Blad 2 Het project Noordelijke Elfstedenvaarroute past binnen de recreatieve doelstellingen uit landelijke, provinciale en regionale beleidskaders. Zo komt de route voor in het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (PWP) en in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) In het projectplan voor de Noordelijke Elfstedenvaarroute zijn de kerndoelen van het project als volgt gedefinieerd: het bevaarbaar maken van het noordelijk deel van de route voor boten tot 2,50 m komen tot een aanvullend kwalitatief toeristisch aanbod in Noord Fryslan meer bezoekers naar Noord Fryslan bezoekers langer vasthouden in de regio een impuls voor de Noord Friese economie en werkgelegenheid ondernemers Noord Fryslan stimuleren tot ondernemerschap de hele Friese Elfstedenroute bevaarbaar! Leeuwarden als centrale plaats in de Elfstedenroute zal zeker profiteren van de recreatieve en economische effecten die deze route met zich meebrengt. Uitvoering van het project vindt gefaseerd plaats; het hele project kent een doorlooptijd tot 2 015. 3Financiën De reeds toegezegde bijdrage van de gemeente Leeuwarden van 60.000,-- is opgenomen in de Programmabegroting 2 006 en de begroting voor 2 007. Dekking voor deze bijdrage is gevonden in de stelpost infrastructuur en voor een klein deel in het jaarlijkse budget voor Toerisme. De gevraagde aanvullende bijdrage van 60.000,-- van Leeuwarden, die is benodigd vanwege de uitbreiding van de werkzaamheden, zal beschikbaar worden gesteld in de vorm van een garantstelling voor een bijdrage van maximaal dit bedrag. Deze garantstelling wordt afgegeven onder een aantal voorwaarden De belangrijkste daarvan is dat de bijdragen uit regionale fondsen die door Stuurgroep Noordelijke Elfstedenvaarroute als p.m.-post in de dekking zijn opgevoerd bij beschikbaar komen worden verrekend met de aanvullende gemeentelijke bijdragen. Het gaat bij deze regionale fondsen om een bedrag van totaal 480.000,--. In eerste instantie was dit bedrag als 'reguliere' dekking opgevoerd. In de laatste financiële overzichten van de Noordelijke Elfstedenvaarroute is de KOMPAS-bijdrage met 480.000,-- opgehoogd en is de mogelijke subsidie uit regionale fondsen voor eenzelfde bedrag in de dekking vooreerst als p.m.-post opgevoerd. De tweede voorwaarde heeft betrekking op de voorfinanciering van de aanvullende gemeentelijke bijdrage. Blad 3 De provincie is bereid het totaal van de aanvullende gemeentelijke bijdragen, waaronder de 60.000,-- van Leeuwarden, voor te financieren voor de jaren 2007 en 2008. Op deze wijze behoeft pas vanaf 2009 ruimte gevonden te worden in de begroting voor de afdekking van de gemeentelijke garantstelling. Dit kan gebeuren door een herprioritering van de beschikbare middelen uit de stelpost infrastructuur Tenslotte wordt als voorwaarde gesteld dat de andere in het project participerende gemeenten die zijn benaderd voor een aanvullende bijdrage i.e. een garantstelling de bereidheid hebben hiermee in te stemmen. Door de betreffende colleges is dit inmiddels gebeurt. Wij gaan er verder vanuit dat de aangevraagde subsidiebij dragen uit KOMPAS-gelden, de ILG-bijdrage en de provinciale bijdragen uit de Leader-budgetten en Niet Doelstelling 2-gelden beschikbaar komen. Hierover bestaat eind van dit jaar duidelijkheid. 4. Tweede fase project Zoals in de inleiding is aangegeven is het beschikbaar stellen van aanvullende gemeentelijke bijdragen, al dan niet in de vorm van een garantstelling, een voorwaarde van de provincie voor het beschikbaar stellen van subsidiegelden. Een andere voorwaarde, maar dan tevens gekoppeld aan de ILG-gelden, is het zicht op de uitvoering van de tweede fase van het project (2010-2015)Aan de deelnemende gemeenten wordt gevraagd de intentie uit te spreken de vaarroute in de volgende ILG-periode volledig op Dm- classificatieniveau te brengen. Dit betekent het verder op diepte brengen van de route tot 1,50 meter, een vaarwegbreedte van in principe 15 meter en voldoende doorvaartbreedte bij de bruggen. Bij de deelnemende gemeenten bestaat de intentie tot uitvoering van het gehele project over te gaan, dus ook uitvoering te geven aan de tweede fase. Uitgangspunt daarbij is dat de dekking van de kosten van fase 2 weer plaatsvindt op soortgelijke manier als nu bij fase 1 gebeurt, d.w.z. met gebruikmaking van zoveel mogelijk gemeentelijke, regionale, provinciale, rijks- en Europese bijdragen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een kostenraming van ca. 7 miljoen (prijspeil 2004) voor deze fase. Verder geldt dat het van belang is dat de te realiseren extra vaarwegbreedte de landschappelijke waarden en de charme van de route niet of zo weinig mogelijk mogen aantast. Een doorvaarbreedte van minimaal 15 meter wordt niet overal nodig, wenselijk en mogelijk geacht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 383