2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
Relevante beleidsnota's
Kaderplan Stedelijke Vernieuwing (1999)
Woonplan Leeuwarden, optimaal wonen voor iedereen (2004)
Beleid particuliere woningvoorraad 2000-2005 (2000)
Stadsregionaal: Plan van Aanpak Wonen en Koepelnotitie
Huisvestingsverordening/Kamerverhuurregeling (2003)
Bouwverordening (wijzigingen in 2003 en in 2004)
Huisvestingsverordening
Kadernota Welstandsbeleid (2004)
Ligplaatsenbeleid
Sectornota Handhaving Bouwen en Wonen (eind 2004)
Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOPII)
Woningbouwprogramma 2004-2009
74
2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Wonen (6)
Wat willen we bereiken
Algemeen strategische doel:
Een evenwichtige, concurrerende woningmarkt met een voldoende kwantitatief, maar vooral
kwalitatief en gedifferentieerd aanbod van woningen en woonmilieus - MOP
Bouwwerken voldoen aan eisen t.a.v. veiligheid, duurzaamheid en gezondheid, waarbij tevens het
aanzien van de bebouwde omgeving is gewaarborgd.
Strategische hoofddoelen
Woningbouw
Voldoende woningaanbod voor de vraag van de midden- en hogere inkomensgroepen;
Zorgvuldig ruimtegebruik in bestaand stedelijk gebied - MOP;
Woningvoorraad
Nieuwbouw leidt tot doorstroming in de bestaande woningvoorraad. Goedkopere woningen (huur
en koop) komen beschikbaar voor de lage inkomensgroepen;
Een goed woonmilieu voor specifieke doelgroepen van beleid, in het bijzonder lage
inkomensgroepen, studenten en ouderen - MOP;
Uitgebreide keuzemogelijkheden voor de woonconsument.
Vergunningverlening en handhaving
Naleving van de bouw- en regelgeving.
Toelichting bij strategische doelen:
Randvoorwaarde:
Als absolute vereiste om de doelstellingen op het gebied van woningmarktbeleid te kunnen bereiken,
geldt het aanzienlijk vergroten van de woningproductie. In het meerjarenontwikkelingsprogramma
(MOP) wordt daartoe een bandbreedte aangegeven van 400-640 nieuw te bouwen woningen per jaar.
Effecten
Nulme
2007
2008
2009
2010
ting
I Woningbouw
A
Realisatie nieuwbouwwoningen
Indicator:
Aantal nieuwbouwwoningen van 400-640 per jaar (MOP), in
400-
400-
400-
400-
de periode 2006-2008
640
640
640
640
B
Differentiatie nieuwbouw koop: huur
Indicator:
Aantal koopwoningen (dient 85 te zijn van de
440
440
440
440
nieuwbouw)
Aantal huurwoningen (dient 15 te zijn van de nieuwbouw)
80
80
80
80
C
Differentiatie in aanbod diverse prijsklassen:
Indicator:
Aantal woningen:
Huur goedkoop <€440** (10% van nieuwbouw)
52
52
52
52
Huur duur 440 5% van nieuwbouw)
26
26
26
26
Koop goedkoop 120.000 5% van nieuwbouw)
26
26
26
26
Koop midden 160.000 (15% van nieuwbouw)
78
78
78
78
Koop middelduur <€230.000 (35% van nieuwbouw)
182
182
182
182
Koop duur 340.000 (25% van nieuwbouw)
130
130
130
130
Koop exclusief 340.000 5% van nieuwbouw)
26
26
26
26
tot en met 2008 een ophoging van de bouw in de goedkope
huursector met 144 woningen n.a.v. de door de raad
aangenomen motie over de sociale huursector (uitgaande van
een gemiddelde productie van 520 woningen, de sloop van 300
sociale huurwoningen in 2005, 2006 en 2007 en de nieuwbouw
van 156 sociale huurwoningen)
nieuwe aftoppingsgrenzen per 1-7-2005: €474 of 508,92
D
Verdichting woningvoorraad stedelijk gebied
Indicator:
25 van de jaarlijkse brutotoevoeging aan de
woningvoorraad (MOP)
25%
25%
25%
25%
75