2. Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan: Inleiding Indicatoren De te realiseren effecten in de programmabegroting worden gemeten en uitgedrukt in indicatoren. Het belang van goed en scherp geformuleerde indicatoren wordt steeds evidenter. Op grond van de informatie ontleend aan de indicatoren ontstaat voor de raad inzicht of maatregelen aan de realisatie van beleidsdoelstellingen hebben bijgedragen en wordt de raad in staat gesteld om hierop bij te sturen. Hiervoor is al aangegeven dat de indicatoren van de twee programma's Jeugd Onderwijs en Milieu, Energie en Water beter geformuleerd zijn. Hierdoor zijn is de meetbaarheid van de gewenste effecten duidelijk toegenomen. Voor het programma Economie Toerisme waren de indicatoren al benoemd, maar deze zijn nu ook inhoudelijk ingevuld. Hierdoor neemt de sturings- en controlemogelijkheid van dit programma toe. Politiek Bestuur. In het programma Politiek Bestuur is een aantal indicatoren scherper geformuleerd en een enkele nieuw toegevoegd. Voor een deel van deze indicatoren zal een nulmeting in het najaar 2006 verricht worden en voor een deel zijn deze indicatoren concreet ingevuld. Op deze wijze wordt de monitoring verbeterd. Vervolg van het verbetertraject van de programmabegroting Hoewel de programmabegroting op een groot aantal punten is verbeterd, blijft verdere kwaliteitsverbetering noodzakelijk in een continue proces. Van de raad, het college en de organisatie zal dit de komende tijd nog de nodige inspanningen vergen. Ter bevordering van het programmatisch werken in de organisatie en ter verdere verbetering van de programmabegroting zal ook het komende jaar een aantal kennisateliers georganiseerd worden voor een aantal programma's. Het betreft hierbij programma's die nog niet in een raadscommissies behandeld zijn. Het is de bedoeling dat de verbetervoorstellen, die deze kennisateliers opleveren, ter behandeling voorgelegd worden aan de functionele raadscommissies. Voor 2007 gaat het dan in ieder geval om de volgende programma's. Cultuur Werk en Inkomen Cultuur Voor het programma Cultuur is gestart met het intensieve traject van analyse, ontwikkeling en herformulering gericht op verbetering van dit programma. Dit proces loopt nog. Het formuleren van een integrale visie die de verschillende onderdelen van dit programma met elkaar verbindt, is van evident belang. Naar verwachting zal al in het najaar van 2006 een apart kennisatelier Cultuur met de raad georganiseerd worden waarbij het streven is gericht op een gemeenschappelijke visie die handen en voeten geeft aan het strategisch concept Tijd voor schoonheid'. Deze visie zal vervolgens vertaald kunnen worden in doelen en effecten. Werk&lnkomen Voor dit programma is een herijking van het beleidskader Werk Inkomen voorzien. Deze herijking is noodzakelijk ten gevolge van de landelijke ontwikkelingen en het collegeprogramma, 'Leeuwarden werktr. Een terugtredende rijksoverheid leidt tot gemeentelijke ruimte, in financiële zin en beleidsinhoudelijk. Tegelijkertijd brengt dit grote financiële consequenties met zich mee voor de gemeente. In het collegeprogramma is groot belang verbonden aan het doel het aantal bijstandsgerechtigden fors terug te dringen. De herijking van het beleidskader dat door deze ontwikkelingen noodzakelijk is, zal tevens herformulering van de doelen en effecten uit het programma tot gevolg hebben. Ook hiervoor zal het traject van een kennisatelier, ambtelijke voorbereiding en inbreng van de raad gevolgd worden. Om dit continue proces van verbetering van de programmabegroting te volgen, zal de Lokale Rekenkamer B.V. onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de programmabegroting. Het gaat hierbij om de inhoud van de programmabegroting, de geformuleerde doelstellingen, effecten en indicatoren. Het onderzoek zal zich eveneens richten op de toegankelijkheid, de hanteerbaarheid van het instrument. 10 2. Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan: Stadsvisie, Grote Stedenbeleid en convenanten 2.1.2 Stadsvisie, Grote Stedenbeleid, en convenanten Stadsvisie/Regiovisie In augustus 2002 verscheen de Stadsvisie 'Varen onder eigen vlag'. Met die visie werd de verbinding gelegd tussen LEVI 2030 (doelen voor de lange termijn) en de concrete opgaven waar Leeuwarden mee bezig is en die eraan komen. "Varen onder eigen vlag" benadrukt de eigen identiteit van Leeuwarden. In nauwe samenhang met die eigen identiteit verwoordt en verbeeldt de Stadsvisie de ontwikkelingen die moeten waarborgen dat Leeuwarden haar positie van Friese hoofdstad en tweede stad van het noorden versterkt, in ruimtelijk, economisch en sociaal opzicht. Voor de samenwerking in de regio is het streven tot minder organisaties te komen voor hetzelfde werk. In die nieuwe structuur kunnen thematische werkgroepen (plattelandsprojecten, economie, wonen, infrastructuur, recreatie en toerisme, cultuur) een plaats krijgen. Actualisatie Stadsvisie In de Inleiding van het Collegeprogramma "Leeuwarden werkt!" staat, dat de Stadsvisie koersbepalend is geweest voor het beleid en dat dit zo zal blijven. De Stadsvisie wordt op een aantal punten geactualiseerd. Richtinggevende punten voor deze actualisatie zijn duurzaamheid, innovatie, stedelijke economie, externe gerichtheid en bereikbaarheid. De blik zal naar buiten gericht zijn; de banden met de regio, andere steden (GSB) en het buitenland (EU) zullen worden aangehaald, zodat elders ontwikkelde ideeën snel in Leeuwarden opgepakt en toegepast kunnen worden. Duurzaamheid is een centraal thema in het beleid dat gevoerd zal worden. Voor de verdere ontwikkeling van het bedrijfsleven in Leeuwarden biedt een koppeling van economie en milieu (inclusief water en energie) grote kansen op een voorspoedige ontwikkeling van de stad. Die kansen worden ook versterkt door een goede bereikbaarheid, een hoog niveau van (deelname aan) cultuur en sport, en onderwijs dat goed aansluit op en een intensieve, open relatie heeft met het bedrijfsleven. Uitgegaan wordt van een gezond, veilig en aangenaam leefmilieu met een passende woning voor iedereen en een optimale dienstverlening van de gemeente aan burgers en bedrijven. Deze actualisatie zal in het begrotingsjaar ter hand worden genomen, waarbij aangesloten kan worden op de uitkomsten van het maatschappelijk debat dat door het provinciaal bestuur wordt georganiseerd. De actualisatie zal aanleiding zijn voor nieuwe planvorming. Voor de uitvoering van die plannen zullen middelen gereserveerd moeten worden. Een jaarlijkse voeding van het SIOF met enkele miljoenen is daarvoor noodzakelijk. De gemeente moet blijven investeren in het sociaal en economisch draagvlak van de stad en dus in de kwaliteit van voorzieningen, de openbare ruimte en de gebouwde omgeving. De koersvastheid van de gemeente begint breder herkend en gewaardeerd te worden. Met de provincie wordt goed samengewerkt aan de uitvoering van het geactualiseerde Stadsconvenant. In het nieuwe Streekplan Fryslan wordt de functie van Leeuwarden voor regio, provincie en landsdeel erkend. Leeuwarden is voor Fryslan van groot economisch belang. Daarnaast vormt de concentratie van middelbaar en hoger beroepsonderwijs, de kenniscirculatie, en van financiële en zorginstellingen een belangrijke impuls voor het stedelijk klimaat. Met partners in Leeuwarden voeren we een stadsmarketingcampagne Expeditie Leeuwarden. Met de slogan "Kijk, dat is 't mooie van Leeuwarden" wordt Leeuwarden nadrukkelijker en positief op de nationale kaart gezet. De culturele sector heeft behoefte aan een economische impuls, aan een versterking van het cultureel ondernemerschap. Jonge talenten dienen meer aan de stad en bestaande initiatieven gekoppeld en verder uitgebouwd te worden. Op basis van de beleidsnotitie 'Ons creatieve vermogen' (OCW en EZ) worden gelden beschikbaar gesteld voor het organiseren van samenwerkingsverbanden, waarbij bedrijven en bij voorkeur ook gemeenten betrokken zijn. De kansen die er liggen dienen benut te worden om zo de creatieve industrie in de stad te stimuleren en ruim baan te geven aan cultureel/creatief ondernemerschap. Grote Stedenbeleid Leeuwarden participeert sinds 1995 in het Grote Stedenbeleid. In het kader van het partnerschap tussen Rijk en steden is voor de periode (2005-2010) opnieuw een Meerjarenontwikkelingsprogramma opgesteld. Vanzelfsprekend is dit MOP in samenhang met de stadsvisie opgesteld. In het MOP wordt ingegaan op de, in het GSB stelsel benoemde, thema's die aansluiten bij de problematiek van de grote stad. De gemeente Leeuwarden heeft zich met het sluiten van een convenant met het Rijk vastgelegd op het behalen van de resultaten. De in het MOP 2005-2009 opgenomen ambities en ll

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2006 | | pagina 57