Blad 2
Het collegeprogramma 2006-2010 is tot stand gekomen nog
vóórdat de mei-cicurlaire was gepubliceerd door het
Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zoals bekend is die
circulaire een belangrijk document voor het opstellen van
de begroting omdat daarin de ontwikkeling van het
Gemeentefonds wordt behandeld. De uitkomsten van de mei-
circulaire zijn echter niet van dien aard dat de uitwerking
en realisatie van de ambities van het collegeprogramma op
dit moment gevaar loopt. Ook omdat met een aantal mogelijke
financiële ontwikkelingen al rekening was gehouden, zoals
de herberekening van de uitname uit het Gemeentefonds in
verband met het BTW-Compensatie Fonds.
De gemeente Leeuwarden beschikt niet over substantiële
eigen inkomstenbronnen anders dan de OZB en heeft bovendien
een zwakke sociale structuur en een sterke centrumfunctie.
Dat betekent dat de financiële afhankelijkheid van de
rijksoverheid groot is, groter dan bij andere gemeenten.
Dit kan geïllustreerd worden aan de hand van de volgende
gegevens over de omvang van de Algemene Uitkering per
inwoner:
Leeuwarden
Gemiddelde
groottegroep
per inwoner
(50 .000-
100.000)
Verschil
per
inwoner
Gemiddelde
soortgenoten per
inwoner
(zwakke sociale
st ructuurst erke
centrumfunctie
Verschil
per
inwoner
a
b
a-b
c
a-c
Algemene
Uitkering
985
751
234
908
77
(bron: begrotingsanalyse 2006 Ministerie van BZK)
Opvallend is natuurlijk dat de gemeente Leeuwarden, ten
opzichte van gemeenten die in dezelfde groottegroep vallen,
per inwoner een veel hogere algemene uitkering ontvangt
Binnen het cluster gemeenten met 50.000-100.000 inwoners is
de diversiteit natuurlijk heel groot. Maar ook binnen het
meer specifieke cluster van gemeenten met een zwakke
sociale structuur en een sterke centrumfunctie, waartoe ook
Leeuwarden behoort, ontvangt Leeuwarden een relatief hoge
algemene uitkering per inwoner; 77 per inwoner meer dan
het gemiddelde
Uiteraard is en blijft het verwerven van extra inkomsten
via financiële bijdragen van o.a. rijk en provincie
noodzakelijk voor realiseren van de ambities van de
gemeente Leeuwarden. Vooral voor de grote strategische
investeringen op het gebied van o.a. infrastructuur,
stedelijke economie en FEC-City zijn die bijdragen
onmisbaar. Voor het binnenhalen van co-financiering zullen
ook gemeentelijke bijdragen vanuit het Strategisch
Xnvesterinerings- en Ontwikkelingsfonds (SIOF) noodzakelijk
zijn. De bodem van het SIOF is echter in zicht. Dit
betekent dat de komendejaren het SIOF substantieel gevoed
zal moeten worden om de benodigde co-financiering binnen te
halen.
Blad 3
De komende 7 jaar is jaarlijkse voeding van ca. 4,5 min
nodig. Het is in dit verband overigens verheugend dat de
financiële positie het toelaat om, naast de hiervoor al
genoemde extra middelen voor nieuw beleid, 5,0 min in het
SIOF te storten.
Niet alleen de financiële kant van de begroting ziet er
goed uit. De begroting 2007-2010 is de derde begroting die
gebaseerd is op de programma-indeling waarbij per programma
het stramien 'wat willen bereiken, wat gaan we daarvoor
doen en wat mag dat kosten' wordt gebruikt. Ten opzichte
van de vorige begroting is er ten aanzien van de kwaliteit
van de begroting wederom sprake van een stap voorwaarts. Er
is veel tijd en energie gestoken in het beter formuleren
van de gewenste doelen en effecten, het bedenken van
aanvullende bruikbare indicatoren en het verbeteren van
bestaande indicatoren aan de hand waarvan kan worden
vastgesteld of de gewenste effecten gerealiseerd worden met
de prestaties die het college laat uitvoeren. En dat is
gelukt; deze begroting is weer een stuk 'smart-er' dan de
vorige
Financiën
Met betrekking tot nieuw beleid zijn de volgende
voorstellen in de begroting opgenomen.