de ligging van signaleringsdoek (doorsnedes), isolerende maatregelen, damwanden;
d. een grondwateronttrekkingskaart met noordpijl en grondwaterstromingsrichting waarop zijn
aangegeven:
de ligging van drains en pompen;
de invloed van de onttrekking op omgeving (isohypsen);
e. een kabels- en leidingenkaart;
f. het huidige en toekomstige gebruik van de locatie;
g. een korte beschrijving van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek naar de
bodemverontreinigingsituatie na uitvoering van de sanering;
h. een beschrijving locatie en de directe omgeving (geohydrologie, kwetsbare objecten);
i. de aanvangssituatie bij nazorg (gebaseerd op evaluatieverslag), zijnde de stabiele eindsituatie en de
bijbehorende trede op de landelijke 'saneringsladder';
j. de aard van de restverontreiniging, alsmede de omvang, aanpak, beveiligings- en
monitoringsmaatregelen;
k. een beschrijving van passieve nazorg (registratie, monitoring) of actieve nazorg;
1. indien de maatregelen inhouden het regelmatig inspecteren van de voorzieningen die ter uitvoering van
de sanering zijn aangebracht:
de tijdstippen waarop hierover tussentijds aan het bevoegd gezag verslag wordt gedaan;
een beschrijving van de wijze waarop de instandhouding van de voorzieningen wordt
gewaarborgd en gecontroleerd;
m. indien de maatregelen inhouden het isoleren van de achtergebleven verontreiniging, een beschrijving
van de wijze waarop het betrokken grondgebied wordt beheerd;
n. indien de maatregelen registratie inhouden:
een beschrijving van de verwachte ontwikkeling in het locatiegebruik;
een beschrijving van de relatie tussen de restverontreiniging en eventuele
gebruiksbeperkingen;
o. indien de maatregelen monitoring inhouden:
een beschrijving van de verwachte ontwikkeling in het ruimtegebruik;
een beschrijving van de wijze waarop het ruimtegebruik de ontwikkeling beïnvloedt;
de resultaten van de toets of de voorgestelde maatregelen adequaat zijn met het oog op de
doelstellingen, waarbij de aard van de maatregelen, de frequentie en de duur van belang zijn;
p. een tijdschema van de te nemen maatregelen;
q. een beschrijving van de wijze waarop, met in achtneming van artikel 39e van de Wet
bodembescherming, waarborging plaatsvindt van de instandhouding van de te treffen voorzieningen;
r. een beschrijving van de gehanteerde aannames, uitgangspunten en onzekerheden;
s. het controle- en meetprogramma (peilbuizen, controlemonsters bodem en frequentie bemonstering);
t. de vastlegging van de signaalwaarden, zijnde de waarden die aanleiding geven tot het treffen van
aanvullende maatregelen, alsmede een beschrijving van die maatregelen;
u. een beschrijving van de handelwijze bij wijziging van het gebruik;
v. een beschrijving van de handelwijze bij noodzakelijke graafwerkzaamheden (waaronder de aanleg van
kabels en leidingen) en afvoer van verontreinigd materiaal;
w. een beschrijving van de handelwijze bij een calamiteit;
x. een financieringsplan behorend bij de begroting van de kosten van nazorg.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 39d van de Wet bodembescherming kan het vermelden in het
nazorgplan van de gegevens zoals in het vorige lid bedoeld achterwege blijven indien:
a. bij de indiening van het nazorgplan wordt aangegeven welke gegevens ontbreken;
b. daarbij de reden wordt aangegeven waarom die gegevens ontbreken en
c. die gegevens naar het oordeel van Burgemeester en wethouders niet noodzakelijk zijn voor de
beoordeling van het nazorgplan.
Hoofdstuk 6 Strafbaarheid en toezicht
Artikel 6.1 Strafbaarheid
Overtreding van artikel 3.2 en 4.1 is een strafbaar feit en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie
maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van
de rechterlijke uitspraak.
6
Artikel 6.2 Toezicht
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van
Burgemeester en wethouders aangewezen dan wel aan te wijzen personen.
Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 7.1 Overgangsbepalingen
1. Op saneringsplannen die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening blijft
de verordening van toepassing zoals deze gold voor het tijdstip van inwerkingtreding zoals bedoeld in
artikel 7.2.
2. Op een sanering of een fase van een sanering zoals bedoeld in artikel 38, derde lid van de Wet
bodembescherming die is uitgevoerd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zoals
bedoeld in artikel 7.2 zijn artikel 3.2 en hoofdstuk 4 en 5 niet van toepassing. Op deze sanering of fase van
sanering blijft de verordening van toepassing zoals deze gold voor dat tijdstip.
Artikel 7.2 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze verordening wordt aangehaald als "Gemeentelijke Bodemsaneringsverordening 2006".
2. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en vervangt vanaf dat moment
de "Gemeentelijke Bodemsanering Verordening gemeente Leeuwarden".
Vastgesteld te Leeuwarden ter openbare raadsvergadering van
Bekendgemaakt op