Artikel 18.
1. Tweemaal 's jaars, voor 1 Apr.il en 1 October, doen de hoof-
den der scholen aan Burgemeester en Wethouders opgaaf van de
voor het volgend schooljaar benoodigde leermiddelen.
2. De opgaven worden in tweevoad ingezonden, die voor het on-
derwijs in nuttige handwerken voor meisjes en lichamelijke
oefening elk afzonderlijk.
3. In de opgaven wordt zoo mogelijk de prijs vermeld van de
aangevraagde benoodègdheden.
4. Be verstrekte leermiddelen en andere schoolbehoeften wor
den zooveel mogelijk in het schoollokaal geborgen. De hoofden
en onderwijzers zijn voor de zorgvuldîge bewaring en het ge-
bruik daarvan verantwoordelijk en zij sien toedat daarmee
en met de sohoblmeubelen met de meeste zorg en de grootste
spaarzaamheid wordt omgegaan.
5. De onbruikbaar geworden leermiddelen en andere schoolbe-
hoeften worden na afloop van elk jaar bijeenverzameld en des-
gevraagd ter beschikking van Burgemeester en Wethouders ge-
steld.
Artikel 19.
1. De bij het onderwijs in nuttige handwerken voor meisjes
vervaardigde goederen kunnen tegen den kostenden prijs der
grondstoffen aan de ouders, vocgden of verzorgers der leer-
lingen worden verkooht.
2. Het hoofd der school draagt zorg, dat de opbrengst der in
het afgeloopen schooljaar verkochte goederen in de maand Mei
bij den gemeente-ontvanger wordt gestort, nadat hij daarvoor
machtiging van Burgemeester en Wethouders heeft bekomen.
3. De niet-verkochte goederen worden desgevraagd ter beschik
king van Burgemeester en Wethouders gesteld.
Artikel 20,
1. De hoofden der scholen en de onderwijzers bevorderen, dat
de schoollokalen met toebehooren, ieder voor zoover zijn eigen
lokaal betreft, rein en zindelijk worden gehouden. Zij zorgen
voor luohtverversching, verwarming en verlichting telkens
wanneer daaraan behoefte bestaat.
2. In de schoollokalen mag tijdens de schooluren niet worden
gerookt.
3. De benoodigdheden voor verwarming en verlichting worden
door de gemeente verstrekt en de hoofden en onderwijzers dra-
gen zorg, dat hiermee op de meest zuinige en doelmatige wijze
wordt omgegaan.
4. De hoofden van scholen bevorderen, dat in elk lokaal een
thermometer wordt opgehangen.
5. De gewone en de jaarlijksche schoonmaak, alsmede het aan-
leggen der kachels geschiedt van gemeentewege.
6. Door Burgemeester en Wethouders wordt bepaald, wanneer het
stookseizoen aanvangt en eindigt.
Artikel 21.
1. Het hoofd der school ziet toe, dat de school tôt geen ande
re doeleinden, als die waarvoor zij is bestemd, zonder vergun:
ning van Burgemeester en Wethouders, wordt gebruikt.
2. Indien Burgemeester en Wethouders vergunning voor het ge-
bruik der school voor andere doeleinden hebben verleend, rust
op het hoofd der school de verplichting toe te zien, dat de
voorwaarden, waaronder dit gebruik is toegestaan, stipt wor
den nagelsefd. Worden de voorwaarden niet ir aoht genomen,