- 2 - Overgangs- en slotbepalingen. Artikel 7. 1. De vaste bezoldiging van de bij het in werking treden van de ze verordening in dienst zijnde ambtenaren, waarop deze verordening van toepassing is, wordt door Burgemeester en Wethouders opnieuw be- paald. 2.Voor de bepaling van de vaste bezoldiging der in het eerste lid bedoelde ambtenaren gelden de dienstjaren, welke op het tijd- stip van het in werking treden dezer verordening zijn volbracht in dienst der gemeente leeuwarderadeeleen en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 3. 3.Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, indien toepassing van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel tôt onbillijkheden zou leiden, bij het vaststellen van de vaste bezoldiging ingevolge het eerste lid, één of meer periodieke verhogingen toe te kennen. Artikel 8. Voor zover bepalingen, voorkomende in het ambtenarenreglement, geheel of gedeeltelijk met het bepaalde in deze verordening strij- den, verliezen zij in zover haar kracht. Artikel 9. 1.Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 October 1947. 2.Met ingang van die datum vervallens a.aile bestaande salarisregelingen voor de in deze verordening be doelde ambtenaren; b.de bestaande verordening,regelênde het verlenen van kinderbijslag aan het personeel der gemeente Leeuwarderadeel, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 December 1940, sedert gewijzigd. Vastgesteld door de Kaad voornoemd in zijn openbare vergadering van 1949. ,Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1949 | | pagina 27