bereikt, waar de Engelse torpedobootjager "Hereward" haar naar Har-
wich zou brengen. In Londen werd zij aan het station begroet door
de Engelse Koning, Prinses Juliama en Prins Bernhard en nain zij
voorlopig haar intrek in Buckingham Palace
Tckenend voor de Koningin is, dat na enkele uren van haar aan-
kornst te Londen na een dergelijke vermoeiende reis, dadelijk be-
sprekingen aanving over de nieuw geschapen toestand met de Nedcr
landse gezant en enkele Ministers, die dadelijk na de Duitse inval
naar Londen waren gereisd om contact op te nemen met de Engelse en
Pranse regering,,
Op dat ogenblik vocht nog eon gedeelte van onze troepen in Zeeuws
Vlaanderen in contact met het Belgischo en Pranse leger. Prins
Bernhard vertrok daarom in de nacht van 15 op 16 Mei weer naar
L'est Zeeuws-lElaanderen en wij mogen nooit vergeten, dat hij onver-
moeid steeds de Koningin terzijde stond. ¥aar zij kwam geschiedde
het vele malen door den Prins vergezeld en waar zij niet kwam,
verving hij haar. En die nachtelijke tocht van den Prins uit En-
geland naar Zeeuws-Vlaanderen, was het begin geworden van zovele
volgende reizen, aile getuigenis gevende van zijn rusteloze ar-
beidslust in 's lands belang.
Nog op 13 Mei 1940 richtte de Koningin haar eerste proclamatie
tôt het Nederlandse Volk. Deze korte maar kenschetsende verklaring
luidde s
"Nadat volkomen zeker was geworden, dat wij en onze Ministers
"in Nederland niet langer vrijelijk konden voortgaan met de uit-
"oefening van het staatsgezag, moest het harde maar noodzakelijke
"besluit genomen worden, de zetel der regering naar het buitenland
"te verplaataen, voor zolang als onvermijdelijk is en met de be-
"doeling Ons weder terstond in Nederland te vestigen, zodra sulks
"maar enigszins kan. De regering bevindt zich thans in Engeland.
"Zij wenst als regering niet te capituleren. Daarmede blijft het
"Nederlandse grondgebied, dat in nederlandse handen blijft, in
l'Europa zowel als in Oost en West-Indië, een souvereine staat, die
"zijn stem als volwaardig lid van de statengemeenschap en in het
"bijzonder in de beraadslagingen van de gezamenlijke bondgenoten,
"zal blijven laten horen en tôt haar recht zal weten te brengen.
"Ons hart gaat uit naar onze landgenoten, die in het Vaderland
"harde tijden zullen doormaken. Maar Nederland zal zijn Europese
"gebied met Gods hulp herwinnen. Herinnert U de rampen uit vroege-
_"re eeuwen, waaruit Nederland is herrozen. Zo zal het ook ditmaal
"gaan. Desperoert niet. Doet allen wat U mogelijk is in 's lands
"welbegrepen belang. Wij doen het onze. Leve het Vaderland!"
Na deze proclamatie aan het Nederlandse volk, richtte de Konin
gin zich tôt de gehele wereld in een uitvoerige verklaring omtrent
de gevolgde gedragslijn.
Zo was dan in Londen de geregeldc arbeid van Vorstin en Ministers
begonnen. Herhaaldelijk heeft de Koningin tijdens haar balling-
schap het woord gevoerd, zowel tôt haar landgenoten, als tôt de
bondgenoten. In radio-Oranje heeft zij une er dan cens uiteen gezet
dat de strijd, die ons opgelegd was, de sttijd was tegen het kwa-
de. Voor haar was het in de grond "eon geestelijke strijd" een
"strijd tussen het goede en het kwade" en in zulk een strijd past
geen enkel compromis, dat in de zomer van 1940 de ronde deed. In
eôn strijd zô gezien past ook geen twijfel aan de eindoverwinningj
de Koningin heeft die dan ook nooit gekend volgens een van haar
Londense Ministers.
Ik wil U nog in herinnering brengen haar reis naar Amorika waar
zij de gelegenheid vond de banden met onze machtigste bongenoot
te versterken en waar zij onze landgenoten een ricm onder het hart
wist te steken.