- 5 - Te thouder Poepjes zegt, dat het loon van Glashouwer ook door Burgemee ster en Tethouders is bezien. Doordat hij nog gsen kinde. ren heeft, kan hij moinenteel nog niet gebaat worden door het hulp- middel van kinderbijsiagverhooging. De heer Bijlsma vindt het een sneu geval, dat de eene catégorie wel en de andere niet verhoogd wordt. De Voorzi tter is het hiermee sensdoch de richtlijnen zijn nu eenmaal gegeven, aldus spreker. De heer Fokkens vraagt of het niet te probeeren is om i de werklieden ook de 10 er bij te geven. De Voorzitter antwoordt hierop, dat het hem bekend is, dat een Burgemeester op het Département getracht heeft het in de omstandig- heden, waarin ook wij verkeeren, gedaan te krijgen, dat eenige overschrijding van de rijksnormen toegelaten wordt. Deze poging is evenwel mislùkt. De heer Zondervan vraagt, af het vaststellen van den kinderbij- slag vrij is. De Voorzitter antwoordt hierop, dat nog afgewacht moet worden of de voorgestelde kinderbi j slag genade vindt. Mevr. Tiersma voelt er voor een voorstel te doen om allemaal te verhoogen. Zij vraagt wat er gebeurt, als dit niet wordt goedge- keurd. Te thouder Poepjes is van oordeel, dat hieraan een gevaarlijke kant zit. De heer van Sloten vraagt of het voorstel van Mevr. Tiersma wel ziug heeft, indien we vooraf weten, dat tegen de verhooging der werklieden bezwaren bestaan. Tethouder Dijkstra zegt, dat het de kwestie is, dat de werklie den boven de normen komen. Waren de loonen hier lager, dan zou er niets tegen verhooging zijn. Spreker ontraadt dan ook een eventu- eel voorstel van Mevr. Tiersma te aanvaarden. De heer Pokkens wil nog een verhoogde kinderbigtslag vaststellen De heer Zondervan vraagt nog nadere inlichtingen over den kin- derbij slag. De heer Poepjes verklaart zich ook tegen een eventueel voorstel om ook de werklieden te verhoogen met de wetenschap, dat er geen kans van slagen is. De ambtenaren zouden daarvan de dupe kunnen worden. De Voorzitter meent, dat het raadzaam is het voorstel van Bur- gemeester en Tethouders, zooals het daar ligt, te aanvaarden. Na gehouden stemming wordt dit voorstel met 10 tegen 1 stem, die van den heer Fokkens aantgenomen. Vastgesteld wordt het navol- gende besluit: (bijlage 7) 7. Voorstel van Burgemeester en Tethouders tôt wijziging der ge- meentebegrooting, dienst 1946 en die van 1947. Deze voorstellenwelke voor de leden ter inzage hebben gelegen worden zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1947 | | pagina 9