niet is aangepast
voorzitter van de raad. In uw vergadering van 16 maart j.l.
heeft u een profiel voor de vice-voorzitter van de raad
vastgesteld (zie bijlage)
Ter uitvoering van dit besluit dient dit voorstel om over
te gaan tot benoeming van de eerste en tweede vice-
voorzitter van de raad. Het presidium heeft uit zijn midden
een selectiecommissie ingesteld om een aanbeveling te doen.
Er hebben zich 4 kandidaten aangemeld, waarvan er zich één
om persoonlijke redenen heeft teruggetrokken.
De kandidaten zijn: de heren Drewel, Van Olffen en
Ten Hoeve
De selectiecommissie heeft gemeend de keuze aan de raad
over te laten. Het is nog mogelijk om u ter vergadering
kandidaat te stellen.
Leeuwarden, 2 8 juni 2 006
Het raadspresidium,
mr. dr. G.D. Dales, voorzitter,
O. van Kolck, adjunct-griffier.