- 5 - De heer Bijlsma interrompeertdat het orn de taalvrijheid gaat en hij is van oordeel,dat er een mibverstand bestaat. De heer Dijkstra (Wethouderwenscht -- het spreekt vanz^elf - het meerderheidsvoorstel verdedigen.Het gaat er niet o;n,aldus spreker, of er Priesch of Nederlandsch in de raadzaal wordt gesproken ,doch het gaat er om of men de eigen keuze hoeft.Het gaat om" taalvrijheid Hij is het absoluut niet met den heer Tolsma eens,dat het hier pro- paganda betreft.Spreker vraagt zich af waarom in een gemeente wasr overwegond Priesch wordt gesproken en waar praktisch iedereen het verstaat,hier in de raadzaal het île dor] and 3 oh moe t worden gebruikt. Men is wel zoo royaal om indien iemand het Priesch niet verstaat, Uederlandsch te spreken.In deze plattelands-gemeente - aldus vervolgt spreker,is het noodzakelijk,dat in de raadsvergaderingen de taalvrij heid bestaat.Hij begrijpt niet,dat de heer Pokkensdie zelf Priesoh spreekt, er tegen is dat hier het Priesch g.'bruikt wordt.De heer Dan- kert heeft de kwastie aangeroerddat met toestemming van den Voor zitter iemand die zich bercer in 't priesch dan in :t Hollandsch weet uit te drukken,toegestaan kan worden Priesch te spreken.Spreker wil opmerken,dat dit iets persoonlijks is en geheel van den Voorzitter afhangt ;hij bedeelt dit absoluut niet als tegen don Voorzitter ge- richt te zijn,doch hij verkiest taalvrijheid. De heer Dankert zegt,dat het bij hem niet tegen het Priesch gaat, doch dat het gemeentebelang bij hem voorop staat,zooals hij in eerste instantie heeft betoogd.Hij was indertijd een groot voorstander van het Priesch op de lagere scholenSpreker is van meening,dat het voor jonge Priezen,die in de raadzaal verschijnen,een gcede leerschocl is om het Nederlandsch te sprekenjals zij later in hoogere collèges zitting nemen,hebben zij daar v^ordeel van. De Voorzitter had niet geda£rht,dat zijn weigerend antwoord aan den heer Roorda zooveel stof zou opjagen;dit komt omdat de pers er zich mee heeft bemoeidSpreker stelt er prijs op te verklaren,dat hij geen bezwaar tegen het Priesch heeftGedurende de 18 jaren,dat hij Burgemeester in deze provincie is geweest,heeft hij vaak inge- stemd met hen,die rieçen: "Pryslan bopoe .Hij wil het Priesch niet terugdringen tôt buthus cf leugenbank,doch hij ib toch vgn oordeel, dat het gebruik van de Priesche taal in officiëele openbare verga- deringen van collegesdie bij de wet zijn voorges&hreven,absoluut onjuist is. 35r zijn,aldu8 vervolgt spreker,prinoipieele en praktische bezwaren tegen het gebruik van het Priesch in de raadzaal en wel; le. is het gebruik van het Priesch als vpertaal de eerste schrede op het gebied van wrijving in openbare lichamen.Thans neg voertaal, straks schrijftaal en zullen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders aan den Raad in het Priesch gesteld moeten worden; 2e. zullen verschillende functionarissen gerecruteerd moeten worden uit Prieslandwat een groote verarming voor Priesland zal be- teekenen,want dan zal er geen doorstroming en uitwisseling van krachten naar en uit dit gewest meer zijn; 3e zal,indien het Priesch in den Raad wordt toegelaten het prakti sche bezwaar ontstaan,dat het niet van te voren vaststaatdat mogelijke toehoorders en de pers,de beraadslagingen behoorlijk kun- nen volgen; 4e zullen spreker en de Secretaris de woordvoerders in de verg-a- dering,die onduidelijk spreken,niet altijd goed kunnen volgen,wat toch in de eerste plaats noodzakelijk is.leder heeft zijn eigen tongval en dat maakt het volgen van een taal,die men dagelijks niet spreekt,soms moailijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1946 | | pagina 9