Blad 2
De WCPV onderscheidt drie deelterreinen: collectieve
preventie (waaronder o.a. beleidsadvisering en
gezondheidsbevordering vallen), infectieziektebestrijding
en jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Naast de directe verantwoordelijkheid voor uitvoerende
taken op het terrein van gezondheid zijn er
verantwoordelijkheden die een gemeente in samenwerking met
andere partijen op zich neemt, zoals bijvoorbeeld de
maatschappelijke opvang en de ambulancezorg. Maar ook
samenwerking met andere partijen in het gezondheidsbeleid
voor het bevorderen van toegankelijkheid en samenhang in de
zorg. Anders gezegd, samen met anderen invulling geven aan
een goed functionerende zorgketen, van preventieve tot en
met curatieve zorg. In deze samenwerkingsrelaties heeft de
gemeente meestal een signalerende of faciliterende rol en
in toenemende mate een regierol.
4. Toelichting: tweede nota gezondheidsbeleid
Op grond van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid
is de gemeente Leeuwarden verplicht de tweede nota
gemeentelijk gezondheidsbeleid 2008 - 2011 vast te stellen.
Op grond van de ervaringen van de voorgaande beleidperiode,
landelijk beleid en de gezondheidsituatie van de bevolking
stelt het college voor om het huidige beleid te
continueren. Wel zijn de beleidsvoornemens concreter en
actueler gemaakt in de vorm van de beleidsspeerpunten
Het college stelt de raad deze speerpunten voor ter
vaststelling van het beleid. De eerste vijf speerpunten
zijn overgenomen uit het Masterplan Gezond Leven die door
de gemeenten zijn vastgesteld in het bestuur van de
Hulpverleningsdienst Fryslan.
Extra aandacht, net als in de eerste nota
gezondheidsbeleid, zal de komende jaren gaan naar het
bevorderen van gezond leefgedrag bij de bevolking en met
nadruk op de jeugd en de sociaal-economische
gezondheidsverschillen.
5Aanscherpingen van het beleid
De voorgestelde zeven beleidspeerpunten die het College
voorstelt om het accent op te leggen zijn:
1. Verminderen alcoholgebruik jongeren
2Verminderen overgewicht
3Verminderen roken
4Bevorderen seksuele gezondheid
5. Opvoeding en vergroten weerbaarheid jeugdigen
6. Bevorderen relatie met de eerstelijnszorg
7Verbeteren integraal beleid door
gezondheidseffectrapportage
Blad 3
5.1.1. Verminderen alcoholgebruik jongeren
Motivering: Chronisch alcoholmisbruik leidt o.a. tot
beschadiging van de organen waaronder het zenuwstelsel. 70%
van het uitgaansgeweld en 25% van de verkeersongevallen
gebeuren onder invloed van alcohol. De trend van
alcoholgebruik bij jongeren is zeer ongunstig. Nederlandse
j ongeren behoren tot de stevigste drinkers van EuropaOok
in Friesland neemt het aantal jonge drinkers toe.
In navolging van het Masterplan Gezond Leven worden de
preventieactiviteiten voortgezet als publiekscampagnes
(agendasetting) en structurele aandacht op scholen.
Anderzijds wordt op het gemeentelijke en bovenlokale niveau
integraal beleid voorbereid. Signalering, regelgeving en
handhaving zijn daarbij essentieel.
5.1.2. Verminderen overgewicht
Motivering: In Nederland (en Friesland) is het aantal
mensen met overgewicht de afgelopen jaren flink gestegen.
Mensen met overgewicht hebben veel kans op ernstige
gezondheidsproblemen als diabetes, hart- en vaatziekten en
klachten aan het bewegingsapparaat
In navolging van het Masterplan Gezond Leven zal bij de
aanpak gestuurd worden op voorlichting door de geëigende
preventieorganisaties (in dit geval met name
Jeugdgezondheidszorg, GGD en BV SPORT)Tevens zal het
project "Actie Leeuw" nog twee jaar intensief worden
uitgevoerd (GSB-budget: Gezond en wel in de stad)
Daarnaast zal de gemeente ook zelf het voorbeeld zijn van
een vitale organisatie die staat voor het stimuleren van
lichaamsbeweging en het bevorderen van een gezond
voedingspatroon
5.1.3. Verminderen roken
Motivering: Roken is nog steeds de belangrijkste
vermijdbare doodsoorzaak in Nederland. Hoewel het nationale
rookbeleid in Nederland zeker zijn vruchten afwerpt, zijn
er nog groepen die nauwelijks worden bereikt.
Rookpreventie vraagt niet om een zware gemeentelijke regie
of convenant, maar om voortzetting van de huidige aanpak
met daarbij meer bemoeienis van de gemeente via periodiek
contact met het Platform Rookpreventie.