—*3*~
wateren in do gemeente, al sine de op, in, ondor, over, en boven
gemeentegrond on gemeentewatergeen werken gemaakt of werk-
zaamhoden uitgevoerd, dan nadat daarvan aan Burgemeester en
Wethouders schriftelijk is kennis gegeven en nadat Burgemees-
ter en Wethouders hun goodkeuring tôt het maken der werken of
het uitvéoren der werkzaamheden hebben verleend. De uitvoe-
ring der werken en werkzaamheden moet stipt geschieden vol-
gens de aanwijzingen en voorschriften door of namens Burge
meester en Wethouders te geven, met inachtneming van de vast-
gestelde of nog vast te stellen wettelijke voorschrif ton.
2, Burgemeester en Wethouders zullcn hun, in het vorig lid bedool-
de, goodkeuring allecn weigoren in het belang der openbaro
orde en der veilighoid van het verkoer.
3, Voor zoveel bij het maken van in het eerste lid bedoelde wer
ken of het uitvoeren van daar bedoelde werkzaamheden wegbe-
delckingen moeten worden opgenomen en heriegd, blijft de con
oessiehoudster gedurende een jaar vo.or de goede toestand der
herlegde wegbedekkingen aansprakelijk, tenzij deze voor andere
dosleinden weder opgebroken zijn« Burgemeester en Wethouders
hebben het recht zelf, op kosten van de conoessiehoudster,
voor de uitvoering zorg te dragen, indien het opnemen en her-
leggen der wegbedekkingen niet te hunner genoegen geschiedt.
4, Burgemeester en Wethouders zijn echter bevoegd te bepalen, dat
het aanvullen van door de conoessiehoudster gemaakte gaten en
sleuven in aan de gemeento toebehorende straten, wegen en
pleines*, alsmede het herstellen van de wegbedekkingen vanwege
de gemeente zal geschieden. De conoessiehoudster zal de hier-
voor te maken kosten aan de gemeente vergoeden volgens een
tarief, dat door Burgemeester en Wethouders, na gehouden over-
leg met de côncessiehoudsterzal worden vastgosteld en zo no-
dig herzien.
5, Wegens het gebruik van wegen, gronden of wateren, in eigendom
of beheer der gemeente, voor tijdelijko opslag van het voor
aanleg en onderhoud van de waterleiding en bijbehorende werken
ter plaatse of in de nabijheid benodigd materiaal, wordt geen
vergoeding, hoe ook genaamd, govorderd, behoudens do verplich-
ting der conoessiehoudster om, voor zover het verpachte per-
celen betreft, zioh'te verstaan met de pachter.
6, De opslag van materialen gesohiedt niet dan na daartoo ver-
kregen vergunning van Burgemeester en Wethouders op door hen
aan te wijzen plaatsen en slechts gedurende de door hen te
bepalen tormijn.
7, De gemeente kan nimmer v/orden aangesproken voor schade, door
de conoessiehoudster geledon door diefstal of izernieling of
op anderc wijze verloren gaan of waardeloos v/orden van op of
aan wegen, gronden of wateren, bij de gemeente in eigendom
of beheer, opgoslagen materialen»
Artikel 7.
Wijziging van het beloop van een hoofdleiding.
1, Indien Burgemeester en Wethouders, hetzij voor de uitvoering
van openbaro werken - waaronder begrepen zijn de zodanige, die
ter uitvoering van een door een publiekrechtelijk lichaam ge
geven ooncessie worden gemaakt - hetzij in het belang der open-
bare orde of der veilighoid van het verkeer, wijziging van het
beloop van een hoofdleiding nodig achten, is de coneessiehoud-
ster verplicht tôt zodanige wijziging over te gaan, binnen een
door Burgemeester en Wethouders aan te geven voldoende ter-
mi jn.