778.532.1
De Raad der gemeente Leeuwarderadeel
Gezien een verzoek van het bestuur der woningstichting "Leeuwarden-
Leeuwarderadeel!i d.d. 26 Mei 1948, bij Koninklijk Besluit van 10 Maart
1914, no. 17 toegelaten als stichting, uitsluitend in het belang van
de verbetering der volkshuisvesting werkzaam, waarin wordt verzochts
1. voorschotten tôt een gezamenlijk bedrag van f 112,519,- te verlenen
voor de bouw van 10 arbeiderswoningen te Stiens;
2. een bijdrage in de exploitatiekosten van deze vroningen toe te kennerç
uitmakende het nadelige saldo op de exploitatie per woning per jaar;
Gezien mede de bij het verzoek overgelegde stukken;
Gelet op artikel 52 der Woningwet en op de artikelen 19 tôt en met
22 van het Doningbesluit;;
B e s 1 u i t r.
I. aan de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwarderadeeluit de gemeente-
kas de volgende voorschotten te verlenen;
een voorschot, groot f 102.900,- voor de bouw van 10 woningen te
Stiens, met bepalinggedat voor rente en aflossing gedurende 50 ja-
ren zal worden betaald een annuiteit van 4,656^5 van het voorschot,
b. een voorschot, groot f 9619,- voor het aankopen van de grond, nodig
voor de sub a bedoelde woningen, met bepaling, dat voor rente en
aflossing gedurende 75 jaren zal worden betaald een annuiteit van
4,223 van het voorschot,
een en ander onder de volgende voorwaarden en bepalingen;
1. bij failliss'ement of opheffing der stichting, alsmede indien de
voorwaarden, waaronder het voorschot is verleend, niet worden nage-
leefd, wordt het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan ter-
stond opvorderbaar
2. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der Stichting
zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders of anders van
Gedeputeerde Staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren
f 2000,waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit
tôt vervreemding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen
niet hebben verzet, ook na hun aftreden als bestuurslid, hoofdelijk
ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd het
recht der gemeente, om zo daartoe termen zijn, in plaats van de
geldboete, schadevergoeding te eiden en om de vervreemding of be
zwaring niet als geldig te erkennen;
3. de gem eente zal, zolang het voorschot niet geheel is afgelost, met
goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of, bij weigering, met goed
keuring van de Kroon, het recht hebben aile bezittingen met het
voorschot verkregen met de daarop rustende lasten en verplichtingen
en aile schulden der stichting, voor zover die ten behoeve van die
bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nernen tegen betaling
van een bedrag door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, of bij weige
ring door de Kroon vast te stellen, met dien verstande, dat boven
het voor de verwerving of instandhouding van die bezittingen aange-
wende deel van het eigen vermogen van de stichting slechts een bil-
lijke vergoeding voor noodzakelijke met de eigendomsovergang ver-
band houdende kosten wordt uitgekeerd;