De R a a d der gemeente LEBUMRDERADEEL;
Gezien het bezwaarschrift van de Kerkvoogdij der Ned .Hervormde
Klerk te Jelsum dd.l September 1947,tegen de te hare name staande
aanslagen in de wegbelasting,dienst«jaar 1947,artt.lO en 306 van het
kohier;
Overwegende,dat artikel 10 van het kohier betreft de lande-
rijen van de kerk,liggende in het Jelsumer Oudland;
dat door adressante wordt aangevoerd,dat vanwege het waterschap
"Het Jelsumer Oudland" voor deze percelen reeds een belasting wordt
geheven,wegens hun ligging aan de Oudlandsweg,die in onderhoud en
beheer bij genoemd waterschap is;
dat genoemde landerijen geen uitgang hebben op of belendeh aan
openbare gemeentewegenj
Overwegende hieromtrent,dat blijkens arrest van de Hoge Raad
van 19 Jan.1938 no.118 werd beslist,dat ingevolge art.280 der ge-
meentewet - beschouwd ook in het licht der geschiedenis - de heffing
niet enkel mag geschieden wegens percelen belendende aan openbare
wegen,waaraan de gemeente kosten besteedt,maar dat het voldoende is,
dat de gemeente kosten heeft te maken voor openbare land- of water-
wegen in de gemeente,op grond waarvan de heffing dan mag geschieden
wegens aile percelen,die aan een openbare weg belenden,onverschillig
of juist aan deze weg de gemeente kosten moet besteden,of dat zij
dit doet ten aanzien van andere openbare wegen;
dat dit bezwaar derhalve ongegrond is en de aanslag terecht is
geschied;
Overwegende,dat art.306 van het kohier betreft de nastorie met
tuin.waarvoor in 1947 voor het eerst een aanslag werd opgelegd;
dat voor deze percelen geen bêlastbare opbrengst in de kadastra-
le régisters voorkomt;
^dat door den deskundige,ingevolge art.3 der verordening op de
heffing ener wegbelasting,daartoe door Burgemeester en Wethouders
aangewezen,de belastbare opbrengst van deze eigendommen werd be-
paald op F.322.- gebouwd en F.35.28 ongebouwd,totaal F.357,28,waar
van 4% belasting is F.14.30;
dat adressante geen bezwaar maakt tegen deze schatting,doch te-
gen de aanslag op zichzelf;
dat deze aanslag echter ingevolge de betrekkelijke verordening
zoals die thans luidt,terecht is geschied;
BESLIII T i
met handhaving van de bestreden aanslagen,de daartegen ingediende
bezwaren ongegrond te verklaren.
HDIZUM,
De Raad voornoemd,
,Voorzitter
,Secretaris