Voorschriften
I
Aan artikel 3 wordt toegevoegd een lid F. 3 i.e.:
3. De realisering van de onder A. 1 onder a t/m d
genoemde functies niet eerder mag plaatsvinden dan
nadat 10% van het te realiseren deel van het te
verharden oppervlak als water is aangelegd.
II
Aan artikel 4 wordt toegevoegd een lid F. 2 (de
huidige bepaling wordt voorzien van het cijfer 1)
1.e.:
2. De realisering van de onder A. 1 onder a en b
genoemde functies niet eerder mag plaatsvinden dan
nadat 10% van het te realiseren deel van het te
verharden oppervlak als water is aangelegd.
III
Aan artikel 5 wordt toegevoegd een lid F.
(Inrichtingsbepalingen) - i.e.:
De realisering van de onder A. 1 onder a t/m h
genoemde functies niet eerder mag plaatsvinden dan
nadat 10% van het te realiseren deel van het te
verharden oppervlak als water is aangelegd.
IV
Aan artikel 7 wordt toegevoegd een lid C. 2 (de
huidige bepaling wordt voorzien van het cijfer 1)
i.e.:
1. De realisering van de onder A. genoemde functies
niet eerder mag plaatsvinden dan nadat 10% van het te
realiseren deel van het te verharden oppervlak als
water is aangelegd.
V
Artikel 3 A, lid 1, sub d wordt aangevuld met:
het woord "interne" tussen de woorden "een" en
"hoofdontsluitingsroute"
VI
Artikel 4 A, lid 1, sub b wordt aangevuld met:
het woord "interne" tussen de woorden "een" en
"hoofdontsluitingsroute"
VII
Artikel 3, lid D wordt gewijzigd alsvolgt
de zinsnede "nadere eisen stellen aan de plaats en
afmetingen van de bebouwing" te vervangen door:
nadere eisen stellen aan:
a. de plaats van de in lid C. 1. onder a en b en in
lid C. 2 onder d genoemde gebouwen binnen de in deze
leden genoemde minimale en maximale afstanden;
b. voor wat betreft de diepte, oppervlakte, hoogte en
dakhelling, de in lid C. 1 onder c t/m k, C. 2 onder
a t/ m c C. 3 onder a en C. 4 onder a en b
genoemde minimale en maximale diepte, oppervlakte,
hoogte en dakhelling