2
Hoofdstuk 1 Inleiding en achtergronden
De aanleiding tot herziening van het inburgering- en integratiebeleid wordt allereerst gevormd
door de overwegingen die aan de invoering van een nieuw wettelijk stelsel van inburgering
ten grondslag liggen.
Per 1 januari 2007 wordt de nieuwe Wet inburgering ingevoerd. Met deze wet wordt beoogd
een inburgeringsstelsel in te voeren dat een groter beroep doet op de eigen verantwoordelijk
heid om in te burgeren en meer verplichtend en resultaatgericht is dan het bestaande stelsel
onder de huidige Wet inburgering nieuwkomers (Win) en de verschillende
oudkomersregelingen. Het bestaande stelsel kent alleen de inspanningsverplichting om een
inburgeringsprogramma te volgen, is daardoor te vrijblijvend en levert volgens de regering uit
oogpunt van gewenste inburgering en integratie te weinig resultaten op. Daarom moet
inburgering minder vrijblijvend worden georganiseerd. De invoering van een resultaatgerichte
inburgeringsplicht is bedoeld als middel om achterstanden bij de integratie van minderheden
te overbruggen en nieuwe achterstanden te voorkomen. De inburgeringsplicht houdt in dat
men de noodzakelijke basiskennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving
verwerft en het inburgeringsexamen behaalt. Dat wordt gezien als een eerste onmisbare stap
naar volwaardige sociale, economische en culturele participatie.
De nieuwe wet introduceert een algemene inburgeringsplicht voor in beginsel alle
vreemdelingen die niet tenminste acht jaar van de leerplichtige leeftijd in Nederland hebben
gewoond.
Naast de wet wordt per 1 januari 2007 een Regeling 2007 voor vrijwillige inburgering in het
leven geroepen. Daarmee wordt beoogd ook mensen met een Nederlands paspoort, die niet
veiplicht kunnen worden het inburgeringsexamen te behalen maar dat wél willen, daartoe de
gelegenheid te bieden.
Ook de plaatselijke ontwikkeling van het integratiebeleid vormt aanleiding tot
beleidsherziening. Zo werd geconstateerd, dat het mede gezien voormelde redenen voor
invoering van een nieuw inburgeringstelsel zeer wenselijk was om het lokale integratiebeleid
te koppelen aan het herziene inburgeringbeleid.
Dat heeft uiteindelijk geleid tot de opdracht van de gemeenteraad aan het college van B&W
om een kademota te vervaardigen waarin het herziene beleid wordt geformuleerd op het
terrein van inburgering en integratie.
Sinds het begin van 2006 zijn wij als college met uw raad op meerdere momenten in gesprek
geweest over de voorbereiding van de nieuwe beleidskaders op het terrein van inburgering en
integratie. Door uw raad is toen aangegeven dat wij als denkrichting moesten hanteren dat
participatie niet vanzelf gaat. Samenvattend kan worden gesteld dat goede inburgering
participatie bevordert en participatie op haar beurt bijdraagt aan integratie, sociale cohesie en
het ontstaan van gedeelde waarden.
Duidelijk zijn door uw raad aan ons college de volgende uitgangspunten meegegeven:
Integratie is een wederzijds proces: allochtonen moeten bereid zijn zich actief in te
zetten (eigen verantwoordelijkheid) en tegelijkertijd moet de Leeuwarder samenleving
allochtonen de kans geven om volwaardig te participeren;
De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor een succesvolle inburgering en
participatie van allochtonen;
Daarom zal de gemeente extra sterk inzetten op het faciliteren van
inburgeringsplichtigen die in een achterstandssituatie verkeren;
De gemeente zal een trajectaanbod doen aan zowel de in de wet genoemde prioritaire
inburgeringsplichtigen als aan inburgeringsbehoeftigen;
Degenen die een trajectaanbod krijgen zullen gehandhaafd worden, waarbij met name
het niet voldoen aan de oproep voor het inburgeringsonderzoek als een relatief
ernstige overtreding wordt gezien;
Integratie is meer dan een voorbereiding op het inburgeringsexamen. Bij integratie
gaat het uiteindelijk om volwaardige economische, sociale en culturele participatie;
Voor het ondersteunen van het integratieproces met name op wijkniveau wordt
incidenteel voor het jaar 2007 een budget beschikbaar gesteld;
Voor de financiering van de inburgeringstrajecten zijn de rijksmiddelen beschikbaar
waarbij waar mogelijk wel verbindingen worden gemaakt met WWB-middelen en
WEB-middelen.
Met deze handreikingen zijn wij aan de slag gegaan om het beleid op het terrein van
inburgering en integratie voor de gemeente Leeuwarden te herzien.
De kademota is als volgt opgebouwd. Eerst worden in hoofdstuk 2 de wettelijke kaders voor
inburgering behandeld. Hoofdstuk 3 gaat in op de spilfunctie van de gemeente en hoofdstuk 4
op de financiering van het inburgeringstelsel. In hoofdstuk 5 tenslotte komt de herziening van
het integratiebeleid aan de orde. In de onderscheiden hoofdstukken zijn onze voorstellen aan
uw raad opgenomen.
Hoofdstuk 2 Wettelijke kaders
Op het terrein van inburgering zijn met name de landelijke kaders zoals neergelegd in de
nieuwe Wet inburgering en de Regeling 2007 voor vrijwillige inburgering1 bepalend voor
welk beleid de gemeente hier zal en kan gaan voeren. Zowel de wet als de regeling leggen
vast welke taken en bevoegdheden de gemeente heeft en aan welke voorschriften zij is
gebonden. Bij de invulling van het lokale inburgeringsbeleid is deze wetgeving voor de
beleidsinvulling door de gemeente zeer richtinggevend.
Op het terrein van integratie bestaat er tot op heden geen landelijke wetgeving die de lokale
beleidsinkleuring mede bepaalt. De beleidsvrijheid voor de gemeente is hier dus aanmerkelijk
groter. Echter de keerzijde hiervan is dat er van rijkswege ook geen budgetten beschikbaar
zijn voor dit beleidsonderdeel.
Vanwege het belang van de rijksregelgeving op het terrein van inburgering volgt hieronder
kort een beschrijving van een aantal onderwerpen zoals die neergezet zijn in de regelgeving
van de kant van het Rijk.
2.1 Inburgeringsplicht en vrijwillige inburgering
Met de invoering van de nieuwe wet wordt een algemene plicht tot inburgeren voor
vreemdelingen geïntroduceerd. Deze verplichting wordt ingevoerd voor alle vreemdelingen
1 Deze Regeling geldt voor het jaar 2007 en nog niet voor 2008 en 2009. Daarom zijn alle voorstellen en
ambities in deze kademota opgenomen onder het uitdrukkelijke voorbehoud, dat ook voor 2008 en 2009 een
soortgelijke Regeling al dan niet in de wet opgenomen zal gelden. Bij de rijksfinanciering voor 2007 t/m 2009
- waarop wij de ambities in deze kademota hebben afgestemd - is hiermee al rekening gehouden. Ook
anderszins heeft de minister duidelijk het voornemen kenbaar gemaakt om een dergelijke Regeling voor
vrijwillige inburgering ook voor 2008 en 2009 te laten gelden.