3
Indien een schuldregeling niet minnelijk kan worden opgelost kan de klant in sommige gevallen via een
rechterlijke uitspraak een bewindvoerder toegewezen krijgen. De klant komt dan in de WSNP (Wet
schuldsaneringsanering natuurlijke personen). De GKB is door de gemeenten gemandateerd om
verklaringen, die klanten nodig hebben om toegelaten te worden tot de WSNP, af te geven. Daarnaast
heeft de GKB ook twee bewindvoerders in dienst. De opbrengst van de WSNP-activiteiten is gestegen.
De GKB is naast intermediair tussen schuldeiser en schuldenaar van oudsher een kredietinstelling waar
klanten met een inkomen lager dan 130 van het minimum inkomen een krediet kunnen aanvragen.
Daarnaast gelden voor klanten met een hoger inkomen een aantal voorwaarden waaronder zij bij de GKB
een krediet kunnen aanvragen Deze voorwaarden staan in de Wet Fido. De (rente)opbrengst van de
kredietportefeuille is iets gedaald ten opzichte van 2C04.
2 2 Betalingsachterstand van kredietnemers
De achterstand in de betalingen is in 2005 iets gestegen, zowel absoluut als procentueel. Het uitstaand
saldo is daarbij ook gestegen.
De ontwikkeling van de achterstand blijkt uit de volgende cijfers:
31-12-2005 31-12-2004
Uitstaande saldo kredietnemers 2.771.041 2.674.490
Posten met betalingsachterstand 306.287 280.875
in procenten van het uitstaande saldo 11.05% 10,50%
Voorziening risicofonds kredietnemers 116.219 118.091
in procenten van het uitstaande saldo 4,19% 4,42%
(exclusief voorziening overlijdensrisico)
De GKB verstrekt voor een groot deel kredieten in het onderste marktsegment. Eén van de risicofactoren
bij de inning van achterstallige bedragen is dat er regelmatig moeizaam geïnd kan worden, daar er weinig
ruimte is in het budget van de betreffende klanten. Door het treffen van minimale regelingen kunnen na
verloop van tijd bedragen toch volledig geïncasseerd worden.
2 3 Rentebaten
De GKB verstrekt leningen op annuïteitenbasis. De rente wordt geboekt op het moment van het
ontvangen van een aflossing en is dan gebaseerd op het ten tijde van de verstrekking geldende rente
percentage en de sinds de laatste renteboeking verstreken periode. Basis hiervoor is de Wet op het
Consumentenkrediet (WCK). De WCK geeft ook voorschriften t.a.v. de bepaling van achterstand en
derhalve van het recht op berekening van vertragingsrente. Bij het boeken van rente wordt eerst de
vertragingsrente geboekt, daarna de tussen twee aflossingsdata opeisbaar geworden rentevergoeding.
Het restant wordt op het saldo van de lening in mindering gebracht. Indien op een lening geen
betalingen meer worden gedaan, wordt de vervallen rente extracomptabel vastgelegd.
Eind 2005 bedroeg deze extracomptabele rentevordering 22.371,-. Ultimo 2004 bedroeg deze
rentevordering 24.653,-. Deze daling houdt een afhandeling in van een aantal kredieten met zeer
hardnekkige achterstand. Bij een aflossing of afboeking wordt als eerste deze rente geboekt. Indien er niet
op een krediet wordt afgelost zal deze vordering stijgen en invloed hebben op het achterstandspercentage
als gevolg van bovenstaande boekingsvolgorde.
2 4 Automatisering
In 2005 is nieuwe hardware aangeschaft en zijn een aantal vervangingsinvesteringen gepleegd op
bestaande reeds afgeschreven apparatuur. De nieuwe hardware wordt geactiveerd op de balans en in drie
jaar afgeschreven ten laste van de exploitatie. Tot 2005 werd hardware in vijfjaar afgeschreven. Echter in
de praktijk blijkt dat sommige hardware maximaal drie jaar meegaat. Nieuwe programmatuur (software)
wordt nog steeds in vijfjaar afgeschreven.
De GKB is in de jaarrekening van 2003 begonnen met door het personeel opgebouwde verlofrechten aan
het einde van het boekjaar op te nemen in de balans als overlopende passiva. Er is in 2005 een bedrag
van 6.769,- geboekt ten gunste van de exploitatie in verband met een afname van de opgebouwde
rechten per balansdatum.
De panden in Heerenveen en in Leeuwarden zijn beide eigendom van de GKB. De verbouwkosten, kosten
koper en nieuwe investeringen worden in 10 jaar afgeschreven ten laste van de exploitatie. In 2004 is
begonnen met een afschrijving van 2,5 op de aanschafwaarde van het gebouw in Leeuwarden.
De aflossingsvrije hypotheek op het pand in Leeuwarden is in mei 2003 gewijzigd. Sinds mei 2003 wordt
maandelijks 7.500,- afgelost op de hypotheekverplichting bij de Rabobank. Daarnaast heeft er in 2005
een extra aflossing op de hypotheek plaatsgevonden van 10% van de hoofdsom van de hypotheekschuld
2 7 Verhuurpand
Het huurcontract van de huurder AAC Cosmos is beëindigd per 31 december 2004. Vijf van de
oorspronkelijk negen verhuurde kamers worden in 2005 verhuurd aan de Vereniging van Friese
Gemeenten (VFG) en aan de Stichting Schuldhulpverlening voor Ondernemers (SVO). AAC Cosmos
betaalde erg veel huur, VFG en SVO betalen een marktconforme huur. In 2005 zijn daarom de
huuropbrengsten aanmerkelijk lager dan in de jaren daarvoor. Tot 2004 waren de huuropbrengsten altijd
hoger dan de te betalen rente op de hypotheek. Vanaf 2005 zijn de huuropbrengsten lager dan de te
betalen hypotheekrente. Het verschil ad. 35.175,- wordt na bepaling van het exploitatieresultaat uit de in
2000 aangelegde bestemmingsreserve voor huisvestingsrisico's opgenomen en aan het algemeen reserve
toegevoegd.
AAC Cosmos verzorgde zelf de schoonmaak van de gehuurde kamers. Omdat de GKB voor de huidige
huurders de schoonmaak verzorgt, heeft dit geleid tot een stijging van de schoonmaakkosten.
2 8 BTW
De Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NWK) heeft in 2005 herhaaldelijk overleg gevoerd met
het Ministerie van Financiën over de BTW-problematiek. Dit overleg heeft geleid tot een wijziging van
bijlage B bij artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 per 1 januari 2006. Deze wijziqinq
is gepubliceerd in de Staatscourant van 27 december 2005.
In bijlage B wordt het navolgende ingevoegd:
32
33. instellingen die werkzaam zijn op het gebied van schuldhulpverlening, met uitzondering van
bewindvoering in het kader van de wettelijke schuldregeling, voorzover de diensten niet reeds kunnen
worden gerangschikt onder artikel 11eerste lid, onderdeel j van de wet.
Toelichting
De nieuwe post b.33 ziet op instellingen die werkzaam zijn op het gebied van schuldhulpverlening. Hei
gaat hierbij met name om de activiteiten van de (gemeentelijke) kredietbanken die als zodanig zijn
aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NWK). Onder schuldhulpverlening
vallen in de praktijk verschillende werkzaamheden, zoals budgetbegeleiding, budgetadvisering,
budgetbeheer, schuldregeling in het kader van het minnelijke traject (waarbij een schuldenaar veelal
door tussenkomst van een schuldregelaar op minnelijke wijze met zijn schuldeisers overeenstemming
tracht te bereiken over het aflosser, van zijn schulden) en de afgifte van een zogeheten WSNP-
verklaring (Wet schuldsanering natuurlijke personen).
Instellingen die op dit gebied werkzaam zijn, houden zich als zodanig bezig met verschillende aspecten
van schuldhulpverlening, zoals het bieden van hulp bij het oplossen van problematische schuldsituaties,
het voorkomen dat bij de betrokkenen wederom een problematische schuldsituatie ontstaat en het
vinden van een financiële oplossing voor problematische schuldsituaties.