2.De in het eerste lid van dit artikel bedoelde verplichting rust
eveneens op de verhuurderdie aan een huurder de huur opzegt of
van wie bij het in werking treden dezer verordening een woon-
gelegenheid onverhuurd is en op de eigenaar,die een woongelegen-
heid,door hemzelf bewoond,verlaat.
3.Een gelijke verplichting rust op de verhuurder of de eigenaar
aan wie Burgemeester en Wethouders schriftelijk hebben doen blij-
ken,dat naar hun mening niet op ernstige wijze is voorzien in de
bewoning van een woongelegenheid
4.De aangever kan bij zijn aangifte me dedelen,aan wie hij de woning
bij voorkeur zou zien toegewezen en ontvangt een gedagtekend be-
wijs,dat de aangifte heeft plaats gehad.
Artikel 3.
1.Beze verordening is niet van toepassing ten aanzien van hôtels,
pensions of andere inrichtingen van logies met of zcnder ver-
zorging,zomëde ten aanzien van inrichtingen,bewoond docr armlas-
tigen en ouden van dagen.
2.Burgemeester en Wethouders beslissen,welke gelegenheden in de
gemeente onder de werking van dit artikel vallen.
Artikel 4
Overtreding der voorschriften van deze verordening wordt gestraft
met hechtenis van tenhoogste twee maanden of geldboete van ten
hoogste drie honderd gulden.
Artikel 5
Omverminderd het bepaalde in art,141 van het Wetboek van Straf-
vordering wordt de cpspnring van overtredingen dezer verordening
opgedragen aan de gemeente-architect.
Artikel 6.
Aan hen,die met het opsporen van overtredingen dezer verordening
belast zijn,wordt de lastgeving verstrekt om tôt dat einde de wo-
ningen der ingezetenen te allen tijde,huns ondanksbinnen te tre
den,met inachtneming van de bepalingen der wet van 31 Aug.1853
Staats'**blad no,83)
Artikel 7
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar af-
kondiging.
Vastgesteld door de Raad der gemeente LEEUWARDERADEEL in
zijn openbare vergadering van 1948.
,Voorzi tter
Seeretaris.