verlenen aan een ander door heu aan te wijzen gegadigde ;beide
vergunningen bepalen. in dat geval,welke ruimten,voorzieningen
e.d.voor medegebruik bestemd zijn.
Artikel 4.
Burgemeester en Wethouders zullen de vergunning,bedoeld in
artikel l,in 't algemeen niet weigeren,indien het verzoek be-
treft
a.een ongehuwd en minderjarig kind,dat in de ouderlijke woning
wil terugkerem;
b.dienstpersoneel,he twelk bij zijn werkgeverdie inwonend per-
soneel pleegt te hebben,inwocnt
ç.een opkomend pachter,die het gepachte wil betrekken;
d.een verpachter of een van diens bloed- of aanverwanten in de
rechte nederdalende linie,tot de tweede graad ingesloten,die
het verp^ohte zelf in gebruik wil nemen;
e_.een landarbeiderdie de door zijn werkgever voor hem be-
stemde woongelegenheid wil in gebruik nemen.
Artikel 5.
Burgemeeater en Wethouders knnnen buiten het gevalamschreven
in het tweede lid van artikel 3,in zeer byzondere gevallen ook
van het bepaalde in het eerste lid van dat artikel afwijken,
indien de weigering van de vergunning tôt niet gerechtvaardig-
de hardheid zou le idem en door verlenèng van de vergunning het
belang van een doelmatige verdeling van woongelegenheid in de
gemeente niet wordt geschaad.
Artikel 6.
Het verbodbe doeld in artikel 1 der Woonruimtewe t 1947,Stbl..
ma,H. 291 is niet van toepassing ten aanzien van hôtels of ande-
re inrichtingen voor logies met of zonder verzorging,zomede ten
aanzien van inrichtingen,bewocnd door armlastigen en ouden van
dagen.
Artikel 7.
Beze regelen treden in werking op de dag volgende op die
der vastatelling.
Vastgesteld door de Raad der gemeente lEEUWAR'DERABEEL
in zijn openbare vergadering van 1948.
,Voorzitter.
Secretaris.