Vooruitblik 2006 Bestuur- en directieverslag 2005 Adequate huisvesting vooronderwijs dichtbij Zoals eerder geschreven, hebben zowel de Gemeente Leeuwarden als de Gemeente Franekeradeel andere huisvesting toegezegd die vrijkomt aan het begin van schooljaar 2006/2007. In hoeverre de toegezegde schoolgebouwen afdoende ruimte bieden om de te verwachten toekomstige leerlingengroei adequaat te kunnen huisvesten is pas vast te stellen als de kosten van het programma van eisen (minimaal noodzakelijke voorzieningen) zijn vergeleken met het door de gemeente beschikbare geld en het door de gemeente beschikbaar gestelde gebouw. Er wordt naar gestreefd om aan het einde van het schooljaar 2005/2006 een programma van eisen voor de beide gebouwen te hebben vastgesteld, zodat beide gebouwen in de loop van het schooljaar 2006/2007 verbouwd kunnen worden. Onderwijs op maat Om het leerlingvolgsysteem te verbeteren worden de werkelijke ontwikkelingsresultaten van een leerling vergeleken met de verwachte ontwikkeling die per leerling is vastgelegd in een handelingsplan. Eventuele afwijkingen zullen geëvalueerd worden. Zo nodig wordt het onderwijs aangepast of worden de verwachte doelen bijgesteld. Om één en ander administratief zo eenduidig mogelijk bij te houden is het applicatieprogramma DataCare aangeschaft. De laatste fase in de aanschaf van de methode Leeslijn staat gepland voor het komende jaar. Tevens zal de spellingmethode Woordbouw aangeschaft worden, een volgende stap om de beoogde doorgaande lijn van de didactiek te bewerkstelligen. Verder zal het Eigen Initiatief Model (EIM) ingevoerd worden op de nevenvestiging te Franeker. Op de hoofdvestiging is een leerkracht belast met het evalueren en eventueel bijsturen van de toepassing van EIM. Hij onderhoudt, door middel van geregelde video-interactietraining, de persoonlijke ontwikkeling van de collega's die de cursus al gevolgd hebben. Personeel en organisatie toegerust voor haar taak Alle personeelsleden krijgen opnieuw een functioneringsgesprek, waarvan het vastleggingsdocument in het personeelsdossier bewaard wordt. Deze gesprekken geven de direct leidinggevende en het personeelslid een kans om over eikaars functioneren te praten met als doel tot verbeterpunten te komen of verzuim te voorkomen. Aan de hand van de rapportage over de gewenste personele organisatiestructuur worden maatregelen voorbereid met betrekking tot een nieuwe opzet van de organisatie, waarbij verantwoordelijkheden en bevoegdheden eenduidig vastgelegd worden. Het is niet de verwachting dat de maatregelen tot ingrijpende personele veranderingen zal leiden, wel zal de span of control van het management aandacht krijgen. Dit betekent dat er mogelijk een management-laag tussen directie en personeel komt om één en ander beheersbaar te houden. Verder ziet het er naar uit dat binnen de personele organisatie een cultuurverandering moet plaatsvinden, zodat een afspraak weer gezien wordt als een afspraak. Momenteel worden regels en afspraken te vrijblijvend nageleefd. Deze houding veroorzaakt mede dat een deel van het personeel ervaart dat er geen beleid en regels zijn. Met name de directie heeft een Bestuur- en directieverslag 2005 taak om duidelijk te maken welk beleid beschreven staat en om de consequenties hiervan tot leven te brengen in de organisatie. Waar nodig zullen directie en bestuur aanvullend beleid formuleren en formaliseren. In dat kader zal in de loop van 2006 het personeelshandboek vastgesteld worden in overleg met de Medezeggenschapsraad. In het handboek staan de geldende regels en procedures beschreven. Het voornemen hiertoe bestond al in 2005, maar de invoering heeft vertraging opgelopen. Financieel beleid Vanaf 2006 is de financiële vergoeding die van het Rijk ontvangen wordt een lumpsum- vergoeding en dus niet meer geoormerkt. Enerzijds vergroot dit de vrijheid van het bestuur om gelden te gebruiken voor personele en materiële zaken, maar anderzijds vergroot dit ook de noodzaak voor een gezond financieel beleid om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Om te beoordelen of de toegekende gelden op een verantwoorde wijze besteed worden, stelt het Rijk gewijzigde eisen aan de boekhouding en de jaarreking van de school. In samenwerking met het administratiekantoor en de accountant zal aan deze eisen voldaan worden. Verder zal met de accountant worden overlegd of een weerstandsvermogen van 15 van de loonsom als afdoende wordt aangemerkt, rekening houdend met de lumpsum invoering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 436