Handreiking voor het opstellen van een protocol voor de visitatiecommissie van de
gemeenteraad van de Gemeente Leeuwarden
4.11 Deze aanpak en indeling zijn gekozen om zo effectief mogelijk de raad te
beschouwen. Per raadsvergadering kan deze indeling worden veranderd om zo
elke commissielid uiteindelijk de hele raad te laten beschouwen.
Beraadslagingen
4.12 Deze beraadslagingen vinden plaats om de reflectie overzichtelijk te houden.
Ook worden deze vergaderingen gehouden om te kijken of gedurende het
proces de manier van visiteren moet worden gewijzigd en aangepast om een
beter beeld te krijgen van de werkwijze van de raad.
Eindverslag
4.13 Het eindverslag heeft als basis de verslagen van de raadplegingvergaderingen
waarin de bevindingen van de commissieleden staan vermeld.
4.14 In het concept worden ook de hoofdbevindingen en aanbevelingen van de
commissie vermeld.
4.15 De openbaarheid van het eindverslag betekent dat het ingekeken kan worden
door de raad, de ambtelijke organisatie en burgers. De raad heeft als één van
de doelstellingen om het lokale bestuur te verbeteren en uiteindelijk om de
burger zich meer betrokken te laten voelen bij deze lokale politiek. De
werkwijze van de raad moet toegankelijker en transparanter worden voor de
burger. Eén van de middelen om deze doelstelling te bereiken is het instellen
van de visitatiecommissie. De openbaarheid van het eindverslag van de
reflectie van de raad kan goed bijdragen aan het behalen van de doelstelling.
Eindgesprek en evaluatie
4.16 Tijdens het eindgesprek worden ervaringen en meningen uitgewisseld over het
gehele proces zelf en worden de bevindingen van de commissie in het
eindverslag mondeling toegelicht.
Overzicht
4.18 De indicatie van het aantal vergaderingen en bijeenkomsten komt hiermee
op ongeveer 10. Zoals eerder al vermeld kan er in overleg veranderingen
plaatsvinden.
Inspraakverordening gemeente Leeuwarden
Nummer 19443
MH
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van het college van 30 september 2004 (kenmerk 60981 dp);
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
gehoord de commissie Bestuur en Middelen van 13 september 2004;
BESLUIT VAST TE STELLEN DE:
Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van
gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
c. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid.
2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
3. Geen inspraak wordt verleend:
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen:
b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks
beleidsvrijheid heeft;
d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk
XV van de Gemeentewet;
e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden
afgewacht;
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de
gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.