-1.825.73 H u i z u m, 27 Mei 1948.
Onderwerp-
De el ne min g aan rie t
Borgstellingsfonds
voor Driesiand.
In zijn vergadering van 4 Januari 1938 besloot de toen-
malige Raad financiale medewerking te verlenen voor de totstand-
koming van een borgstellingsfonds voor Priesland. Het doel dezer
Stichting was -en is nog- hulpverlening ten bate van de indus
triels en handeldrijvende middenstand door middel van borgstel-
ling^voor credietwaardige credietbehoevenden en door beraiddeling
en voorlichting van dezen. De financiele medewerking bestond in
het deelnemén in het kapitaal tôt een bedrag van f 1970.- en
door gedurende -5 achtereenvolgende jaren gerniddeld f 400.- per
jaar bi j te drageis in de inkomsten der stichting.
Toen de 5 Jaren waren verlopen werd besloten het verlenen
van een jaarlijkse bijdrage niet te verlengen, omdat gebleken
was, dat het borgstellingsfonds voor deze gemeente weinig te be-
tekenen had.
Thans richt het bestuur der Stichting zieh tôt het gemeente-
bestuur met het verzoek weer van de belangstelling in het fond»
te doen blijken door een garantie te verstrekken tôt dekking
van het nadelig saldo in een boekjaar. In plaats van een jaar
lijkse bijdrage in geld bestaat de medewerking van overheids-
wege nu in het deelnernen aan een garantieregeling. Volgens de
Minister van Economische Zaken zal het maximum voor de te stel-
ien garantie tôt dekking van het nadelige saldo in een boekjaar
bepaald dienen te worden op 3-ç cent per inwoner, waarin door de
gemeenten 60%, door de Provincie 30% en door de Kamer van Koop-
handel 10% zal worden bijgedragen, hetgeen neerkomt op een
maximum van respectievelijk 1,95, 0,975 en 0,325 cent per inwo
ner van de bij het fonds aangesloten gemeenten. Het Rijk neemt
50% der verliezen op de verleende fondscredieten voor zijn re-
kening. De Provincie en de Kamer van Koophandel besloten reeds
de gevraagde garantie te verlenen.
Opgemerkt zij nog, dat sinds de oprichting van het fonds ai
le boekjaren met een behoorlijk batig saldo werden afgesloten
en dat de op de verleende credieten geleden verliezen, waarvan
een gedeelte voor rekening van het fonds kwam, zeer beperkt
waren.
Bij hun brief van 12 April j.l. geven de Gedeputeerde Staten
dezer provincie de deelneming ernstig in overweging.
Ook wij zijn van mening, dat in het belang van de handel-
drijvende en industriële middenstand in onze gemeente in de te-
genwoordige tijd aan de hiervoren omschreven garantieregeling
moet worden deelgenomen; het financieel risico is o.i. betrek-
kelijk gering.
Wij stollen U daarom voor ingaande 1 Januari 1948 een garan
tie te verstrekken tôt dekking van eventuele nadelige saldi ge
durende de période 1948 t/m 1952 tôt een maximum van 1,95 cent
per inwoner dezer gemeente per 31 December van elk jaar.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
Aan
de Raad.
De Secretaris,