3. Financiële begroting
3.1Overzicht van baten en lasten
3.1.2 Toelichting op het overzicht van Baten en Lasten.
Evenals in de begroting 2006 zijn in het overzicht van baten en lasten de bedragen exclusief de
beschikkingen over en de stortingen in de reserves vermeld. Het totaal daarvan is het
begrotingsresultaat voor bestemming. Vervolgens zijn de beschikkingen over en de stortingen in de
reserves vermeld, waarna het begrotingsresultaat na bestemming wordt gegeven.
De ontwikkeling van de financiële positie is weergegeven in paragraaf 3.2.1
220
3. Financiële begroting
3.2 Uiteenzetting financiële positie: Ontwikkeling financiële positie
3.2 Uiteenzetting financiële positie
3.2.1 Ontwikkeling financiële positie
In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de financiële positie geschetst vanaf het moment dat de
programmabegroting 2006 is vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met ondermeer de uitkomsten
van de meicirculaire Gemeentefonds 2006 en de uitzettingen en inkrimpingen van de diensten.
Uiteraard zijn ook de voorstellen nieuw beleid en ombuigingen, zoals opgenomen in het
collegeprogramma 2006 - 2010, verwerkt.
3.2.1 ,a Startpositie
Vertrekpunt voor het bepalen van de financiële positie vormt de eindpositie van de
programmabegroting 2006 referentiekader). Het financieel eindbeeld na de
begrotingsbehandeling op 7 november jl. was:
(bedragen in onderstaande tabellen x 1.000,=)
Structureel meerjarenperspectief
2006
2007
2008
2009
2010
Eindstand 31/12
-1.374
793
576
0
Ontwikkeling algemene reserve
2006
2007
2008
2009
2010
Eindstand 31/12
10.139
12.124
14.478
16.800
Tabel 1
De startpositie voor de begroting 2007 e.v. is gebaseerd op bovenstaande eindpositie.
3.2.1.b Ontwikkelingen na vaststelling van de begroting
Sinds het vaststellen van de begroting 2006 heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die het
voorgaande financiële beeld hebben gewijzigd. Deze ontwikkelingen kunnen worden onderverdeeld
in:
1Mutaties in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds;
2. Uitzettingen en Inkrimpingen;
3. Uitkomsten college-onderhandelingen: Nieuw Beleid Ombuigingen.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds.
De algemene uitkering is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron van de gemeente.
Belangrijke documenten waarin het rijk de gemeenten informeert over de hoogte van de algemene
uitkering zijn de mei- en septembercirculaire. De meicirculaire is gebaseerd op de Voorjaarsnota van
het Rijk. Het is de schakel tussen Haagse ontwikkelingen en de vertaling naar de gemeentelijke
begroting.
Bij het verschijnen van de Miljoenennota van het Rijk in september wordt nog een septembercirculaire
opgesteld, waarin gemeenten worden geïnformeerd over eventuele veranderingen die na de
Voorjaarnota van het Rijk zijn opgetreden en die gevolgen hebben voor de ramingen van gemeenten.
Het gaat dan dus om een actualisatie/bijstelling van de hoofdgegevens in de meicirculaire.
Accressen en Uitkeringsfactoren.
Het accres geeft de algemene groei of krimp van de totale hoeveelheid geld in het gemeentefonds
aan. De omvang van het gemeentefonds stijgt en daalt mee met de uitgaven van het Rijk volgens een
bepaalde afgesproken koppeling: de normeringsystematiek. Rijk en gemeenten gaan anders gezegd
"samen de trap op en samen de trap af: als het rijk meer uitgeeft, mogen de gemeenten dat ook en
als het rijk minder uitgeeft, moeten de gemeenten dat volgen.
De septembercirculaire van 2005 liet al een voorzichtige positieve ontwikkeling van het accres (dus
van het gemeentefonds) zien. In de meicirculaire 2006 zet deze ontwikkeling door. De uitgaven van
het Rijk die meetellen voor de omvang van het gemeentefonds, zijn gestegen. Naar huidig inzicht laat
de ontwikkeling van de accressen over de gehele beleidsplanperiode (2006 - 2010) voor onze
gemeente een groei zien van afgerond 1,3 min.
221