Nr Naam
Organisatie
Vraag Opmerking
Antwoord reactie
Verwerkt
in
Overige schriftelijke inspraakreacties concept Verordening maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden
7 A. Boomsma
a.
b.
Werkgroep Wmo Algemene reactie:
Leeuwarden Evenals de landelijke organisaties (CG-Raad, FvO,
(voorheen CSO en het platform GGZ) is de werkgroep
Kopgroep maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden van
Leeuwarden) mening dat de Verordening maatschappelijke
ondersteuning Leeuwarden op de volgende punten
strijdig is met het wetsontwerp:
Compensatieplicht
Wetsvoorstel
In artikel 4 van de Wmo is de
compensatieverplichting verankerd. De toelichting
op artikel 4 van het wetsontwerp stelt dat het
amendement er toe strekt een algemene
verplichting aan gemeenten op te leggen.
Concept Verordening mo Leeuwarden
Het concept gaat in artikel 1 onder c uit van een
compensatiebeginsel als opdracht en dus niet tot
een verplichting om voorzieningen te treffen.
Doelgroepen
Wetsontwerp
Volgens het wetsontwerp bestaat de doelgroep
van de compensatieplicht uit mensen met
beperkingen, mensen met een chronische
psychisch probleem, mensen met een
psychosociaal probleem, mantelzorgers en
vrijwilligers.
Concept Verordening mo Leeuwarden
In het concept, artikel 1 onder c, wordt de
doelgroep van de compensatieplicht ingeperkt tot
personen met aantoonbare beperkingen op grond
van ziekte of gebrek.
Dit is taalkeuze, artikel 4 van de wet bevat de opdracht aan het
college tot het treffen van voorzieningen, de opdracht leidt tot
een verplichting, maar omdat de huidige formulering kennelijk
misverstand kan oproepen is de definitie gewijzigd.
Vmo
De ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers valt onder
prestatieveld 4 van de wet. De verordening m.b.t. individuele
voorzieningen heeft betrekking op prestatieveld 6.
De term aantoonbare beperkingen is opgenomen om een
objectief criterium voor de indicatiestelling te hebben. Immers
als beperkingen niet aantoonbaar zijn kan niet worden
aangegeven welke voorzieningen dan adequaat zijn.
Gebruikte afkortingen:
Vmo - Verordening maatschappelijke ondersteuning; TVmo -Toelichting Verordening; Bel - Beleidsregels; Bs - Bestek
Nr Naam
Organisatie
Vraag Opmerking
Antwoord I reactie
Verwerkt
in
ICF
Wanneer ICF in artikel 32 lid 4 in het wetsontwerp
verplicht is voor derden, is het inconsistent om bij
begripsbepalingen in de concept verordening de
ICF niet op te nemen en de diverse onderdelen
van de verordening (hoofdstukken) niet conform te
omschrijven.
Individuele voorzieningen
Wetsontwerp
Artikel 5 van de Wmo geeft aan dat de verordening
betrekking moet hebben op individuele
voorzieningen.
Concept Verordening mo Leeuwarden
Het concept gaat niet alleen over individuele
voorzieningen, maar ook over
algemene/collectieve voorzieningen.
Gezamenlijk voeren van een huishouden
Wetsontwerp
In artikel 1lid 4 en 5 hanteert het wetsontwerp
Wmo het begrip "gezamenlijk voeren van een
huishouden" te weten:
4. Van een gezamenlijke huishouding is sprake
indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde
woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen
voor elkaar door middel van het leveren van een
bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel
anderszins.
5. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder
geval aanwezig geacht indien de betrokkenen hun
hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en: a, zij
met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de
toepassing van deze wet daarmee gelijk zijn
gesteld, b. uit hun relatie een kind is geboren of
erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van
de een door de ander, c. zij zich wederzijds
verplicht hebben tot een bijdrage aan de
De advisering als bedoeld in artikel 32, lid 4 van de
conceptverordening (dus niet artikel 32 van het wetsontwerp)
vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de gemeente. De
gemeente verbindt zich daarmee dus aan het hanteren van de
ICF classificatie. Bij de uitwerking van de beleidsregels kan de
ICF systematiek als leidraad fungeren.
De artikelen 4 en 5 van de wet moeten in hun samenhang
worden gelezen. De verordening regelt de verlening van
voorzieningen in het kader van de compensatieplicht zoals die
in artikel 4 van de wet is neergelegd. De verordening bepaalt
wanneer recht bestaat op individuele voorzieningen, dat houdt
tegelijkertijd ook in dat duidelijk moet zijn wanner geen
aanspraak op individuele voorzieningen bestaat.
Het begrip huisgenoot zoals dat in de verordening is
opgenomen is inderdaad breder dan de omschrijving van het
begrip gezamenlijke huishouding. De definitie in de verordening
is nodig voor de beoordeling van het recht op hulp bij het
huishouden, overeenkomstig de wijze waarop dit in het kader
van de AWBZ plaatsvond. Overeenkomstig de opdracht van de
gemeenteraad is het AWBZ beleid als uitgangspunt genomen.
De definitie die in de wet is opgenomen ziet niet op dit
specifieke onderdeel.
Gebruikte afkortingen:
Vmo - Verordening maatschappelijke ondersteuning; TVmo -Toelichting Verordening; Bel - Beleidsregels; Bs - Bestek