Blad 2
Doordat de Interim-wet op het Speciaal Onderwijs en het
Voortgezet Speciaal Onderwijs (ISOVSO) per 1 augustus 1998
is vervallen en hierbij de diverse onderwijssoorten
(denominaties) of onder de Wet op het Voortgezet Onderwijs
(WVO)of onder de Wet Expertise Centra (WEC) zijn gaan
vallen, is het tijdvak van afrekenen voor het openbaar
voortgezet speciaal onderwijs vanaf 1 augustus 1998 tot en
met 31 december 2000. Het volgende afrekentijdvak voor het
voortgezet onderwijs beslaat weer een afrekenperiode van
vijf jaar.
Thans stellen wij voor over te gaan tot:
vaststelling van de uitgaven en inkomsten van het openbaar
voortgezet speciaal onderwijs over het tijdvak 1 augustus
1998 tot en met 31 december 2000.
Volgens het bijgaande ontwerpbesluit blijkt dat er geen
overschrijdingen zijn, zodat er geen bedragen aan het
bijzonder onderwijs behoeven te worden doorbetaald.
Voorstel
Gelet op de gegevens die nu beschikbaar zijn, stellen wij
voor over te gaan tot de vaststelling van bovengenoemd
ontwerpbesluit
Leeuwarden, 10 oktober 2006.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mr dr G.D. Dales, burgemeester,
drs C.H.J. Brugman, secretaris.
Nummer
ms
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
10 oktober 2006 (kenmerk 137793 dp)
BESLUIT:
voor het openbaar voortgezet speciaal onderwijs (VSO-MLK/
Moeilijk lerende kinderen) in overeenstemming met de
bijgevoegde bijlage over het tijdvak 1998 tot en met 2000
vast te stellen:
a. het totaal van de uitgaven ten behoeve van de
materiële instandhouding op 199.755,04;
b. het totaal van de ontvangsten voor de materiële
instandhouding op 199.918,85;
c. het totaal van de aanvullende ontvangsten, waaronder
wordt verstaan de bedragen krachtens artikel 244 voor
de voorzieningen ten behoeve van materiële
instandhouding op 0,00;
d. het totaal van de bedragen die in de voorafgaande
kalenderjaren zijn uitgegeven ten behoeve van de
instandhouding van een rechtspersoon als bedoeld in
artikel 18 7 op 0,00;
e. het totaal van de uitgaven ten behoeve van personeel
en niet verbruikte formatierekeneenheden op
1.651.577,61;
fhet totaal van de ontvangsten voor personeelskosten
en niet verbruikte formatierekeneenheden op
1.651.577,61;
g. het totaal van de uitgaven ten behoeve van de
nascholing op 9.224,92;
h. het totaal van de ontvangsten voor nascholing op
9.22 4,92;