fi '.vis 3
H u i z u m, 29 April 1948.
-2.07.526
Onderwerp-
Jaarwedden Wethouders.
De Gedeputeerde Staten dezer provincie hebben zich
tôt de raden der onderscheidene gemeenten in Driesland gewend met
de mededeling, dat zij een onderzoek hebben ingesteld naar de
vraagj of de huidige wethoudersjaarwedden nog wel een redelijke
vergoeding voor de aan het ambt verbonden werkzaamheden of, als
vergoeding van de schade, welke tengevolge van tijdverlies in ei-
gen bedrijf of beroep wordt gelcdcn, kunnen worden aangemerkt.
Het resultaat van dit onderzoek is geweest, dat Ged. Staten
tôt de conclusie zijn gekomen, dat do indertijd vastgestelde wed-
den aan de lage kant zijn en zij hebben dan ook, met inachtneming
van de door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde nor-
men een nieuwc jaarwedden-regeling ontworpen, die hierbij te Uwer
kennis wordt gebracht. Daaruit blijkt, dat de gemeente Leeuwarde-
radeel wordt ingedeeld in klasse VI en dat in deze klasse de jaar-
wedde van de wethouders op f 500.- wordt gesteld.
Zoals U bekend is, bedraagt de tegenwoordige wedde f 425.-.
Gedeputeerde Staten zullen gaarne van U vernemen tôt vrelke be-
schouwingen de nieuwe regeling U aanleiding geeft, voor zover zij
betrekking heeft op deze gemeente.
7/ij zijn van oordeel, dat tegen hetgeen wordt voorgesteld geen
bedenkingen behoeven te bestaan en stellen U mitsdien voor zulks
aan voornoemd collège te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
Aan
de Raad