- 4 -
Dat ïîederland in die dagen zijn neutralitéitspolitiek zo tactvol
hecft kunnen volhouden, ondanks de vele voetangels en klemmen, zo-
wel van westelijke als van oostelijke zijde gelcgd, danken wij wel
zeer bijzonder aan het beleid van onze Koningin, wier invloed ver
buiten onze grenzen ging.Ook talrijke bernoeiingen op sociaal en
economisch terrein werden in die dagen getroffen en daarin heeft
Zij een groot aandeel gehad.^Ik breng U de oprichtingsvergadering
van het Nationaal Steuncomite in herinnering, iraarin Minister Treub
zonder daartoe vooraf aan de Koningin verlof gevraagd en gekregen
te hebben, zeides "De gedachte van deze bijeenkomst en de daad,
daaraan door Uw tegenwoordigheid en door Uw woord wijding te geven
zijn uitsluitend van Uwe Majestcit afkomstig;; Uw volk heeft recht
dit te weten en Gij hebt het recht dat Uw Volk dat weet. Dat wij
°ok niet met deze raobilisatie te laat koraen, hebben wij aan Uwe
Majestoit te danken."
In al haar doen en laten is de Koningin, volgens het oordeel van
politici, die zulks beoordelen kunnen, steeds het voorbeeld geweest
van een constitutioneol vorstin, die de rechten en vrijheden van
haar volk heeft geeerbiedigd en die met veel tact en beleid zich
van haar veelomvattende en moeilijke taak heeft gekweten.
'Vas het wonder, dat bij de dag de aanhankelijkheid aan deze nobe-
le Vorstin groeide. Waé het wonderdat, toen in Hovember 1918 een
door buitenlandse revolutiokoorts bevangen -gelukkig klein- deel
van het Volk naar de macht wilde grijpen, een ovorweldigendcgrote
rneerderheid onmiddellijk toesnelde om Haar zijn trouw te bewijzen?
Met trillende stem, staande in haar rijtuig, op het Malieveld in
Den Haag, dankte Zij uit de grond van haar hart voor de onvergete-
lijke bewijzen van liefde en trouw,
Maar ook die donkere bladzijde uit onze geschiedenis heeft zijn
goede zijde gehad. Daar op het Malieveld kwam ondubbelzinnig de
saamhorigheid van ons Volk tôt uiting, een saamhorigheid -de ge
schiedenis heeft het ons meerdere malen geleerd- die slechts bllj-
vend kan zijn onder Oranje.
Heeft de tweede wereldoorlog en de bezetting van ons land dat
nict opnieuw bewezen! Was het niet opniouw Oranje, die de leiding
op zich nam, toen ons land dqor de Duitsers overrompeld werd. Het
was onze Koningin, die het besluit nam met haar regering uit te wij
ken naar Engclajid, om daar de vijand zoveel mogelijk te bestrijden.
Dit gaan naar Engeland is door velen in de Meidagen Van 1940 ver-
keord begrepen. Œk herinner mij o.a. nog goed, dat ik toevallig op
het politiebureau in Huizum kv/am, waar een vijftal veldwachters
luisterdo naar een radiotoespraak van de OpperbevelhebberGeneraal
binkelman, waarin deze medodeelde in 's lands belang een capitula-
tie van het loger te aanvaarden.
Aile vijf veldwachters, bekend als Oranje-mannen, zoiden mij
Hoe is het mogelijk, dat de Koningin weggaat en ons alleen laat
staan, Het heeft mij toen enige moeite gekost hun ervan te over-
tuigen, dat de Koningin in 's lands belang de beste weg gekozen had
pmdat zij in een vrij land nog in staat zou zijn contact te blijven
houden met haar Volk en met de overzaese gebiedsdelen.
Als wij met onze gedachten bij de Koningin zijn, denken wij door-
gaans aan de laatste 8 jaren van haar regering, denken wij vooral
aan haar ballingschap en haar terugkeer in ons Vaderland.
Toen in de loop van Zondag 12 Mei 1940 de ontwikkeling der krijgs
gebeurten^ssen een spoedige ongunstigo afloop van ons leger deed
vrezen, vcrliet de Koningin Maandagmorgen 13 Mei tegen 10 uur het
paleis aan het Hoordeindc^iet een militair escorte van 140 man. Er
moest herhaaldelijk van richting veranderd worden wegens de aan-
wezigheid van Duitse parachutisten, die de opdracht hadden de Ko
ningin gevangen te nernen. Eerst om 12 uur werd Hoek van Holland