2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: MeerjarenSnvesteringsFrogramma 2007
Voorrang fietsers op minirotondes
In de richtlijnen van het landelijk kennisplatform CROW voor de vormgeving van minirotondes is
aangegeven dat in de bebouwde kom de fietsers in de voorrang dienen te zijn opgenomen. Uit
oogpunt van verkeersveiligheid staan de drie noordelijke provincies op het standpunt dat de fietser,
als kwetsbare verkeersdeelnemer, op minirotondes voorrang aan het gemotoriseerde verkeer moet
verlenen. Dit standpunt is tot nu toe door de gemeente Leeuwarden gedeeld. Slechts bij twee
minirotondes, het Vliet en in de Vrijheidswijk, heeft de fietser in de huidige situatie voorrang. Het
gemeentelijk standpunt is in het kader van het uitwerkingsplan voor het fietsverkeer heroverwogen. Op
grond van ervaringen elders is geconstateerd dat het verkeersveiligheidsaspect minder zwaarwegend
is dan gedacht. De verkeersveiligheid voor fietsers bij voorrang op minirotondes is nauwelijks minder
dan bij een omgekeerde voorrangssituatie. De verkeersveiligheid is in ieder geval beduidend beter
dan in vergelijking met traditionele kruisingen.
In de loop der jaren zijn er ook in het noorden steeds meer gemeenten toe overgegaan om de
minirotondes conform de richtlijnen aan te leggen, dus binnen de bebouwde kom met de fietsers in de
voorrang. In gemeenten als Groningen, Zwolle en Smallingerland komen beide soorten minirotondes
dan ook binnen de stad voor.
Uit onderzoek van TNO is gebleken dat er twee aspecten zijn waarop de weggebruiker bij een
minirotonde bepaalt welk gedrag van hem wordt verwacht met betrekking tot de voorrang, te weten:
- de markering (haaientanden) met bijbehorende verkeersborden; en
- het doorlopen van de rode kleur van het fietspad over de oversteek.
Uit de ervaring elders blijkt dat bij het juist toepassen van bovengenoemde kenmerken er geen
problemen op het gebied van de verkeersveiligheid ontstaan.
In het uitwerkingsplan is de afweging gemaakt bij welke minirotondes gekozen kan worden voor
voorrang voor de fietser. Bij de minirotondes in de stadsring ligt de prioriteit op de doorstroming van
het autoverkeer zodat hier de voorrangsituatie opgewijzigd blijft. Hetzelfde argument geldt voor de
oostelijke rondweg (wegen tussen Vrijheidsplein en Drachtsterplein). In het kader van de aanpassing
van de westelijke stadsring wordt bovendien studie gemaakt van andere kruispuntoplossingen.
Op de minirotondes binnen de stadsring kan de voorrangssituatie worden aangepast. Het gaat hierbij
in eerste instantie om totaal tien minirotondes. De uitvoering hiervan zal in 2007 plaatshebben. Bij de
uitvoering zal extra aandacht worden besteed aan communicatie over de gewijzigde situatie. Daar
waar mogelijk zullen overige minirotondes binnen redelijke termijn volgen.
Fietsenstallingen binnenstad
Het zorgen voor voldoende fietsenstallingen is naast infrastructuur een van de twee peilers van het
uitwerkingsplan voor het fietsverkeer. Voor het kernwinkelgebied gaat het om het realiseren van
minimaal 1300 overdekte en bewaakte fietsenstallingen met daarbij de mogelijkheid tot een
capaciteitsuitbreiding tot 2000 plaatsen. Geopteerd wordt voor twee locaties. In 2007 zal een start
worden gemaakt met een onderzoek naar de mogelijkheden voor bewaakte en overdekte
fietsenstallingen in de binnenstad.
Projecten parkeren
Onderdeel van het project Nieuw Zaailand is de grootschalige renovatie en uitbreiding van de
parkeerkelder onder het Wilhelminaplein. De planvoorbereiding loopt door in 2007. Vanaf 2008 is de
uitvoering van de werkzaamheden voorzien.
Verkeers veilig h eid
In het gemeentelijk wegennet is op een aantal plekken sprake van (potentieel) verkeersonveilige
situaties voor met name het langzame verkeer. Wordt gekeken naar daadwerkelijke letselongevallen
dan springt het kruispunt Vlietsterbrug/Nieuwekade/Tuinen met zes ongevallen in drie jaar hier
duidelijk bovenuit. Om deze reden heeft aanpak van deze kruising de eerste prioriteit.
Andere verkeersonveilige kruisingen zijn het Spanjaarsplein en Rengerslaan/Spanjaardslaan. Deze
twee kruisingen zullen in 2007 in combinatie met de rioleringswerkzaamheden worden aangepast. De
aanpak van het knelpunt voor de fietser bij de Noorderbrug maakt al onderdeel uit van de maatregelen
in de hoofdfietsroute Binnenstad - Noord.
Voor het autoverkeer is sprake van een (potentieel) onveilige verkeerssituatie bij de kruisingen
Aldlansdyk/Stinzenfiorea en Aldlansdyk/dr. Jacob Botkeweg. Het doortrekken van de middenbermen
biedt hiervoor een oplossing.
18
2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: MeerjareninvesteringsFrogramma 2007
Meerjarenprogramma infrastructuur 2007-2010
In Bijlage II van Bijlage D, van het bijlagenboek, is een overzicht gegeven van de infrastructurele
projecten voor de periode 2007 t/m 2010. De invulling voor de jaren na 2007 heeft vooral een
indicatief karakter. Het overgrote deel van de beschikbare algemene middelen voor infrastructuur in de
komende jaren is bestemd voor de uitvoering van het GVVP.
Een overzicht van de projecten waarvoor in de periode 2007 t/m 2010 dekking vanuit de algemene
middelen (stelpost infrastructuur, reserveringen GVVP en Dorpennota) beschikbaar komt, is
opgenomen in Bijlage III van Bijlage D van het bijlagenboek
Financiering
Het programma infrastructuur maakt gebruik van verschillende dekkingsbronnen ter financiering van
de projecten.
Vanuit de algemene middelen is jaarlijks een stelpost beschikbaar ter dekking van de eigen
gemeentelijke bijdrage in de kosten van infrastructurele projecten. Het gaat hierbij om de dekking van
kapitaallasten behorend bij een investeringsvolume van ca. 1,9 min per jaar (exclusief BTW). Voor
2007 is verder nog een saldo beschikbaar uit het Programma Infrastructuur 2006 van 41.100.
Daarnaast is bij de vaststelling van de Programmabegroting 2006 eenmalig een investeringsruimte
beschikbaar gekomen voor maatregelen uit het GVVP van 1.165.500. Hiervan is in 2006 een bedrag
van 1.090.000 ingezet zodat van dit bedrag nog 75.500 resteert voor GVVP-maatregelen uit de
programma's vanaf 2007. Het saldo van mee- en tegenvallers van afgesloten projecten met een
bijdrage uit de stelpost infrastructuur bedraagt 88.700. Dit bedrag wordt in 2007 opnieuw ingezet
voor infrastructurele projecten.
Voor de uitvoering van maatregelen uit het GVVP zijn voor de periode 2007 tot en met 2010, naast de
stelpost infrastructuur, ook middelen nieuw beleid beschikbaar voor de afdekking van een
investeringsvolume van 2,4 min per jaar.
Ook voor de maatregelen uit de Dorpennota zijn dekkingsmiddelen in de programmabegroting
opgenomen. Voor de beleidsperiode 2007 tot en met 2010 gaat het om de dekking voor een
investeringsvolume van jaarlijks 0,2 min.
Vanuit de algemene middelen is voor 2007 derhalve dekking aanwezig voor een gemeentelijke
bijdrage in investeringen ten bedrage van 4.690.300. Van het voor 2007 beschikbare budget zal
12.300 worden gebruikt voor de dekking van maatregelen na 2007. Bijlage IV van bijlage D, van het
bijlagenboek, geeft een overzicht van het verloop van de algemene middelen in de periode 2007 tot
en met 2010.
De kosten van de infrastructurele maatregelen in de inbreidings- en uitbreidingsgebieden waarvoor
een grondexploitatie is opgezet, worden ten laste gebracht van de betreffende exploitaties.
De bijdrage van de gemeente Leeuwarden in de uitvoeringskosten van de Noordwesttangent wordt
gedekt vanuit het SIOF. Het gaat hierbij om een gemeentelijke bijdrage van totaal 2 min die over
twee jaar is verdeeld.
Ook de bijdrage van Leeuwarden in de noordelijke elfstedenvaarroute is verdeeld over de jaren 2006
en 2007. Voor een deel wordt deze bijdrage gedekt uit de budgetten voor toerisme.
Met de provincie zijn als onderdeel van de actualisatie van het Stadsconvenant, onder het thema
"Leeuwarden bereikbaar ontsloten", afspraken gemaakt over provinciale financiële bijdragen voor
infrastructuur in de periode 2006 tot en met 2009.
Aan subsidiemogelijkheden resteert de komende jaren vooral de BDU-regeling en de
Stimuleringsregeling Fiets. De insteek van de gemeente Leeuwarden is om met de provincie Fryslan
te komen tot langjarige afspraken over de inzet van de BDU-middelen voor de uitvoering van het
GWP.
Voor 2007 komen ook middelen beschikbaar uit het Fonds Stadsregio Leeuwarden (FSL). Deze zijn
vooral bestemd voor fietsmaatregelen.
Als onderdeel van de financieringsstrategie voor de bereikbaarheid van Leeuwarden hebben de
gemeente Leeuwarden en de provincie in 2006 samen een Regionaal Mobiliteitsfonds ingesteld met
het oogmerk extra rijksgelden te genereren voor het oplossen van stedelijke knelpunten. Hierin zullen
de gelden worden ondergebracht voor de grootschalige ingrepen in de infrastructuur waarvan de
uitvoering veelal jaren vergt zodat de dekking over meerdere jaren uitgesmeerd dient te worden.
19