Blad 4
Verschil in financiële positie tussen het Collegeprogramma
(maart 2006) en de Programmabegroting 2007 (oktober 2006)
De financiële positie op basis waarvan het collegeprogramma
is gemaakt (maart/april 2006) wijkt af van het financiële
beeld van de begroting 2007-2010. Het gaat daarbij om een
positief verschil van circa 7,5 min. Gevraagd is naar de
achtergrond van deze afwijking. Die is als volgt:
x 1 min.
Verbetering begrotingresultaat 3,45
a.g.v. uitkomsten meicirculaire
Rente-effecten onderuitputting 2006 0,90
Onderuitputting kapitaallasten
onderwijshuisvesting 2006 1,00
Voorlopig rentesurplus a.g.v. hogere 1,7 0
beginstanden reserves/voorzieningen
2006
Hogere opbrengst OZB 2006
Overige afwijkingen
Totaal 7,50
0,75
0,40
Deze extra middelen zijn op de volgende wijze aangewend in
de conceptbegroting:
x 1 min.
Storting SIOF
Vernieuwingsbudget SOZA
Verbetering Algemene Reserve
5,00
0,80
1,70
7,50
Programma Cultuur (1)
Vraag
Welke budgetten voor incidentele activiteiten kampen met
een financieel tekort in relatie tot de subsidieaanvragen
die ingediend zijn en dientengevolge niet gehonoreerd zijn?
Antwoord:
De subsidieplafonds van de budgetten voor incidentele
culturele evenementen (Producties 30.000) en Incidentele
Activiteiten 47.000) zijn inmiddels bereikt. Dit is
gepubliceerd in het Huis aan Huis-blad. Er zijn daarna geen
nieuwe aanvragen meer binnengekomen. Het budget voor Fryske
Tael Kultuer en Liwadder Histoary 2006 10.000) is op
dit moment (half oktober) ook volledig besteed. Nog nieuw
binnen te komen aanvragen zullen dan ook worden afgewezen.
Er zitten nog een aantal subsidieaanvragen ten laste van
het budget Amateurkunst in de pijplijn. Indien die
gehonoreerd worden is ook dat budget volledig benut.
Alleen op het budget cultuureducatie resteert op dit moment
voor 20 06 nog 9.000.
Blad 5
Vraag
Komt het onderwerp 'Fryske taal en kultuer' en de andere
cultuur-speerpunten uit het collegeprogramma nog terug in
het programma Cultuur?
Antwoord:
In 2007 wordt het programma Cultuur herschreven. Hier wordt
de gemeenteraad nauw bij betrokken. Dit punt zal in die
discussies worden meegenomen.
Programma Jeugd en Onderwijs (2)
Vraag
In het programma Jeugd en Onderwijs is als effect
geformuleerd: "Een sterk MBO/HBO" met de indicator:
"realiseren van kenniscampus"In de vergadering van de
commissie Welzijn van 19 juni 2006 is bij de bespreking van
het conceptprogramma Jeugd en Onderwijs de suggestie gedaan
een andere invulling aan de genoemde indicator te geven. De
volgende suggesties zijn gedaan:
o aantal studenten MBO/HBO;
o aantal kenniscentra bij hogescholen;
o aantal studentenvoorzieningen;
o aantal vanuit de Kenniscampus gestarte bedrijfjes.
Antwoord:
Het gaat bij de genoemde suggesties om indicatoren waarop
de gemeente als zodanig geen, weinig en in elk geval geen
meetbare invloed heeft. Dat betekent echter niet dat de
gemeente niet insteekt op deze aspecten. In overleg tussen
hogescholen, provincie en gemeente (zowel ambtelijk als
bestuurlijk) wordt op dit moment, onder aanvoering van
Bureau Berenschot, gesproken over de wijze waarop de
Leeuwarder hogescholen in een sterke positie in noord
Nederland en daarbuiten gebracht moeten en kunnen worden.
Dat leidt eind 2006/begin 2007 tot concrete voorstellen die
aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Mede daarop
aansluitend zal in het voorjaar 2007 het Beleidskader
Beroepsonderwijs aan de raad ter besluitvorming voorgelegd
worden. Daarin zal ingegaan worden op de gehele
beroepskolom VMBO-MBO-HBO en recht worden gedaan aan een
brede invulling van het begrip Leeuwarden Kennisstad. Op
basis van dit beleidskader kunnen de (wel beïnvloedbare)
indicatoren Kennisstad met ingang van 2008 benoemd en
gerelateerd worden aan daarvoor in de gemeentebegroting op
te nemen middelen.
Vraag
In het programma Jeugd en Onderwijs is met betrekking tot
de onderwijshuisvesting sprake van 'een impuls om de grote
achterstanden definitief weg te werken'Zal dit na 2007
daadwerkelijk gerealiseerd zijn?