waarvoor de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze afloe-
sing heeft gegarandeerd,zullende derhalve zowel Douwenga aie de ge-
meente voor betaling van deze aflossing gekweten zijn,als de uitbe-
taling der uitkering ineens aan de Bouwkas heeft plaats gehad en
wel tenhoogste tôt het bedrag dezer uitkering;
lj. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst als borg tôt be
taling wordt verplicht en derhalve in de rechten van de Bouwkas is
getreden,verleent de Bouwkas haar nu voor als dan de bevoegdheid
oui desgewenst tôt executie van het onderpand over te gaan,onder ge-
bondenheid van de gemeente om uit de opbrengst van het onderpand
in de eerste plaats te voldoen de bedragen wegens hoofdsom5rente
en kosten,welke de Bouwkas ten tijde van de executie terzake van
bovenomschreven hypothécaire lening van Douwenga heeft te vorderen
en zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijnchet ontbrekende ter
voldoening aan de uit de gegeven garantie voortvloeiende verplich-
tingen tegelijkertijd aan de Bouwkas te voldoen;
c, de gemeente doet afstand van het vcorrecht van'uitwinning door de
wet aan de borgen toegekendalsmede van de in artikel 1887 van het
Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende bevoegdheid^
Vastgesteld door de RJULD voornoemd in zijn cpenbare vergade-
ring van 1948
,Voorzitter»
-Secretaris