ffij 1 6 PRESTATIE VELD 4: VRIJWILLIGERS EN MANTELZORG BELEIDSPLAN WMO 2008-2011 Het ondersteunen van mantelzorgers (daaronder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossin gen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen) alsmede het ondersteunen van vrijwilligers. 6.1 Beschrijving huidige situatie 6.1.1 Wat houdt het prestatieveld in? Vrijwilligerswerk De vrijwillige inzet van burgers, zowel informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) als in georganiseerd verband (vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld sport, cultuur en zorg), vormt een actieve bijdrage aan de samenleving en het nemen van verantwoordelijkheid daarin. Vrijwilligerswerk draagt bij aan het 'meedoen' van kwetsbare groepen. Ook de actieve bijdrage van de doelgroepen zelf is daarbij belangrijk voor hun eigen participatie. De doelstelling van de Wmo is 'meedoen' in de brede zin van het woord; onder- *4 steuning en stimulering van vrijwillige inzet op alle terreinen van de samenleving is dan ook belangrijk. Vol gens onderzoeken (o.a. van SCPMovisie) doet ruim 30 van de burgers vrijwilligerswerk in georganiseerd verband. Voor Leeuwarden komt dat neer op ongeveer 28.000 vrijwilligers. Een speciale groep van vrijwilligers die zich inzetten voor de zorg en de mantelzorg ontlasten, wordt hier de vrijwillige thuishulp genoemd. Vrijwillige thuishulp Vrijwilligers hebben bij aanvang van het werk geen persoonlijke betrekking met de zorgvrager. Ze verrichten hun werk onbetaald en onverplicht. Ze doen dat vanuit een georganiseerd verband. Diverse vormen van vrij willige thuishulp worden geboden door: Zonnebloem, Humanitas, het Nederlandse Rode Kruis, Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg, Unie van Vrijwilligers, Stand-by Fryslan, Humanitas, Bezoekdienst van Stichting Welzijn Ouderen, Algemene Hulp dienst, e.d.. Mantelzorg Mantelzorg kan omschreven worden als langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Het gaat om extra zorg in duur en intensiteit boven op de normale, gebruikelijke zorg voor elkaar in een huishouden. Van mantelzorg spreekt men als de zorgperiode ten minste 3 maanden duurt en een intensiteit M heeft van ten minste 8 uur per week. Bewuste keuze en organisatie zijn zeker bij aanvang van mantelzorg totaal afwezig. Mantelzorg vindt niet plaats in georganiseerd verband, in tegenstelling tot vrijwilligerswerk. Mantelzorg wordt verleend aan bijvoorbeeld mensen met dementie, mensen die een herseninfarct hebben gehad, patiënten met de ziekte van Parkinson, ouderen die alleen zijn of een gehandicapt kind. De gemeente heeft een ondersteunende taak voor de mantelzorg: mantelzorgondersteuning. Mantelzorgondersteuning Mantelzorgondersteuning is het geheel van voorzieningen en diensten die specifiek gericht zijn op verminde ring van de draaglast en vergroting van de draagkracht van mantelzorgers en die wordt verstrekt door be roepskrachten, instellingen en vrijwilligersorganisaties (inclusief patiëntenorganisaties). Ondersteuningvragen kunnen zich voordoen op het gebied van: 1onbekendheid met voorzieningen: er is vooral behoefte aan informatie, advies en goede doorverwijzing; 2. sociaal-emotionele problemen: bijvoorbeeld bij veranderende rollen en afhankelijkheidsrelaties (van partner tot verzorger) of bij verwerking en beleving van het hulp-, zorg- en ziekteproces en de verschil lende verwachtingen bij de partijen; 3. praktische problemen: bijvoorbeeld de combinatie met werk en zorgtaken voor andere, niet zieke, dier baren of problemen rond huisvesting en mobiliteit (reistijd); 4. financiële problemen: de groep met lage inkomens (7%) heeft behoefte aan een financiële tegemoetko ming; M -30- BELEIDSPLAN WMO 2008-2011 5. coördinatie en regelwerk: mantelzorgers moeten van alles met allerlei instanties regelen, maar daar wordt door deze instanties niet altijd rekening mee gehouden; 6. gebondenheid: mantelzorgers hebben moeite met de voortdurende beschikbaarheid, bereikbaarheid en gebondenheid aan huis; 7. belangenbehartiging: mantelzorgers hebben erkenning van hun ervarings-deskundigheid en de benade ring als volwaardige gesprekspartner nodig. 6.1.2. Wat is de huidige stand van zaken in Leeuwarden Gemeentelijk beleid vrijwilligerswerk De laatste beleidsnota van de gemeente Leeuwarden dateert uit 2000. Naast de lopende subsidiering van organisaties op het gebied van sport, sociaal-maatschappelijk werk, cultuur kende de nota een tweetal speci fieke doelstellingen voor het beleidskader vrijwilligerswerk: a. Het faciliteren van vrijwilligerswerk in algemene zin, om zodoende de sociale, sportieve en culturele infra structuur mede te ondersteunen en te versterken; b. Het inzetten van vrijwilligerswerk als één van de instrumenten ter bevordering van re-integratie en het verminderen van de achterstandsituatie voor uitkeringsgerechtigden in fase 4. Het Vrijwilligersservicepunt is op basis van deze nota na 2000 verder geprofessionaliseerd. Structurele sub sidie op personele- en huisvestingskosten hebben de continuïteit en kwaliteit van het Vrijwilligersservicepunt sterk vergroot. Investeringen in computers, software hebben de interne organisatie en de digitale toeganke lijkheid van het Servicepunt op een eigentijds niveau gebracht. Het Vrijwilligersservicepunt is ook uitvoerder van de collectieve verzekering voor vrijwilligersorganisaties waartoe de gemeenteraad in 2005 besloten heeft. De huisvesting van het Servicepunt is in 2006 sterk verbeterd, Van een klein en slecht toegankelijk winkelpand aan de Hollanderdijk is het Vrijwilligersservicepunt thans ondergebracht in een ruim en goed gelegen pand aan de Nieuweburen. Tot voor de verhuizing werd gewerkt onder de naam Vrijwilligers Steun punt. Met de verhuizing heeft de organisatie haar naam veranderd in Vrijwilligersservicepunt, omdat dit haar gedachten over dienstverlening beter aangeeft. Het Vrijwilligersservicepunt onderscheidt haar werk aan de hand van de volgende vijf kernbegrippen: ad- vies&informatie, bemiddeling, deskundigheidsbevordering, ontwikkeling en dienstverlening. Voor de uitvoe ring van haar werkzaamheden is 104 uur per week beschikbaar (24 uur HBO, 28 uur MBO en 32 uur admini stratief). Een team van 15 vrijwilligers en 3 stagiaires voeren balie- en administratieve werkzaamheden uit, voor een totaal van ongeveer 200 uur per week. Mantelzorg Er zijn geen precieze cijfers beschikbaar over de omvang van mantelzorg in Leeuwarden. Wanneer landelijke percentage op Leeuwarden toegepast worden, dan zijn 9.100 inwoners (10 van de bevolking) als mantel- zorger actief. Een kwart daarvan (1822 inwoners) vormt een risicogroep, wat betekent dat de intensiteit van de zorg dusdanig groot is dat het ten koste gaat (of dreigt te gaan) van eigen welzijn en gezondheid. Een groot deel van de mantelzorgers is vrouw, ouder dan 50 jaar. De grootste groep mantelzorgers is tussen de 35 en 65 jaar oud. Mantelzorgers zijn vaak familie van degene die zij verzorgen: 44% zorgt voor een be jaarde ouder, 14% voor een partner en 12% voor een vriend. Vrouwen mantelzorgen vaker dan mannen (60% respectievelijk 40%). Mannen bieden gemiddeld vaker hulp op het praktische vlak (administratie, klussen). Vrouwen zijn actiever wanneer het gaat om emotionele steun en persoonlijke verzorging. Tweederde van het aantal mantelzorgers tussen de 18 en 65 jaar combineert de zorg met betaald werk. Vooral intensieve zorg verleners en degenen die voor hun partners zorgen behoren tot de meest zwaarbelasten. Uit het onderzoek in de Zuidwesthoek van Friesland komt naar voren dat 63% aangeeft de zorg niet als een belasting te ervaren. Het merendeel ondervindt geen problemen. De andere groep, en dat is 37%, ervaart de zorg wel degelijk als belastend. Ruim 8% vindt de zorg een (zeer) zware belasting. Opvallend is dat ruim 80% van deze groep professionele zorg ontvangt en dat 75% van deze mantelzorgers een partner heeft. Naar alle waarschijnlijkheid is ervaren belasting vooral gerelateerd aan de ziekte aandoening van de zorgvrager. Uit de interviews blijkt voorts dat het merendeel van de mantelzorgers veel moeite heeft met de aandoening van de zorgvrager om te gaan, vooral als het gaat om dementie en depressie van partners. Aandoeningen van zorgvragers waar men het meest mee te maken heeft, zijn: 1ouderdom -31 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2007 | | pagina 558