Inleiding Bureaucratisering van het armoedebeleid Niet-gebruik inkomensafhankelijke regelingen 2 Een stortvloed aan papier met onbegrijpelijke taal Vijf doelgroepen Niet-gebruik belastingteruggaaf Ondanks het uitgebreide stelsel van sociale voorzieningen en een adequaat niveau van het sociaal minimum, bestaat ook in Nederland armoede en sociale uitsluiting. Armoede is een complex fenomeen met meerdere dimensies. Belangrijke oorzaken: langdurige afhankelijkheid van een uitkering, de relatief sterke toename van vaste lasten. Vaak is er nog een oorzaak: veel mensen maken geen gebruik van (inkomensondersteunende) voorzieningen, terwijl ze daar wel recht op hebben. De Partij van de Arbeid is al jaren bezorgd over het feit dat veel uitkeringsgerechtigden onder het bestaansminimum leven. De gemeente tracht een ruimhartig minimabeleid te voeren, maar werd in 2005 geconfronteerd met een schokkend onderzoek van het Nibud. Daaruit blijkt dat veel bijstandsgerechtigden minder dan €50 per week te besteden hebben. Gezinnen met drie kinderen komen maandelijks €55 tekort om in een basisbestaan te voorzien. Daar komt bij dat in Leeuwarden momenteel meer dan tweehonderd huishoudens gebruik maken van de voedselbank. Mensen die op het bestaansminimum leven hebben te maken met 'bureaucratisering van het armoedebeleid'. Ze moeten langs veel loketten om hun inkomen bij elkaar te krijgen. Veel van deze huishoudens hebben recht op inkomensafhankelijke regelingen en belastingteruggaaf. Om diverse redenen maken zij daar echter geen gebruik van. Belangrijkste oorzaken: Ze hebben er nooit van gehoord. - Ze hebben er wel van gehoord, maar denken (ten onrechte) er niet voor in aanmerking te komen. - Ze hebben er wel van gehoord maar denken (ten onrechte) dat het bedrag niet opweegt tegen de hoeveelheid rompslomp en ergernis. Of ze denken dat het (in geval van belastingteruggave) toch terug moet naar de sociale dienst. - Ingewikkelde regelingen, te weinig voorlichting, tekortschietende cliëntenbehandeling, onjuiste interpretatie van regelgeving. Formulierenvrees. - Moeilijk taalgebruik, taalproblemen. Schaamte. Het is te gemakkelijk om te roepen dat het de eigen verantwoordelijkheid van de burger is. De overheid moet de regelingen eenvoudig en toegankelijk maken voor de doelgroep. De rijksoverheid heeft de uitvoering van de Werk en Bijstand (WWB) grotendeels bij de gemeenten neergelegd, maar de marges waarbinnen die gemeenten kunnen opereren zijn klein. Den Haag bepaalt de regels. Om huishoudens met een laag inkomen tegemoet te treden, heeft de overheid diverse inkomensafhankelijke regelingen ingesteld: de huurtoeslag, kwijtschelding lokale heffingen, aanvullende bijstand, individuele bijzondere bijstand, categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken en gehandicapten, langdurigheidtoeslag en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos). Uit onderzoek van het ministerie van sociale zaken blijkt echter dat minder dan 25 procent van de rechthebbenden een beroep doet op deze regelingen! "Een fors deel van de niet-gebruikers - die allen wel rechthebbend zijn - meldt dat zij nog nooit van de regeling hebben gehoord; in het geval van de categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten en de langdurigheidtoeslag gaat het om meer dan de helft. Uitbreiding en verbetering van de voorlichting over deze voorzieningen zou het niet-gebruik wellicht kunnen terugdringen" citaat uitDe onbereikte minima', CPB) De overheid verstuurt vaak grote pakken papier, met moeilijke ambtenarentaal. Geen wonder dat mensen ontmoedigd worden om te reageren. Vooral laaggeschoolden, functioneel analfabeten en allochtonen hebben moeite met jargon en papierwinkel. Personen die - bijvoorbeeld vanwege een gebrekkige kennis van de Nederlandse taal - moeite hebben met het invullen van formulieren, zijn minder geneigd de aanvraagprocedure voor een voorziening op te starten. (citaat uit 'De onbereikte minima, CPB') De gemeente Leeuwarden voert een eigen armoede- en doelgroepenbeleid voor vijf doelgroepen die op maximaal 120 procent van de bijstandsnorm zitten. (Eenouder)gezinnen met kinderen Ouderen Allochtonen Dak- en thuislozen Gehandicapten/chronisch zieken Deze groepen hebben weinig perspectief op inkomensverbetering. In het rijtje zouden ook jongeren kunnen staan. Voorkomen moet dat zij afhankelijk worden van een uitkering. Daartoe heeft PvdA-wethouder Marco Florijn de Werkacademie geïntroduceerd. De doelgroep in Leeuwarden bestaat uit twaalf- tot zestienduizend huishoudens. Naast inkomensafhankelijke voorzieningen hebben minima recht op belastingteruggaaf, onder andere voor de ziektekosten. 65-plussers, chronisch zieken en arbeidsongeschikten kunnen ook nog eens een standaardaftrek van €776 opvoeren. Naast de 360.000 bijstandsgerechtigden komen ook mensen met een iets hoger inkomen in aanmerking voor teruggave. De minima moeten die dan wel zelf aanvragen. Volgens het Nibud kregen alleenstaanden bijstandsgerechtigden in 2004 €40 terug en stellen tot €200. De teruggave wordt niet van de uitkering afgetrokken. Ons doel is in de eerste plaats om aan te tonen dat belastingteruggaaf mogelijk is en dat bijstandsgerechtigden dit geld - ziektekosten en bepaalde heffingskortingen - mogen houden. In de tweede plaats wil de PvdA met dit voorstel college en raad overtuigen dat er een nog actiever gemeentelijk beleid moet komen om minima (tot 120 procent van het sociaal minimum) voor te lichten over inkomensafhankelijke voorzieningen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 493