BELEIDSPLAN WMO 2008-2011
opgesteld. In deze reader wordt ingegaan op het onderscheid tussen burgerparticipatie in het algemeen en
cliëntenparticipatie in het bijzonder inzake de Wmo. En cliëntenparticipatie zoals in de vorm van cliëntenra
den van thuiszorginstellingen en verpleeghuizen etc. wordt weer onderscheiden van collectieve cliëntenbe-
langenbehartiging.
Onder cliëntenparticipatie in het kader van de Wmo verstaan we: de collectieve belangenbehartiging
namens de (betreffende) achterban op het beleidsproces van de Wmo
Kern van de reader over Wmo cliëntenparticipatie is dat kan worden gekozen uit verschillende modellen, om
vanuit de bestaande gegroeide situatie toe te groeien naar een participatiemodel waarin sprake is van forme
le participatie én informele participatie, een brede samenstelling uit de doelgroepen en een thematische aan
pak.
De gegroeide Leeuwarder situatie laat een ontwikkeling zien van de instelling van het WVG platform bij de
intrede van de WVG in 1994, dat later overging in de Vereniging Gehandicaptenbelangen, die bij de komst
van de Wmo overging in de Kopgroep Wmo Leeuwarden, en na de invoering van de Wmo per 2007 de naam
kreeg van "Werkgroep - Cliëntenparticipatie - Wmo Leeuwarden".
De "Werkgroep - Cliëntenparticipatie - Wmo Leeuwarden" vertegenwoordigt de volgende doelgroepen van
de Wmo:
ouderen
verstandelijk en geestelijk gehandicapten
zintuiglijk gehandicapten
mensen met een psychische beperking
chronisch zieken
mantelzorgers en vrijwilligers
De vertegenwoordigers zijn lid van een belangenorganisatie. Deze Werkgroep heeft als reactie op de contou
renversie van het Wmo beleidsplan een pleidooi gehouden voor de voortzetting van de bestaande overlegka
ders en niet over te gaan tot instelling van een brede formele Wmo-raad. Zij motiveren dit als volgt:
Een structureel overleg met en advisering van de Werkgroep WMO heeft als voordeel:
de Werkgroep is herkenbaar voor de doelgroep
de advisering is concreet en specifiek
de deskundigheid van de zorgvragers wordt benut
Naast deze gegroeide vorm van cliëntenparticipatie rond wat nu is opgenomen in de prestatievelden 3, 4, 5 en
6 in de Wmo, zijn er breder dan deze prestatievelden, in Leeuwarden meer vormen van cliënten en burgerpar
ticipatie zoals: Cliëntenraad WWB; Jongerenadviesraad (JAR);digitaal burgerpanel; wijkpanels; stadsdebat
ten; politieke markt. Deze vormen hebben niet specifiek betrekking op de Wmo, maar kunnen in de praktijk
wel raakvlakken hebben met het Wmo beleid.
Gelet op de inspraak reactie van de "Werkgroep - Cliëntenparticipatie - Wmo Leeuwarden" de inspraak
reactie van FSU8 en gezien de in paragraaf 2.6 geformuleerde speerpunten van beleid, waaronder het vermij
den van bureaucratie, zien wij deze "Werkgroep - Cliëntenparticipatie - Wmo Leeuwarden" vooralsnog als
het adviesorgaan van de gemeente voor de Wmo. En zullen wij vooralsnog niet een Wmo adviesraad, boven
de bestaande participatiestructuren in het leven roepen.
Met de "Werkgroep - Cliëntenparticipatie - Wmo Leeuwarden" zijn wij van mening dat een brede Wmo-
adviesraad op alle prestatievelden van de Wmo en ook nog de eventueel aanpalende beleidsvelden als de
WWB, een adviesraad met een veel te veelomvattende taak is. Het is van zich vrijwillig beschikbaar stellende
vertegenwoordigers van cliënten en belanghebbenden te veel gevraagd om op alle onderwerpen van de Wmo
een advies uit te brengen.
Een dergelijke brede Wmo-raad loopt het gevaar al gauw te verworden tot een onderdeel van een bureaucra
tisch besluitvormingsproces dat inhoudelijk nauwelijks meer iets te maken heeft met echte inspraak. Met
name vertegenwoordigers van cliëntorganisaties zoals verstandelijk gehandicapten en GGZ-cliënten dreigen
in zo'n brede Wmo-raad aan inspraakgeweld ten onder te gaan. Onder meer deze cliëntgroepen hebben aan
gegeven meer waarde te hechten aan periodieke, bijvoorbeeld 2 x per jaar, aparte consultaties over met name
8 Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden
- 10-
BELEIDSPLAN WMO 2008-2011
onderwerpen die voor de doelgroep direct van belang zijn. Wij gaan dit type periodiek overleg voeren met
deze doelgroepen en ook met anderen als deze zich aandienen.
Voor andere onderwerpen dan die van de prestatievelden 3,4,5 en 6 kan de gemeente van andere bestaande
inspraakorganen gebruik maken zoals bij prestatieveld 2 van de JAR en bij prestatieveld 1 van o.a. de wijk
panels.
Voor specifieke onderwerpen kan conform de vastgestelde uitgangspunten over burgerparticipatie een bij dit
onderwerp passende vorm van consultatie en inspraak gekozen worden zoals stadsdebat, politieke markt,
raadpleging digitaal burgerpanel etc..
Daarnaast voeren wij periodiek overleg over de (uitvoering van) de Wmo met de thuiszorgaanbieders en CIZ
(Centrum Indicatiestelling Zorg) en ondersteunende organisaties zoals MEE, SWOL (Stichting Welzijn Ou
deren Leeuwarden) en HWL (Hulp en Welzijn Leeuwarden).
Wij menen op deze verschillende manieren het beste recht te doen aan de verplichting uit de Wmo om de
burger en cliënt bij het beleid en de uitvoering te betrekken.
1.5 Verdere plan procedure
De tijdsplanning en procedure van het Wmo 4 jaar beleidsplan 2008-2011 is als volgt:
Wat
Wanneer
B&W verwerkt de reacties op de contourenversie,
stelt concept beleidsplan vast
11 september
Raadscommissie neemt kennis van concept beleids
plan
12 september t.b.v.
Cie. Welzijn van 12 december 2007
inspraakperiode van 6 weken
inspraakbijeenkomstin kerkelijk centrum de Scha
kel, Havingastate 7, Leeuwarden
12 september-25 oktober
9 oktober (13t/m21 oktober is herfstvakantie bo)
B&W verwerkt de reacties uit de inspraakperiode,
behandelt bijgesteld beleidsplan
20 november
raadscommissie neemt kennis van het door B&W
biiccsteld definitieve beleidsplan
21 november t.b.v.
Cie. Welzijn van 12 december 2007
raadscommissie behandelt definitieve beleidsplan
12 december 2007
gemeenteraad stelt beleidsplan vast
17 december 2007
In de navolgende hoofdstukken kunt u kennisnemen van de visie en ambitie die ten grondslag liggen aan het
beleidsplan, en het voorgenomen beleid per prestatieveld.
(N W
- 11 -