Hoofdstuk 3
Reinigingsrechten
Aard van de heffing en belastbaar feit
Artikel 10
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven
zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur
verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de
openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of
inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud
zijn.
Belastingplicht
Artikel 11
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan
wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van
degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen
gebruik maakt
Maatstaf van heffing en belastingtarief
Artikel 12
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de
tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze
verordening behorende tarieventabel
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van
een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle
eenheid aangemerkt.
Belastingjaar
Artikel 13
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is
het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Wijze van heffing
Artikel 14
1De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel
worden geheven bij wege van aanslag.
5
2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, wordt
de belasting bedoeld in 2.3 van de bij deze verordening
behorende tarieventabel geheven door middel van een
mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke
kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling,
dan wel door toezending of uitreiking van de
schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige
bekend gemaakt
Ontstaan van de belastingschuld en de heffing
naar tijdsgelang voor de maandelijkse en
jaarlijkse verschuldigde rechten
Artikel 15
1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel
zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar
of, zo dit later, is bij de aanvang van de
belastingplicht
2Indien de belastingplicht in de loop van het
belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
3Indien de belastingplicht in de loop van het
belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing
voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
4. De rechten bedoeld in 2.2 en 2.3 van de bij deze
verordening behorende tarieventabel zijn verschuldigd
bij aanvang van de dienstverlening of het gebruik van de
bezittingen, werken of inrichtingen.
Tijdstip van betalen en betalen in termijnen
Artikel 16
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de
Invorderingswet 199 0 moeten de reinigingsrechten bedoeld
in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald
a. op het moment van het doen van de kennisgeving indien
deze mondeling wordt gedaan, dan wel
b. op het moment van uitreiking van de kennisgeving
indien deze schriftelijk wordt gedaan, dan wel
c. binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in
de voorgaande leden gestelde termijnen.