Verordening maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden
De raad van de gemeente Leeuwarden,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 juli 2006
gelet op artikelen 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. en gelet
op artikel 149 van de Gemeentewet, Stb. 1993, 610;
overwegende dat het noodzakelijk is het treffen van voorzieningen ten behoeve van personen
met beperkingen bij verordening te regelen;
besluit vast te stellen de volgende
Verordening maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;
b. College: college van burgemeester en wethouders;
c. Compensatiebeginsel: de resultaatverplichting aan het gemeentebestuur om personen
met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek door het treffen van
voorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen zodat zij zelfredzaam
zijn en in staat tot maatschappelijke participatie;
d. Beperkingen: moeilijkheden die een persoon heeft met het uitvoeren van activiteiten
op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de
woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per
vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan
van sociale verbanden;
e. Mantelzorger: een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1lid 1
onder b. van de wet.;
f. Zelfredzaamheid: de lichamelijke, verstandelijke, geestelijke of financiële capaciteit
om voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer
mogelijk maken;
g. Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te
weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in
en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt
gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten
van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die
manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Pagina 1 van 15
DMS303AAA80.doc