1964 - 2 - f 1.370,— 1982 f 2.540,— 1965 1.410,-- 1983 2.630,— 1966 l! 1.460,— 1984 2.720,— 1967 51 1.510,— 1985 2.810,— 1968 1.570,— 1986 2.910,— 1969 !i 1.620,— 1987 3.010,— 1970 1.680,— 1988 3.120,— 1971 1. 740,— 1989 M 3.230,— 1972 1.800,— 1990 3.340,— 1973 1.860,— 1991 3.460,— 1974 1.930,— 1992 3. 580,— 1975 ,s 1.990,— 1993 3. 700,— 1976 2.060,— 1994 3.830,— 1977 2.140,— 1995 3.970,— 1978 2.210,— 1996 4.110,— 1979 2.290,— 1997 4.250,— 1980 11 2.370,— 1998 11 4.400,— 1981 2.450,— 1999 4.531,— De aflossi ngstermijnen zullen worden voldaan op 15 Augu van elk jaar Artikel 4 Geldneemster zal éénmaal een bijzondere aflossing mogen ver richten Deze bijzondere aflossing zal bedragen de som, welke geldneem ster van de Staat der Uederlanden zal ontvangen al s uitkering in ééns op grond van het bepaalde in artikel 24", lid 2, van het Wo- ningbesluit, zoais dit is gewijzigd bij K. B. van 30 December 1947, S toino, H 468. De bijzândere aflossing zal geschieden met inachtneming van een opzeggingstermijn van 1 maand. Zij treedt in de plaats van de in het betreffende jaar verval- lende aflossingstermijn. ïïa de betaling van bovengenoemde bijzondere aflossing zal het resterend leningssaldo worden afgelost in jaarlijkse termijnen, welke opnieuw zullen worden berekend. De aflossingstermijnen zul- len alsdan worden gelijkgesteld aan de successievelijk vervallen- de aflossingsbestanddelen van de, met inachtneming van het rente- percentage en de restant-looptijd dezer lening, uitgewerkte an~ nuïteit, afgerond op veelvouden van tien gulden. Artikel 5. Algehele of gedeeltelijke extra aflossing der lening door geldneemater zal tôt 15 Augustus 1954 zijn uitgeslotenj met in gang van laatstgenoemde datum zal geldneemster uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen aflossan, doch slechts tegen betaling van een vergoeding van lî van het extra af te lossen bedrag, indien do aflossing plaats vindt voor 15 Augustus i960, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der lening slechta mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoeding, be rekend naar 1 van het extra af te lossen bedrag. Geldneemster zal van haar voornemen tôt extra aflossing der lening ten minste drie maanden tevoren aan geldgeefster schrifte- lijk kennis gevon. Deze kennisgeving is onherroepelijk on verplicht geldneemster op de gestelde datum de extra aflossing te voldoen. De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn betaald in mindering v&n de laatste aflossingst'_rmijn, daarna van de voorlaatste en zo ver- volgens. e

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1949 | | pagina 9