zaken belast worden met het verstrekken van de individuele en meer algemene informatie aan inburgeraars. 4.2 Rijksvergoeding voor trajecten Het prestatie-afhankelijke deel is bedoeld voor het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen aan inburgeraars. Nadat uw raad heeft besloten over de in deze kadernota geformuleerde voorgenomen prestaties, zal het college bij het rijk de definitieve aanvraag voor het aantal aan te bieden voorzieningen indienen. Vervolgens zal de rijksbijdrage op basis van het aantal toegewezen voorzieningen worden verleend. Hier is dus sprake van outputfïnanciering. De indicatieve rijksbijdrage 2007 t/m 2009 voor het prestatie afhankelijke deel bedraagt voor Leeuwarden 3.943.211,- Uit deze bijdrage moet het aanbod van inburgeringsvoorzieningen aan alle hierboven genoemde groepen inburgeraars inburgeringsplichtig en inburgeringsbehoeftigworden bekostigd.. In het kader van de indicatieve rijksbijdrage zijn er twee vergoedingen voor trajecten, te weten 4235,- en 6180,-Het verschil in trajectvergoeding wordt bepaald door het al dan niet aanwezig zijn van een samenloop met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Indien een inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige tevens een traject aangeboden kan worden gericht op terugkeer naar de arbeidsmarkt, zal een lagere vergoeding voor het inburgeringstraject door het Rijk worden verstrekt. Voor de andere inburgeraars waarvan de groep "oudkomers zonder inkomsten uit werk of uitkering" de belangrijkste is, geldt de vergoeding van 6180,- In ons voorstel aan uw raad zullen van de voorgenomen 750 trajecten er 450 gecombineerde trajecten vallen in de lagere vergoedingscategorie en 300 enkelvoudige trajecten in de hogere vergoedingscategorie. Teneinde de 450 trajecten waarvoor een lagere vergoeding door het Rijk beschikbaar wordt gesteld, toch te kunnen uitvoeren is aanvullende financiering vanuit het Werkdeel WWB noodzakelijk. Wij stellen voor gedurende de periode 2007 t/m 2009 1.800.000,= binnen het W-deel te reserveren voor uitvoering van de 450 geraamde gecombineerde inburgerings- en reïntegratietrajecten. Wij zijn van de mening dat de vergoedingen door het Rijk voor met name de inburgeringsvoorzieningen niet ruim zijn. Daarom hebben we kritisch gekeken naar welk deel gereserveerd kan worden voor de uitvoeringskosten bij de sector sociale zaken en welk deel beschikbaar moet blijven voor uitvoering van de inhoudelijke trajecten zelf, die via een aanbesteding ingekocht zullen gaan worden. Wij stellen voor om ten laste van de rijksvergoeding per inburgeringstraject een bedrag van 600, af te zonderen voor de uitvoeringskosten van de sector sociale zaken. In totaal gaat het dan om een geraamd budget van 450.000,= waarmee gezorgd zal worden voor een intensieve vorm van casemanagement op deze trajecten. De definitieve vergoeding bij afrekening met het rijk wordt voor 30% gebaseerd op de start van de voorziening (het trajecten voor 70% op de deelname aan het inburgeringsexamen. Bij de bepaling van deze vergoedingen wordt rekening gehouden met een uitval waarvoor een norm van 10% wordt gehanteerd. 12 4.3 Rijksvergoeding voor handhaving Voor de handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen die geen inburgeringsvoorziening aangeboden krijgen, stelt het rijk een vergoeding van 310,- per inburgeringsplichtige beschikbaar. De rijksbijdrage wordt achteraf vastgesteld op basis van het gerealiseerde aantal handhavingsbeschikkingen. Ook hier is dus sprake van outputfïnanciering. Voor nieuwkomers móet de inburgeringsplicht altijd worden gehandhaafd. Voor oudkomers geldt, dat de gemeente in beginsel bevoegd is de inburgeringsplicht te handhaven; zij bepaalt hier zelf de hoogte van haar ambitie. Wél wordt voor oudkomers een beperkte taakstelling opgelegd voor de komende driejaar. De verdeling daarvan over de gemeenten is gebaseerd op het procentuele aandeel van de gemeente in het totale aantal in Nederland woonachtige allochtonen. Over de periode 2007 t/m 2009 bedraagt de taakstelling om inburgeringsplichtige oudkomers zonder trajectaanbod te handhaven voor Leeuwarden 64. Daarnaast houdt het rijk vooreerst rekening met 168 nieuwkomers zonder trajectaanbod in Leeuwarden die gehandhaafd moeten worden in deze periode. Voor deze handhavingstaak wordt een rijksbijdrage beschikbaar gesteld van 71.637,- Gemeenten hebben ook een handhavingstaak ten aanzien van inburgeraars die een voorziening (traject) van de gemeente krijgen aangeboden. In dat geval maken de kosten van handhaving deel uit van de door het rijk beschikbaar gestelde vergoeding voor het aanbod van de voorziening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 474