Notitie burgerparticipatie en raadscommunicatie De inspraakverordening in Leeuwarden is op 11 oktober 2004 aangepast aan de wijzigingen in de Algemene wet bestuursrecht. De verordening is daarbij versoberd en gedereguleerd. Onder inspraak wordt verstaan: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid (artikel 1, sub a). Tevens is in artikel 2 bepaald dat elk bestuursorgaan (burgemeester, college of gemeenteraad) ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. In Leeuwarden bepaalt ieder bestuursorgaan zelfstandig of en zo ja hoe inspraak wordt verleend. Inspraak wordt echter altijd verleend indien de wet daartoe verplicht, bijvoorbeeld als gevolg van de Wet ruimtelijke ordening. Naast deze algemene procedures kent de gemeente Leeuwarden de volgende bijzondere procedures: 1. Beleidsagendering De gemeenteraad heeft in 2002 het burgerinitiatief ingevoerd. De burger beschikt hiennee over de mogelijkheid om onderwerpen op de raadsagenda te plaatsen. Tot nu toe is hier slechts drie keer gebruik van gemaakt. 2. Beleidsvoorbereiding Bij beleidsvoorbereiding worden verschillende experimenten uitgevoerd om de burgerparticipatie te vergroten. De herziening van geldende bestemmingsplannen is hiervan een voorbeeld. De wijk en de burger krijgen hierbij vanaf het begin de gelegenheid om te participeren in de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan. Ook bij de voorbereiding van onder meer de Nota Sport, de Cultuurnota en de invoering van de Wet werk en bijstand zijn belanghebbenden betrokken bij de beleidsvoorbereiding. Hetzelfde gebeurt momenteel bij de voorbereiding van de wet WMO. Besluitvorming De raad heeft in september 2005 de mogelijkheid van een consultatief referendum ingevoerd. Hiermee heeft de burger invloed gekregen op de besluitvorming. Met het referendum over het project Nieuw Zaailand zijn de eerste concrete ervaringen opgedaan met een raadplegend referendum. Het evaluatieonderzoek van de universiteit Twente en de bevindingen van de referendumcommissie geven aanleiding om de referendumverordening nog eens te bezien 3. Beleidsuitvoering De gemeente wil de invloed van de burger vergroten op zaken die de eigen wijk betreffen. Daarom heeft de gemeente gebiedsgericht werken ingevoerd. Iedere wijk (of dorp) heeft een eigen wijkpanel, dat over een aantal zaken kan beslissen en een eigen wijkbudget heeft. Het jaar 2005 was een overgangsjaar. In 2006 moet blijken hoe de nieuw gekozen aanpak werkt. In de notitie over gebiedsgericht werken wordt gebruik gemaakt van de volgende indeling (zogenoemde trappetjes). Op grond van toenemende mate van invloed wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: 1openbare informatie 2. formele inspraak 3. informatie aan panel 4. samenspraak met panel 5. formeeladviesrecht of beslissingsbevoegdheid Notitie burgerparticipatie en raadscommunicatie De categorieën openbare informatie en informatie aan panel zijn eigenlijk vormen van non-burgerparticipatie. Zij beperken zich tot eenzijdige voorlichting. In een aantal projecten is geëxperimenteerd met vormen van burgerparticipatie, zoals bij het project Noordrand aan zet, het sociaal programma Achter de Hoven/Vegelin en het project Samenvlieten in de Vlietzone. Het meest recente voorbeeld van burgerparticipatie in beleidsvoorbereiding is het project "Doen!". Dit project is er op gericht om samen met bewoners activiteiten uit te voeren die een positief effect hebben op de leefomstandigheden in de wijk. Activering van bewoners heeft bij Doen! prioriteit. Het ministerie van BZK stelde onlangs 2 miljoen beschikbaar aan Leeuwarden op basis van het projectplan. 2.2 Uitdaging voor burgerparticipatie in Leeuwarden In de programmabegroting (programma Politiek Bestuur) is de betrokkenheid van burgers bij het ontwikkelen van beleid benoemd als gewenst effect. Burgers worden in Leeuwarden op vele terreinen op een uiteenlopende manieren bij het beleid betrokken. Toch zijn er nog vele mogelijkheden voor versterking en verbetering van burgerparticipatie. Zo is de keuze op welke wijze en in welke fase de burger wordt betrokken nog niet gebaseerd op een duidelijke uniforme beleidslijn van de gemeente. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid voor de burger. Voorgesteld wordt om een zwaarder accent aan burgerparticipatie te geven en het meer in te bedden in het reguliere beleid. 2.3 Verbetering burgerparticipatie Burgerparticipatie betekent veelal een versterking van de (lokale) democratie. Ze geeft impulsen voor politieke vernieuwing, vergroot het draagvlak voor beleid, verbetert de kwaliteit van beleid en vergroot het probleemoplossend vermogen van de samenleving. Burgerparticipatie heeft niet alleen maar voordelen. De nadelen kunnen zijn: extra arbeidsinspanning, kosten en langere procedures. Bovendien blijken het vaak dezelfde burgers te zijn die bij besluitvonningsprocessen van zich laten horen. Dat wordt ook wel de participatieparadox genoemd: er wordt vaker inspraak gepleegd, maar door minder burgers. Burgerparticipatie moet altijd maatwerk zijn. Afhankelijk van de mate van betrokkenheid en de fase in het beleidsproces moet de participatie een specifieke vorm krijgen. Burgerparticipatie in de verkeerde vorm of op het verkeerde moment blijkt in de praktijk het tegenovergestelde effect te hebben. Het betrekken van burgers bij beleids- en besluitvorming vraagt daarom om een visie. De visie dat betrokken burgers van groot belang zijn voor de kwaliteit van een stadsbestuur. De zelfbewuste, kritische burger kan zich op vele manieren tot de overheid verhouden. Hij of zij kan een wijkbewoner zijn, het bedrijfsleven vertegenwoordigen of een lid zijn van een belangvereniging. Burgers verschillen in hun verwachtingen over wat de overheid voor hen kan betekenen en in hun opvattingen over hoe de overheid zou moeten functioneren. De keuze voor een vorm van burgerparticipatie vraagt om een zorgvuldige bestuurlijke afweging, waarbij rekening wordt gehouden met: de fasen in besluitvonning de verschillende burgerschapsstijlen (zie bijlage) de passende vormen van burgerparticipatie Vervolgens moet gekeken worden in welke fase het beleidsproces verkeert: beleidsagendering beleidsvoorbereiding beleidsbepaling beleidsuitvoering beleidsevaluatie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 315